ECLI:NL:RBMNE:2024:4460

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
08-074823-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling van een kind met bijzondere voorwaarden en taakstraf

Op 17 mei 2024 heeft de politierechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van zijn kind. De mishandeling vond plaats tussen 1 september 2019 en 28 februari 2022. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast is er een taakstraf opgelegd van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden gesteld aan de voorwaardelijke straf, waaronder de verplichting om zich te melden bij de reclassering en medewerking te verlenen aan een behandeling door een zorgverlener. De verdachte moet zich ook houden aan de huisregels en aanwijzingen van de zorgverlener.

De benadeelde partij, het kind van de verdachte, is niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, maar de rechtbank heeft wel een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De verdachte is verplicht om € 3.000,- te betalen aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente. Bij gebreke van betaling kan deze verplichting worden vervangen door 40 dagen gijzeling. De rechtbank heeft bepaald dat de schadevergoeding zal worden gestort op een rekening met een BEM-clausule, ter bescherming van de belangen van de minderjarige.

De rechter heeft de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaard, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. Deze uitspraak is een rectificatie van een eerder afgegeven exemplaar, omdat de inhoud niet overeenkwam met de mondelinge uitspraak die ter zitting is gedaan.

Uitspraak

aantekening mondeling vonnis

RECHTBANK Midden-Nederland

LocatieAlmere
Parketnummer: 08-074823-23
Volgnummer: 6
Uitspraak van de politierechter, mr. V.A. Groeneveld, van vrijdag 17 mei 2024, in de zaak tegen verdachte
[verdachte] ,
geboren op [1988] te […] (Nederlandse Antillen)
adres [adres] , [woonplaats]
Dit exemplaar van het Aantekening Mondeling Vonnis betreft een rectificatie van het eerder afgegeven exemplaar met hetzelfde parketnummer en dezelfde zittingsdatum, omdat de inhoud van het eerdere exemplaar niet overeenkomt met de mondelinge uitspraak zoals gedaan ter zitting. Hiermee wordt hel eerder afgegeven exemplaar vervangen (d.d. 28 mei 2024)
Tegenspraak
KWALIFICATIE:
Telkens mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind
GEPLEEGD:
1 september 2019 tot en met 28 februari 2022
TOEGEPASTE ARTIKELEN :
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 300, 304 Wetboek van Strafrecht
BESLISSING:
Oplegging van straf:
Een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Als voorwaarden gelden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang al de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:

- zich meldt binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Middendreef 293 te Lelystad. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich zal laten behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter al de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregel en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Een taakstraf voor de duur van 100 uren subsidiair 50 dagen hechtenis
Schadevergoeding maatregel ten aanzien van [slachtoffer] :
Verklaart van [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering.
Compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Legt verdachte wel de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2019 tot de dag van volledige betaling, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 40 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betaling verplichting niet op.
Bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd al hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
De rechtbank zal bepalen dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] te openen rekening met een zogenoemde BEM (Belegging. Erfenis en andere gelden Minderjarigen)-clausule. Een dergelijke BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarige. De minderjarige en haar wettelijke vertegenwoordiger kunnen aldus slechts met toestemming van de kinderrechter over het vermogen van de minderjarige beschikken tot het moment dat zij de leeftijd van achttien jaar zal hebben bereikt.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, beveelt de rechter, gelet op artikel 14e Wetboek van Strafrecht dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

De politierechter,