ECLI:NL:RBMNE:2024:4457

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
10992318
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afsluiting van aansluiting voor warmte en koude in een woning zonder leveringsovereenkomst

In deze zaak heeft Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. een rechtszaak aangespannen tegen een gedaagde die in een woning woont waar een aansluiting voor warmte en koude aanwezig is. Eneco heeft herhaaldelijk verzocht om een leveringsovereenkomst, maar de gedaagde heeft hier niet op gereageerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2024 was de gedaagde niet aanwezig, terwijl Eneco vertegenwoordigd was door haar gemachtigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het onduidelijk is of de gedaagde nog in de woning woont, aangezien hij heeft aangegeven te verhuizen per 15 april 2024, maar dit niet heeft geverifieerd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde, als bewoner van de woning, verplicht is om een leveringsovereenkomst te sluiten of Eneco toestemming te geven om de aansluiting af te sluiten. Aangezien de gedaagde dit niet heeft gedaan, heeft de kantonrechter de vorderingen van Eneco grotendeels toegewezen. De gedaagde moet de proceskosten betalen, maar de kantonrechter heeft geen procespunt toegekend voor de mondelinge behandeling, omdat van Eneco verwacht mocht worden dat zij zelf controle had uitgevoerd over de woonsituatie van de gedaagde.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Eneco gerechtigd is om de aansluiting te onderbreken en dat de gedaagde moet gedogen dat Eneco de noodzakelijke werkzaamheden uitvoert. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning voor de duur van de werkzaamheden en moet hij de kosten van de afsluiting betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken op 24 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10992318 UC EXPL 24-1805 WMB/61313s
Vonnis van 24 juli 2024
in de zaak van
ENECO WARMTE & KOUDE LEVERINGSBEDRIJF B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Eneco,
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 februari 2024;
- het proces-verbaal van de civiele rolzitting van 20 maart 2024;
- de mondelinge behandeling van 19 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Op de mondelinge behandeling is Eneco verschenen, vertegenwoordigd door haar gemachtigde de heer J.A. de Rost, werknemer bij Flanderijn & Van Eck. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
Aan het eind van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat een vonnis wordt gewezen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Eneco heeft een aansluiting voor koude en warmte inclusief een meter in de woning met het adres [adres] te ( [postcode] ) [plaats] (hierna: de woning). Voor deze aansluiting is geen leveringsovereenkomst afgesloten met Eneco. Eneco heeft [gedaagde] als bewoner van de woning meerdere keren verzocht om een leveringsovereenkomst voor het gebruik van de aansluiting met haar te sluiten. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Eneco vordert daarom een verklaring voor recht dat zij gerechtigd is om de aansluiting af te sluiten. Daarnaast vordert zij dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot (gedeeltelijke) ontruiming, zodat Eneco de meter zelf kan afsluiten. [gedaagde] heeft aangevoerd dat Eneco elk moment bij hem naar binnen mag om de aansluiting af te sluiten en dat hij per 15 april 2024 niet meer in de woning woont. De vorderingen van Eneco worden grotendeels toegewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom.

3.De beoordeling

De vorderingen worden toegewezen, ondanks dat het onduidelijk is of [gedaagde] is verhuisd
3.1.
[gedaagde] moet (of moest) als bewoner ofwel een leveringsovereenkomst met Eneco sluiten, ofwel Eneco toestaan om de aansluiting af te sluiten. [gedaagde] kan anders immers gebruikmaken van de aansluiting zonder daarvoor te betalen. [gedaagde] heeft beide niet gedaan. [gedaagde] zegt wel dat Eneco altijd bij hem binnen mag om de aansluiting af te sluiten, maar tot nu toe heeft [gedaagde] hiervoor geen contact met Eneco opgenomen, terwijl dat hem wel is verzocht, en was hij ook verder niet bereikbaar voor Eneco. Om die reden zal de kantonrechter de vorderingen van Eneco toewijzen, zodat Eneco de woning van [gedaagde] kan binnengaan en de aansluiting kan afsluiten. Dit kan Eneco echter alleen als [gedaagde] daar nog woont.
3.2.
[gedaagde] heeft op de rolzitting namelijk verteld dat hij zou gaan verhuizen op 15 april 2024. Als [gedaagde] nu inderdaad niet meer in de woning woont, heeft Eneco geen belang meer bij haar vorderingen. Eneco gaat ervan uit dat [gedaagde] wel nog in de woning woont. Het is in deze procedure niet vast te stellen of [gedaagde] op dit moment nog in de woning woont. Enerzijds heeft [gedaagde] namelijk zelf niets aangeleverd om te onderbouwen dat hij inderdaad is verhuisd en is hij ook niet op de zitting verschenen om verdere uitleg te geven. Anderzijds heeft Eneco geen enkele onderbouwing gegeven voor haar standpunt dat [gedaagde] nog wel in de woning zou wonen, omdat zij dit niet heeft gecontroleerd en zelf aangeeft dat zij niet in contact kan komen met [gedaagde] om de verhuizing te verifiëren.
Omdat de mogelijkheid bestaat dat [gedaagde] nog steeds in de woning woont, heeft Eneco wel belang bij haar vorderingen en zullen de vorderingen van Eneco (grotendeels) worden toegewezen.
[gedaagde] moet (een deel van) de proceskosten van Eneco betalen
3.3.
[gedaagde] is in deze procedure in het ongelijk gesteld en moet daarom in principe de proceskosten van Eneco betalen. De kantonrechter zal echter bij de begroting van de proceskosten geen procespunt toekennen voor de mondelinge behandeling. Het mocht namelijk van Eneco worden verwacht dat zij na het antwoord van [gedaagde] zelf een controle zou uitvoeren om te kijken of hij daar nog woont. Als zij dat had gedaan, had de mondelinge behandeling misschien niet hoeven plaatsvinden. De proceskosten van Eneco worden daarom begroot op:
- kosten van de dagvaarding
112,99
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
40,00
(1,00 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
302,99

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart voor recht dat Eneco gerechtigd is om de aansluiting(en) op het verbruiksadres ( [adres] te [plaats] ) te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om dat te gedogen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om het verbruiksadres ( [adres] te [plaats] ) te ontruimen, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimte(s) die betreden moet(en) worden om toegang tot de meter(s) en/of aansluiting(en) te verkrijgen en voor de duur van de voor de onderbreking van de aansluiting(en) noodzakelijke werkzaamheden;
4.3.
beveelt [gedaagde] om de meter(s) aan [gedaagde] af te geven;
4.4.
betaling van € 211,00 aan kosten die verbonden zijn aan de afsluiting van de aansluitingen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van afsluiting van de aansluitingen tot alles is betaald;
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 302,99, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J.A. Boots, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door, mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, op 24 juli 2024.