Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van de civiele rolzitting van 20 maart 2024;
- de mondelinge behandeling van 19 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. een rechtszaak aangespannen tegen een gedaagde die in een woning woont waar een aansluiting voor warmte en koude aanwezig is. Eneco heeft herhaaldelijk verzocht om een leveringsovereenkomst, maar de gedaagde heeft hier niet op gereageerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2024 was de gedaagde niet aanwezig, terwijl Eneco vertegenwoordigd was door haar gemachtigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het onduidelijk is of de gedaagde nog in de woning woont, aangezien hij heeft aangegeven te verhuizen per 15 april 2024, maar dit niet heeft geverifieerd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde, als bewoner van de woning, verplicht is om een leveringsovereenkomst te sluiten of Eneco toestemming te geven om de aansluiting af te sluiten. Aangezien de gedaagde dit niet heeft gedaan, heeft de kantonrechter de vorderingen van Eneco grotendeels toegewezen. De gedaagde moet de proceskosten betalen, maar de kantonrechter heeft geen procespunt toegekend voor de mondelinge behandeling, omdat van Eneco verwacht mocht worden dat zij zelf controle had uitgevoerd over de woonsituatie van de gedaagde.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Eneco gerechtigd is om de aansluiting te onderbreken en dat de gedaagde moet gedogen dat Eneco de noodzakelijke werkzaamheden uitvoert. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning voor de duur van de werkzaamheden en moet hij de kosten van de afsluiting betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken op 24 juli 2024.