Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 januari 2024;
- het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het aantreffen van de hennep in de kluis van 18 januari 2022;
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
- een gevangenisstraf van 180 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 138 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
- een taakstraf van 120 uren.
9.BESLAG
- EUR 7,- (goednummer: G2952745A);
- EUR 185,- (goednummer: G2952745);
- EUR 17.630,- (goednummer: G2952703).
10.BENADEELDE PARTIJ
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en
- 3 en 11 van Opiumwet,
12.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 57 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht op basis van 2 (twee) uur vermindering voor iedere dag dat de verdachte in voorarrest heeft gezeten;
- EUR 7,- (goednummer: G2952745A);
- EUR 185,- (goednummer: G2952745);
- EUR 17.630,- (goednummer: G2952703);
- verklaart de benadeelde partij [aangever 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [aangever 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
- de woning aan de [adres 2] te [plaats] , alwaar voornoemde personen verbleven, te betreden en/of
- dreigend tegen voornoemde personen te zeggen/schreeuwen: "Heb je nog een (reserve)sleutel?" en/of "Ik sla je dood" en/of "Ja je hebt wel een telefoon? Geef me die telefoon" en/of "Kleed je uit" en/of "Laat dat kankerwijf haar bek houden anders
slaan we haar kapot" en/of "Anders vermoorden wij hen ook", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [aangever 1] te dwingen haar broek naar beneden te trekken en/of haar shirt omhoog te trekken en/of
- de mobiele telefoon(s) van voornoemde personen af te pakken (en vervolgens bij zich/hun te houden) en/of
- die [aangever 3] meermalen, althans eenmaal, te duwen en/of te slaan tegen het hoofd, althans tegen het lichaam en/of
- tegen die [aangever 3] te zeggen dat ze zijn vingers afknippen als hij niet zou luisteren en/of
- de voordeur van de woning en/of de deur van de slaapkamer te blokkeren en/of te bewaken (ten gevolge waarvan voornoemde personen de kamer en/of woning niet konden verlaten);
( art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 2hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Almere, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad 2877,34 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet )