ECLI:NL:RBMNE:2024:4392
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing ontruiming huurwoning wegens huurachterstand en afwijzing contractuele boete
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] B.V. en [beschermingsbewindvoerder] B.V. De eiseres vorderde ontruiming van een huurwoning in verband met een aanzienlijke huurachterstand van [onderbewindgestelde], die sinds november 2023 geen huur meer had betaald. De huurachterstand was opgelopen tot € 8.250,24. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar was, omdat de huurachterstand een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres een spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien zij het gehuurde aan een andere huurder wilde verhuren.
Daarnaast vorderde de eiseres betaling van een contractuele boete wegens de huurachterstand. De kantonrechter oordeelde echter dat het boetebeding in de huurovereenkomst oneerlijk was, omdat het de consument (onderbewindgestelde) aanzienlijk benadeelde. Hierdoor werd de vordering tot betaling van de contractuele boetes afgewezen. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat deze redelijk waren geacht in het kader van de vordering.
De kantonrechter heeft [beschermingsbewindvoerder] veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde op 7 augustus 2024 en tot betaling van de achterstallige huur, toekomstige huurtermijnen en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis direct kan uitvoeren, ongeacht een eventueel hoger beroep.