Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.De kern van de zaak
[item 1]”.
3.De achtergrond van het geschil
[programma]. In dit programma bezoekt de interviewer bijzondere personen en/of controversiële groeperingen. De interviewer beoogt de drijfveren van de geïnterviewden in beeld te brengen. In
[programma]zijn bijvoorbeeld leden van controversiële groepen als coronachristenen, pedoactivisten, dierenrechtenactivisten, veroordeelde terroristen en krakers geïnterviewd.
[item 1]” (verder ook te noemen: “de aflevering”). In de aflevering van 15 minuten wordt aandacht besteed aan groeperingen die aanhangers van complottheorieën online bestrijden. De interviewer gaat langs bij het “
[item 2]” en “
[item 3]”. De geïnterviewden vormen naar eigen zeggen een tegenreactie op verspreiders van complottheorieën, door hen online te volgen, te analyseren en te corrigeren. Eén geïnterviewde laat tijdens het interview een vlog van [eiser] zien, waarin zij spreekt over het regime van Oekraïne (hierna: de Oekraïnevlog). In de aflevering is een fragment van circa 20 seconden van de Oekraïnevlog in beeld gebracht, waarin [eiser] - ongeblurd - aan het woord is. Aan de hand van dit fragment becommentarieert de geïnterviewde [eiser] . Dit fragment duurt circa 50 seconden. De geïnterviewde noemt [eiser] bij naam en legt uit waarom de zij het belangrijk vindt dat [eiser] online in de gaten wordt gehouden.
[programma]per e-mail verzocht de aflevering aan te passen door [eiser] te anonimiseren in die zin dat haar afbeelding niet herkenbaar in beeld is en haar naam niet wordt vermeld. Op 15 mei 2022 heeft [gedaagde] de aflevering ongewijzigd uitgezonden op de televisiezender NPO2. [eiser] heeft een klacht ingediend bij de Raad van Journalistiek. Na de hoorzitting op 16 september 2019 bij de Raad van Journalistiek heeft [gedaagde] op 19 september 2022 de afbeelding en naam van [eiser] geanonimiseerd in de online gepubliceerde aflevering.
4.De beoordeling
[programma]dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om te reageren, dat de vertaling bij het fragment van de Oekraïnevlog niet is geverifieerd, en dat zij herkenbaar in beeld is gebracht en bij naam is genoemd, terwijl zij hiervoor geen toestemming heeft gegeven. Dit maakt dat [gedaagde] volgens [eiser] onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld. Haar recht op privacy is geschonden en zij is op grove wijze in haar eer en goede naam aangetast door de publicatie van de aflevering. [eiser] stelt dat ze als gevolg van de aflevering is bedreigd op de sociale media, waardoor zij niet terug heeft durven keren naar Nederland. Hierdoor heeft zij niet haar werkzaamheden in Nederland kunnen voortzetten en lijdt ze (imago)schade, aldus nog steeds [eiser] .
[programma]brengt de thema’s beschouwend in beeld, aangezien het programma zich geen standpunten eigen maakt en kritische vragen stelt aan de geïnterviewden over het belang van hun activiteiten.
[programma]. In deze functie als boodschappergeldt dat [gedaagde] , bijzondere omstandigheden daargelaten, niet op grond van citaten van derden kan worden aangesproken. In dit geval zijn de uitlatingen onder a t/m c bovendien geen feitelijke beweringen, maar waardeoordelen van de geïnterviewde. De geïnterviewde laat een fragment van de Oekraïnevlog van [eiser] zien en becommentarieert vervolgens het gedrag van [eiser] met de uitlatingen a t/m c. Voor een waardeoordeel geldt – kort gezegd - dat deze alleen onrechtmatig is als het excessief is en elke feitelijke basis daarvoor ontbreekt.
[eiser] om geld bedelt” niet voor. De geïnterviewde vertelt dat volgers van [eiser] tegen haar opkijken en geld storten. Deze uitlating vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Blijkens productie 13 van de conclusie van antwoord had [eiser] op 29 juli 2021 een donatieverzoek uitstaan op een website. Bij haar donatieverzoek heeft [eiser] toegelicht dat zij om donaties vraagt, zodat zij de door haar geplande werkzaamheden kan uitvoeren. Van het screenshot van de webpagina is af te lezen dat 19 donaties zijn binnengekomen op het verzoek.
[programma]haar geen mogelijkheid heeft geboden om te reageren in het kader van hoor en wederhoor. Volgens [eiser] zijn de gewraakte uitlatingen door de geïnterviewde van dien aard dat zij daardoor in een maatschappelijk gezien vrij extreme hoek is geplaatst. Daarover had [eiser] gehoord moeten worden in de aflevering, zodat zij in de gelegenheid was gesteld om een en ander in een bepaalde context te plaatsen.
[item 2]. In de aflevering hebben zij hun gezichten afgeschermd met maskers. De wijze waarop de betrokkenen worden getoond in de aflevering is daarmee aan beide zijden een afspiegeling van de wijze waarop de betrokkenen zich presenteren in het publieke debat.
[item 2]onder haar Oekraïnevlog niet geverifieerd is door
[programma]. Volgens haar is een deel van de vertaling onjuist, omdat zij niet zou zeggen “
lik mijn *** dikke lul”. Wat de precieze vertaling van de bestreden zin is, is naar oordeel van de rechtbank niet relevant. De vertaling brengt tot uitdrukking dat [eiser] op dat punt aan het schelden is op partijen die het Oekraïense regime ondersteunen. Dat is bevestigd door een beëdigd vertaler die de vertaling van het fragment voor deze procedure in opdracht van [gedaagde] heeft gecontroleerd (productie 27 bij conclusie van antwoord). Dat dit de strekking was van het uitgezonden fragment is niet bestreden door [eiser] .