In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar bezwaar van 27 juli 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 20 juni 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde, mr. R. Grijpstra, en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken, met een uiterste datum van 4 september 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer op 12 juli 2024.