Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
proces-verbaal van verhoor aangeveris als verklaring van [slachtoffer 1] onder meer opgenomen, zakelijk weergegeven:
letselrapportage van GGD Flevoland van 25 juni 2024is als verklaring van forensisch arts FMG J. Overkamp onder meer opgenomen, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van verhoor aangeveris als verklaring van [slachtoffer 2] onder meer opgenomen, zakelijk weergegeven:
A: Op een gegeven moment kwamen mijn neef en die Syrië met elkaar in contact. Ik zag dat die Syrische man iets uit zijn jas pakte. Op een gegeven moment heeft die Syrische man mijn neef in zijn gezicht gestoken. Vervolgens heeft die Syrische man mij van achteren met dat mes in mijn linker zijde (onderrug) gestoken. Ik zag nu dat mijn neef bloed aan zijn gezicht had. Ik voelde links achter een pijnscheut ik voelde aan mijn jas en merkte dat daar een gat in zat. Vervolgens deed ik mijn jas open en zag bloed aan mijn trui. [4]
letselrapportage van GGD Flevoland van 25 juni 2024is als verklaring van forensisch arts FMG J. Overkamp onder meer opgenomen, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van verhoor getuigeis als verklaring van [getuige] onder meer opgenomen, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van bevindingenis als verklaring van verbalisant [verbalisant] onder meer opgenomen, zakelijk weergegeven:
5.BEWEZENVERKLARING
op 27 januari 2024 te Hilversum aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een steekwond in de linkerwang waar hechtingen in geplaatst zijn, heeft toegebracht door die [slachtoffer 1] met een scherp en/of puntig (steek)voorwerp in de linkerwang te steken;
op 27 januari 2024 te Hilversum ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 2] met een scherp en/of puntig (steek)voorwerp in de linkerzij heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
zware mishandeling
poging tot zware mishandeling
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
- stelt daarbij een proeftijd van
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 7.710,-, bestaande uit een vergoeding van € 1.710,- voor materiële schade en een vergoeding van € 6.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen de wettelijke rente vanaf 27 januari 2024 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde aan materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering wat betreft het meer gevorderde aan immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 7.710,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 73 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 4.794,-, bestaande uit een vergoeding van € 794,- voor materiële schade en een vergoeding van € 4.000,- voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen de wettelijke rente vanaf 27 januari 2024 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 4.794,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 57 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.