Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
27 januari 2021 een bedrag van € 3.500,00 aan [gedaagde] heeft overgemaakt. Ook staat vast dat bij de overboeking van 20 september 2020 ‘
lening’ is vermeld en bij de overboeking van 27 januari 2021 ‘
lening volgens overeenkomst’ is vermeld. Verder volgt uit de Whatsappberichten van 14 maart 2023 in productie 2 bij dagvaarding en productie 1 bij conclusie van repliek dat [gedaagde] erkent dat hij tegenover [eiseres] een betalingsverplichting heeft. In die berichten zegt [eiseres] tegen [gedaagde] , met daarbij een schermprint van de overboeking van € 3.500,00 – die kennelijk bedoeld was voor de reparatie van de lekkage aan het zwembad van [gedaagde] –, ‘
Ik ga er vanuit dat je dit aan mij overmaakt’ en ‘
Dan heb ik het nog niet over de Mercedes die ik heb betaald’ – dat kennelijk ziet op de overboeking van € 6.000,00. Daarop heeft [gedaagde] geantwoord ‘
Dat krijg je terug als ik iets zeg dan doe ik dat ook dat weet je binnen kort verkoop ik het huis dan krijg je alles in één keer’ en ‘
Ik ben altijd mijn betalingsverplichtingen na gekomen’. Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen deze woorden van [gedaagde] niet anders opgevat worden dan dat [gedaagde] de door [eiseres] overgemaakte bedragen ook heeft opgevat als leningen en dat hij die aan [eiseres] terug moet betalen. Dat er sprake zou zijn van giften, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd, is de kantonrechter niet gebleken en is verder door [gedaagde] ook niet onderbouwd. Het enkel bloot stellen dat de overboekingen van [eiseres] giften zijn, is gelet op de onderbouwing van [eiseres] dan ook onvoldoende. De kantonrechter passeert dit verweer van [gedaagde] . De kantonrechter stelt vast dat de bedragen van € 6.000,00 en € 3.500,00 als geldleningen aan [gedaagde] zijn verstrekt.
€ 135,00
4.De beslissing
10 juli 2024.