Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[verzoekster sub 1] ,
[verzoeker sub 2],
3.[verweerder sub 1] ,
[verweerster sub 2],
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 17;
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 28.
2.De feiten
- een appartementsrecht gelegen aan de [adres 1] in [woonplaats] . In het testament is bepaald dat de waardebepaling moet plaatsvinden in de staat vrij en onbewoond op basis van de waarde in het economisch verkeer. Het appartementsrecht is per overlijdensdatum van erflater getaxeerd op € 975.000,00 leegwaarde;
- het totaalbedrag van de vordering van erflater op [verzoeker sub 2] vanwege een verstrekte geldlening;
- een aanvullend geldbedrag ter grootte van zijn legitieme portie berekend volgens artikel 4:65 en verder Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
- het totaalbedrag van de vordering van erflater op [verzoekster sub 1] vanwege een verstrekte geldlening;
- een aanvullend geldbedrag ter grootte van haar legitieme portie berekend volgens artikel 4:65 en verder BW.