In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 18 juli 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar bezwaar, dat zij op 12 januari 2024 had ingediend. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de Belastingdienst deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat de Belastingdienst al 42 dagen in gebreke was. Daarnaast is de Belastingdienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.