Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De verzoeken
4.Het standpunt van de moeder
5.De beoordeling
de vaderkan [minderjarige] niet wonen. Hij verblijft in Duitsland en heeft alleen via beeldbellen contact met [minderjarige] . Hij geeft er ook geen blijk van dat hij voor [minderjarige] zou willen zorgen.
de moederheeft [instelling] op grond van het 2thepointtraject het advies gegeven om niet meer toe te werken naar plaatsing van [minderjarige] bij de moeder. De rechtbank onderschrijft dit advies en legt dit uit. In april 2023 is het 2thepointtraject alleen met de moeder gestart. De vader heeft niet deelgenomen aan dit traject vanwege zijn verhuizing naar het buitenland. Na fase 1 van het traject heeft een evaluatiegesprek plaatsgevonden op 24 november 2023. Fase 1 is de beeldvormende fase. In deze fase inventariseerde [instelling] de krachten en zorgen in de vorm van een “beoordelingsboog” zodat duidelijk werd aan welke punten nog gewerkt moest worden. Daarnaast observeerde [instelling] vier contactmomenten tussen de moeder en [minderjarige] . Daardoor werden [minderjarige] ’s behoeften en de opvoedingscapaciteiten van de moeder duidelijk. Ook ontving de moeder tussentijds tips en werd nagegaan in hoeverre zij openstond voor de adviezen. Aan het eind van deze fase bekeek [instelling] in hoeverre een terugplaatsing van [minderjarige] realistisch is en of de terugplaatsing in het belang van de ontwikkeling van [minderjarige] is. Tijdens het traject hebben de medewerkers geconstateerd dat de moeder geen inzicht toont in wat een kind nodig heeft in de opvoeding en verzorging. Zij ziet de zorgen die de betrokken professionals hebben niet. Er is op verschillende manieren met intensieve hulpverlening geprobeerd om haar inzicht te vergroten, maar dat is niet gelukt. Tijdens het traject kreeg de moeder adviezen, maar het was lastig voor de moeder om deze adviezen op te volgen. Er is geprobeerd om één tip per keer te geven, maar het lukt de moeder ook niet om deze tip te onthouden en uit te voeren. [instelling] trekt hieruit de conclusie dat de moeder onvoldoende leerbaar is. Daarnaast lukt het haar niet om haar eigen behoeften ondergeschikt te maken aan die van [minderjarige] . Zij zocht bijvoorbeeld veel fysiek contact met [minderjarige] op de momenten waarop zij dat wilde, maar gaf hem niet de ruimte om te ontdekken en te spelen. Zij haalde hem juist steeds uit zijn spel. De moeder ziet dus onvoldoende wat [minderjarige] nodig heeft of interpreteert zijn signalen op een manier die niet passend is bij zijn leeftijd. Hierdoor wordt [minderjarige] tijdens de omgang druk en onrustig. De moeder heeft op de zitting uitgelegd dat zij een andere visie heeft op bepaalde punten. Zij heeft als voorbeeld uitgelegd dat zij het niet eens is met de aanwijzing van de hulpverleners dat zij maar een of twee speeltjes aan [minderjarige] zou moeten aanbieden, dit om onrust bij [minderjarige] te voorkomen. Zij kiest ervoor een hele tas met speeltjes voor [minderjarige] mee te nemen, omdat hij dan in haar visie zelf kan kiezen. In de ogen van de rechtbank blijkt hieruit dat de moeder niet begrijpt dat [minderjarige] hiervoor nog te klein is en er onrustig van wordt. Naast deze zorgen over de opvoedingscapaciteiten van de moeder en haar leerbaarheid vindt de rechtbank haar thuissituatie niet stabiel. De moeder woont namelijk samen met haar huidige vriend – zij noemt hem haar verloofde – tijdelijk in een kamer in een studentenhuis. Over een paar maanden moeten de moeder en haar verloofde deze woning verlaten, omdat het huurcontract dan afloopt. Er is nog geen zicht op een nieuwe woonruimte. Verder verblijven de kinderen van haar verloofde daar om het weekend ook, en er is geen zicht op hoe dat gaat. Daarnaast maakt het feit dat de moeder geen netwerk heeft waarop zij kan terug vallen, haar extra kwetsbaar.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.