Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Samen Veilig Midden-Nederland, de GI,
1.De procedure
- het Raadsrapport van 21 september 2023;
- het bericht van de vrouw (met bijlage) van 21 november 2023;
- het bericht van de Raad van 22 december 2023;
- een ‘akte actuele informatie’ van de man met (aangepaste) verzoeken over de verdeling en de zorgregeling, van begin januari 2024;
- het verweerschrift van de vrouw op de tegenverzoeken van de man over de verdeling met een tegenverzoek (met bijlagen), binnengekomen op 7 februari 2024;
- het verweerschrift van de vrouw op de tegenverzoeken van de man over de zorgregeling en de partneralimentatie (met bijlagen), binnengekomen op 13 maart 2024;
- het aanvullend Raadsrapport van 11 april 2024.
- de vrouw met haar advocaat;
- de man met zijn advocaat;
- [A] en [B] van de GI;
- [C] van de Raad.
2.Waar de procedure over gaat
[geboortedatum 2] 2014 in [geboorteplaats] .
bepaald dat alleen de vrouw de echtelijke woning aan de [adres] in [plaats 2] mag gebruiken. Ook heeft de rechtbank – kort gezegd – de volgende voorlopige zorgregeling vastgesteld:
- een zorgregeling te bepalen, in die zin dat de man en [minderjarige 1 (voornaam)] één uur per maand contact hebben in de [verblijfplaats] in een passende ruimte en in aanwezigheid en onder begeleiding van een onafhankelijke derde;
- het hoofdverblijf van [minderjarige 1 (voornaam)] bij haar te bepalen.
3.De beoordeling
De man is veroordeeld voor het (gewoonte)bezit en het in grote hoeveelheden vervaardigen van kinder- en dierenporno. Daarom zit hij nu bijna twee jaar in de gevangenis. Het NIFP heeft de man in de strafzaak onderzocht en gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis en een pedofiele stoornis. De man is het niet eens met de diagnoses. Hij heeft daarom een tuchtklacht ingediend. De man is niet in hoger beroep gegaan, onder meer vanwege het risico op een hogere straf. Daarmee staat de veroordeling dus vast. In het strafvonnis staat dat de man zich aangetrokken voelt tot meisjes met aan Aziatische afkomst van zeven tot elf jaar oud. Eén van de bijzondere voorwaarden die aan het voorwaardelijke strafdeel zijn verbonden, houdt daarom in dat de man ‘
op geen enkele wijze contact mag hebben met minderjarigen; als deze contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde [de man] dat de moeders van zijn kinderen hierbij altijd aanwezig zijn en/of een gespecialiseerde hulpverlenende instantie zoals Veilig Thuis , de Jeugdbescherming en/of een door hen – in overleg met reclassering – aangewezen zorgverlener’.
Hieruit volgt dat de man alleen onder begeleiding contact met [minderjarige 1 (voornaam)] kan en mag hebben. Inmiddels is de GI betrokken vanuit de ondertoezichtstelling.
De rechtbank vindt het daarom verstandig dat de vrouw inmiddels hulp krijgt van een psycholoog. Het is knap van haar dat zij onder de gegeven omstandigheden toch kan instemmen met één begeleid contactmoment per maand. Hieruit leidt de rechtbank af dat de vrouw daar op dit moment genoeg draagkracht voor heeft. De man kan ook instemmen met één begeleid contactmoment per maand. Maar hij wil dat de rechtbank dit vaststelt, omdat hij bang is dat de vrouw anders niet zal meewerken aan de contactmomenten tussen hem en [minderjarige 1 (voornaam)] .
Gelet op wat hiervoor is besproken, zal de rechtbank nu wel vaststellen dat de man en [minderjarige 1 (voornaam)] in ieder geval één contactmoment van één uur per vier weken zullen hebben. Uit praktische overwegingen hanteert de rechtbank een periode van vier weken in plaats van een maand. Dan kan er een vaste dag worden afgesproken waarop de begeleiding plaatsvindt.
De GI heeft op de zitting gezegd dat zij mogelijkheden hebben om het contact in de gevangenis te begeleiden. De verwachting is dat de man vanaf januari 2025 uit de gevangenis komt. De rechtbank gaat ervan uit dat de begeleiding voor de contactmomenten buiten de gevangenis makkelijker te regelen is dan in de gevangenis.
De rechtbank vindt dat de begeleide contactmomenten zo snel mogelijk moeten starten.
De GI heeft de regie om het contact tussen de man en [minderjarige 1 (voornaam)] verder vorm te geven.
De vervolging en veroordeling van de man heeft grote gevolgen gehad voor de vrouw en [minderjarige 1 (voornaam)] . Partijen zijn gescheiden. De vrouw en [minderjarige 1 (voornaam)] raakten hun woning kwijt en moesten meerdere keren verhuizen, waardoor [minderjarige 1 (voornaam)] meerdere keren van school is gewisseld.
Dit heeft de vrouw allemaal alleen moeten opvangen, omdat de man in de gevangenis zit.
De vrouw zelf heeft hier niets aan kunnen doen; het is haar overkomen. De man heeft hiermee niet alleen het vertrouwen van de vrouw geschonden, maar ook is de veiligheid van [minderjarige 1 (voornaam)] in gevaar gekomen. De vrouw heeft hierdoor hulp nodig van een psycholoog. Hoewel de strafbare feiten van de man niet rechtstreeks tegen de vrouw zijn gepleegd, raakt het gedrag van de man haar wel. Het raakt haar identiteit, omdat zij zelf Aziatisch is. Ook raakt het hun dochter, omdat zij half-Aziatisch is. De vrouw vraagt zich af of de man haar heeft uitgezocht om met haar half-Aziatische kinderen te krijgen. Als moeder van [minderjarige 1 (voornaam)] , zal zij [minderjarige 1 (voornaam)] willen beschermen en wellicht nooit meer vertrouwen krijgen in de man als de vader van [minderjarige 1 (voornaam)] . Daar zal zij mee moeten leren leven en daarmee is haar leven voor altijd overhoop gegooid.
De rechtbank vindt dan ook dat de misdragingen van de man ook tegenover de vrouw zodanig grievend zijn, dat in redelijkheid niet van de vrouw kan worden gevraagd om aan de man partneralimentatie te betalen. Daardoor verliest de man zijn aanspraak op partner-alimentatie. De rechtbank komt hierdoor niet meer toe aan de beoordeling van de behoefte van de man en de draagkracht van de vrouw.