ECLI:NL:RBMNE:2024:4287

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juli 2024
Publicatiedatum
17 juli 2024
Zaaknummer
UTR 24/2459
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke klachtprocedure

In deze zaak heeft eiser op 1 mei 2023 een klacht ingediend bij het CAK, omdat hij zich onheus bejegend voelde door verschillende medewerkers en omdat het CAK ten onrechte premie inhoudt op zijn loon. Het CAK heeft op 30 juni 2023 de klachten van eiser ongegrond verklaard, waarna eiser beroep heeft ingesteld tegen deze beslissing. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 15 juli 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij zij zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep. De rechtbank oordeelde dat op grond van artikel 9:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit over de behandeling van een klacht over de gedraging van een bestuursorgaan. Hierdoor was de rechtbank niet bevoegd om van het beroep kennis te nemen. De rechtbank heeft eiser geadviseerd zich tot de ombudsman te wenden voor verdere stappen. Tevens heeft de rechtbank besloten het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- terug te storten, aangezien er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2459

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juli 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

CAK Afdeling Bezwaar & Beroep (het CAK), verweerder

Inleiding

1. Eiser heeft op 1 mei 2023 een klacht ingediend bij het CAK, omdat hij vindt dat hij door verschillende medewerkers onheus is bejegend en omdat het CAK ten onrechte premie inhoudt op zijn loon. Met de brief van 30 juni 2023 heeft het CAK eisers klachten ongegrond verklaard. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de brief van 30 juni 2023.

Beoordeling door de rechtbank

2. Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is van het beroep kennis te nemen, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
3. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de brief van 30 juni 2023. In deze brief heeft het CAK beslist op de klachten van eiser. Op grond van artikel 9:3 van de Awb kan tegen een besluit over de behandeling van een klacht over de gedraging van een bestuursorgaan geen beroep worden ingesteld. De rechtbank is daarom niet bevoegd om van het beroep kennis te nemen en verklaart zich onbevoegd. Voor zover eiser het niet eens is met de afhandeling van zijn klacht door het CAK, kan hij zich tot de ombudsman wenden.
4. Omdat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, zal de rechtbank de griffier opdragen het door eiser betaalde griffierecht terug te storten. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd;
- draagt de griffier op het griffierecht van € 51,- aan eiser terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2024.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.