ECLI:NL:RBMNE:2024:4285

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 juli 2024
Publicatiedatum
17 juli 2024
Zaaknummer
16/269749-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel als gevolg

Op 13 oktober 2023 heeft verdachte samen met medeverdachten geprobeerd het slachtoffer in de kofferbak van een auto te stoppen. Tijdens deze poging is er fors geweld uitgeoefend op het slachtoffer, waarbij gedreigd werd met een vuurwapen. Toen het niet lukte om de kofferbak dicht te duwen, hebben verdachte en zijn medeverdachten het slachtoffer uit de kofferbak gesleurd en zijn zij met hem gaan lopen, met de bedoeling om naar de woning van het slachtoffer te gaan. Het slachtoffer werd voortdurend vastgehouden en meegesleurd. De rechtbank sprak verdachte vrij van voltooide wederrechtelijke vrijheidsberoving, maar veroordeelde hem voor medeplegen van poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving en openlijke geweldpleging. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 36 maanden op, evenals een vrijheidsbeperkende maatregel van vijf jaar. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/269749-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 juli 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002 ] te [geboorteplaats] (
België),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 juni 2024 en 17 juli 2024. Op laatstgenoemde datum is enkel het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.E. Lohuis en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. H.O. den Otter, advocaat te Arnhem, naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van hetgeen mr. R.A. Korver, advocaat te Amsterdam, namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Feit 1, primair:
op 13 oktober 2023 te Almere samen met anderen opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd;
Subsidiair:
op 13 oktober 2023 te Almere samen met anderen opzettelijk heeft geprobeerd [slachtoffer] wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven;
Feit 2:
op 13 oktober 2023 te Almere openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , met zwaar lichamelijk letsel als gevolg.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft verzocht verdachte partieel vrij te spreken van het onder 2 ten laste gelegde strafverzwarende onderdeel toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte dit letsel heeft toegebracht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tenlastegelegde. De raadsman heeft hiertoe ten aanzien van de primaire variant, kort samengevat, aangevoerd dat het opzet bij verdachte ontbreekt en dat geen sprake is van een voltooid delict. Ten aanzien van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde stelt de raadsman dat sprake is van een absoluut ondeugdelijke poging, zodat verdachte eveneens moet worden vrijgesproken.
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde gepleit dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het strafverzwarende onderdeel toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat daarvan sprake is. Voor het overige heeft de raadsman zich ten aanzien van feit 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1, subsidiair en feit 2 [1]
Uit
het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer] [2] van 15 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Het was toen net voor 23.30 uur. Ik zei toen dat ik zou gaan omdat mijn vrouw bijna jarig is. Ik gaf hem een box en nam afscheid. Ik wilde naar de deur lopen en toen hoorde ik ineens voetstappen achter mij. Ik keek om en ik zag ineens een persoon met een bivakmuts achter mij aankomen. Ik dacht eerst dat het een grap misschien was maar al snel dacht ik nee dit is niet een van mijn vrienden. Toen begon ik te rennen. Dus ik ren naar het hofje bij het grasveldje. Ik zag dat die persoon die achter mij aanrende iets uit zijn broeksband pakte en schoot. Ik hoor ook een geluid iets van shht en realiseer mij dat er werd geschoten. Ik zag ook een lichtflits/vonk. Door het geluid denk ik dat er een demper op heeft moeten zitten. Ik zag nog een tweede persoon toen met een bivakmuts. Toen begon ik door te rennen en prullenbakken om te gooien. Ik begon ook te roepen help. Ik rende weg via de straat ik gooide prullenbakken om in de hoop dat ze zouden vallen. Ik rende over de busbaan naar rechts en dacht ik misschien kan ik twee mannen nog hebben maar toen zag ik nog een man met een bivakmuts. Toen dacht ik drie mannen dat ga ik niet redden. Mijn gedachten werden ijskoud, ik begon te denken dit is mijn laatste dag. Toen rende ik door en was ik ter hoogte van het kinderdagverblijf. Toen begon een van die personen ineens met traangas te spuiten en kreeg ik geen adem. Ik rende langs die persoon die probeerde te spuiten en kreeg ook al een paar klappen. Vervolgens zag ik een auto met lichten aan. Hij was net geparkeerd. Ik dacht dit is mijn reddende engel. Ik sprong in de auto op de bijrijdersstoel en zei: “rijden, rijden”. Er zat een witte man in met haar tot net over zijn oor. Hij had een start stop systeem en ik drukte daarop en zei rijden. Ik kan het hem niet kwalijk nemen dat hij niet gelijk vertrok want hij was ook in shock. Toen kwamen die drie bij de auto. Een van hun stond bij de bestuurder en begon toen te roepen van dat hij ging schieten. De andere twee kwamen aan mijn kant. Ik heb toen gelet op het start stopt systeem want ik wilde weg. Maar ik hoorde dat ze met een Belgisch accent praten en later ook Frans tegen elkaar spraken. Daardoor dacht ik dat ze uit België kwamen. Een van hun was ook steeds aan de telefoon met spraakmemo’s. Twee hielden mij vast en de ander was met zijn telefoon bezig. Er waren twee donkere jongens en een lichter gekleurde jongens. Deze huidskleur zag ik rondom hun ogen. Een van de donkere jongens was steeds met zijn telefoon bezig. Ik denk om met iemand te contacten die hen zou komen ophalen. Ze hadden allemaal een donkere huidskleur maar twee hadden een donkerdere huidskleur dan de andere. Ik zat in de auto en die eigenaar van de auto deed zijn handen omhoog nadat er tegen hem werd gezegd dat ze zouden schieten en stapte uit de auto. Hem heb ik daarna niet meer gezien. Ik trok gelijk die deur weer dicht. Ik probeerde beide deuren dicht te houden met al mijn kracht maar dat lukt niet. Toen ging die linker deur open en kreeg ik al klappen op mijn hele bovenlichaam. Ik weet niet waarmee ik geslagen werd. Ik probeerde terug te slaan om me te verdedigen maar toen kon ik de deuren niet meer dicht houden en kwamen ze binnen. Ik werd toen uit de auto gesleurd en werd geslagen. Ik kwam op de grond terecht. Vanaf dat moment werd ik continu geslagen en geschopt. Vanaf dat moment zag ik dat eentje de achterkant van een paraplu had waarmee hij sloeg. Misschien dat hij dat uit de auto van die man heeft gepakt. Ik probeerde onder de auto te kruipen maar dat lukte niet. Ik werd geslagen en geschopt. De kofferbak van de auto was open en ze probeerden mij erin te stoppen. Eindstand ik kwam in die kofferbak terecht en ik probeerde met mijn armen en benen die kofferbak open te houden. Zij probeerden hem met al hun kracht dicht te doen. Die kofferbak ging een beetje dicht maar ik hield het tegen. Ik wilde niet in die kofferbak belanden want dan zou ik niet weten waar hij weer open zou gaan. Ik heb zelfs een trekhaak die je erop draait gepakt om ze daarmee te slaan maar die pakten ze van mij af en gooide ze ergens weg daar. Eindstand hebben ze me uit de kofferbak getild en begonnen ze te lopen met me. Toen begonnen ze over de telefoon met de vierde persoon, of de opdrachtgever dat weet ik niet, te overleggen. Toen zeiden ze tegen mij: “Ik heb mijn plak (geld) al voor je gekregen dus beter maak je geen lawaai ik heb schijt aan je”. Dit was een van die donkere jongens. Ze zijn toen met mij gaan lopen en dat heb ik uitgetekend voor de recherche. Tijdens het lopen vroegen ze waar is je huis? Loop richting je huis. Breng me naar je huis en dan gebeurt er niks.
V: Hoe ging dat lopen?
A: Ik heb tegengestribbeld. Ik werd meegesleurd. Ze zeiden lopen, lopen. Ik zei ik kan niet meer. Ik probeerde zo lang mogelijk op straat te blijven in de hoop dat er iemand zou komen.
V: Dan ben je aan het lopen en dan?
A: Een hield me vast aan de rechterkant en een andere aan de linkerkant. De derde persoon was in contact en die was via snapchat aan het bellen dat zag ik nog wel. Toen hebben ze een hele ronde met mij gelopen. Toen kwam er een politieauto aan. Daar stapte een vrouw uit. Toen gingen die andere personen rennen. Toen hield ik een van die personen vast en ontstond een worsteling.
V: Voor het verhoor riep je iets over een zak die ze over je hoofd wilde trekken wat kun je daarover vertellen?
A: Nadat ik in de kofferbak werd getrokken en ze met mij liepen naar dat kinderdagverblijf probeerden ze een zak over mijn hoofd te trekken. Die heb ik gelijk kapotgetrokken.
V: Wat heb jij aan letsel overgehouden aan het voorval?
A: Ik heb een gebroken oogkas, die moet geopereerd worden. Mijn rechterhand is op twee plaatsen gebroken. Ik heb schaafwonden op mijn linker enkel. Mijn lip is dik. Het lijkt of ik fillers heb nu doordat het zo dik is. Ik heb veel bulten op mijn hoofd ook achter mijn oren.
Uit
de Letselrapportage forensische geneeskunde van 21 november 2023 [3] , opgesteld door M. Wind, forensisch arts, blijkt dat bij [slachtoffer] onder meer de volgende letsels zijn vastgesteld:
1. Verbrijzelingsbreuk oorzijde oogkasdak rechts (laterale orbitadak rechts)met dislocatie van wat groter fragment. Geen afwijkingen gehoorgang of gehoorbeentjes. Hiervoor operatie.
2. Breuk middenhand (straal 2), kop en schacht met dislocatie en hoekstand waarvoor operatie.
3. Tuft breuk middenvinger (breuk in meerdere fragmenten laatste kootje) rechterhand waarvoor conservatief beleid (geen operatie).
Oogkas- en rechterhandoperatie in 1 sessie 23-10-2023.
Uit
de verklaring van getuige [getuige 1] [4] van 15 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik kwam met mijn auto. Die had ik geparkeerd. Thuis. Toen ik daar zat kwam er een man aangerend. Die ging mijn auto in. Die zei dat ik snel moest gaan rijden. Hij zette mij onder druk om te gaan rijden. Hij was vrij bang. Dat zag je aan hem. Ik had even vijf seconden nodig om tot mij door te laten dringen wat ik moest gaan doen. Toen kwam er een groepje mannen aan, waarvan één voorop. Die had een bivakmuts op. Die ging aan mijn zijde van de auto staan. Die zei dat ik, precies weet ik niet meer, het was zoiets als ga de auto uit want er zal geschoten worden. Toen ben ik uit de auto gegaan. Ik ben mijn huis in gerend. Ik dacht zelf toen dat het ongeveer drie daders waren.
O: U zei: Toen kwam er een groepje mannen aan, waarvan één voorop. Die had een bivakmuts op. Die ging aan mijn zijde van de auto staan. Die zei dat ik, precies weet ik niet meer, het was zoiets als ga de auto uit want er zal geschoten worden.A: Dat was meer een verzoek, want er zal worden geschoten. Het was meer van: “Ga uit de auto, want er zal worden geschoten”.
Volgens mij hadden die jongens stokken bij zich.V. Hoezo een stok?A: Omdat het langwerpige dingen waren.
Uit
de verklaring van getuige [getuige 2] [5] van 17 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik zal beginnen met dat ik rond 23:05 uur met de hond ben gaan lopen. Ik liep ter hoogte van dat schooltje. Ik hoorde één jongen om hulp roepen. Ik zag jongens op een kofferbak duwen. Ik dacht niet meteen aan rottigheid maar later hoorde ik die jongen roepen: 'er is toch wel iemand die mij hoort help mij alsjeblieft!’ Toen ben ik weer gaan kijken. Toen zag ik dat twee jongens op de kofferbak aan het drukken waren en echt wel hard. Ik zag nog de voeten van de jongen die in de kofferbak lag uitsteken. Het gebeurde allemaal schuin voor mijn woning. Ik zag op een gegeven moment dat de jongen uit de auto kon komen en dat hij richting de prullenbak kon gaan. Ik zag toen dat zij met z’n vieren waren. Toen dacht ik oh ze lopen weg het is toch een opstootje of onderling, totdat ik zag dat één van de jongens een stuk hout vast hield en de andere jongen daarmee op de grond werd geslagen. Toen zag ik dat die jongen die werd geslagen werd meegesleept richting het schooltje.
V: U vertelt dat het slachtoffer naar de grond werd geslagen met hout en vervolgens werd gesleept. Wat kunt u daarover verder vertellen?A: Hij werd naar de grond geslagen en dat deden die andere drie jongens. Het waren echt grote jongens, maar u moet zich voorstellen ik ben niet zo groot dus een jongen van 1.80 meter is voor mij al groot maar het waren echt lange dunne jongens. Ik zag dat hij over de straat werd gesleept. Volgens mij hebben ze hem bij zijn armen meegesleept maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen. Die ene jongen had een lang stuk hout. Dat was echt een behoorlijk stuk ik denk echt wel een meter. Ik zag dat hij echt met twee handen vast hield en daarmee sloeg. Ik weet niet waar hij hem raakte. Het slachtoffer moet een deel op blote voet gelopen hebben want er stak een blote voet uit de kofferbak. Ze waren in het zwart gekleed. Ze hadden zwarte truien/hoodies aan met capuchon en één van de jongens droeg een pet bij de auto. Volgens mij was deze zwart met wit. De pet werd gedragen door een jongen die de kofferbak aan het dicht duwen was.
V: Heeft u de verdachten ook iets horen roepen?A: Ik hoorde alleen dat ze riepen: Stop hem erin.
Uit
het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] [6] van 14 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Om iets over 23:00 uur stond ik in de keuken van mijn woning. Ik hoorde geluiden van een man. Ik hoorde vlak het geluid “Uhu” direct daarna hoorde ik direct drie keer achter elkaar “Help” roepen. Ik had het gevoel dat de persoon die deze geluiden maakte tijdens het help roepen een stomp in zijn buik kreeg. Ik keek uit het raam en zag dat er op de [straat] een auto stond met de kofferbak open en de gevarenlichten aan. Ik hoorde mijn zoon zeggen dat er iemand werd ontvoerd. Mijn zoon en dochter stonden al iets langer uit het raam te kijken. Ik hoorde mijn dochter zeggen dat ze iemand buiten hoorde zeggen: “Ik ga je dood schieten”. Ik zag dat er aan beide kanten van de auto een persoon stond. Ik zag dat beide personen geheel in het zwart gekleed waren en een capuchon of hoofdbedekking hadden. Hierbij was het gehele gezicht bedekt behalve rond de ogen. Ik zag dat de persoon aan de bestuurderskant een donkere huidskleur had. Ik zag dit doordat er licht was van de auto en straatverlichting. Ik zag dat beide personen in de auto bezig waren. Ik zag dat één van depersonen een voorwerp in zijn handen had. Ik herkende dit voorwerp als een pijp van ongeveer 1 meter lang. Ik heb mijn partner wakker gemaakt over wat er gebeurde. Ik heb ook direct de politie gebeld. Wij verbalisanten hoorden de partner van melder verklaren dat hij zag dat er een man in de kofferbak werd geduwd. Hij zag dat ze probeerden om de kofferbak dicht te duwen. Hij zag dit doordat er een lamp aan de binnenkant van kofferbakklep zat. Hij zag dat er in totaal vier personen waren waarvan er één gepoogd werd in de kofferbak te stoppen. Hij zag dat de persoon uit de kofferbak werd gehaald door de drie personen. Hij zag dat de persoon op de grond werd gezet en meerdere klappen kreeg waarbij ook de pijp werd gebruikt. Hij zag dat de persoon door de drie personen werd meegesleept/getild in de richting van het kinderdagverblijf op de [straat] .
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] [7] van 14 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Op 13 oktober 2023 omstreeks 23:15 uur kregen wij de melding van een vechtpartij en mogelijk ontvoering op de [straat] te [woonplaats] . Aldaar zouden drie personen één persoon een voertuig in proberen te trekken. Ter plaatse zag ik vier (4) manspersonen op straat aan de [straat] , deze is aangrenzend aan de [straat] . Ik kan twee van de vier personen (verdachten) als volgt omschrijven:- donker getinte huidskleur:- 185/190 cm lang;- bivakmuts;- zwarte jack;- zwarte joggingbroek;- zwarte schoenen.
Ik kan de derde persoon (verdachte) als volgt omschrijven:- donker getinte huidskleur;- 170/175 cm lang;- bivakmuts;- zwarte jack;- zwarte joggingbroek;- zwarte schoenen.Alle drie de personen hadden exact hetzelfde kledingsignalement.
De vierde persoon (slachtoffer) kan ik als volgt omschrijven:- donker getinte huidskleur;- kort geschoren haar;- sik baardje;- 185/190 cm lang;- wit (bebloed) T-shirt;- vest;- groene joggingbroek.
Direct nadat ik uit ons dienstvoertuig stapten, de verdachten aanriep en mijzelf kenbaar maakte als zijnde politie, zag ik dat twee van de drie verdachten wegrenden in de richting van [straat] .
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] [8] van 14 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat er collega's reden op de [straat] . Ik zei over de portofoon dat de collega's in de buurt waren van waar het slachtoffer met de verdachten voor het laatst gezien waren. Ik hoorde hierna mijn collega [verbalisant 3] schreeuwen: 'Collega, ze gaan rennen. Politie, staan blijven of je wordt getasert. Ik draaide mij om in de richting van de [straat] . Ik zag diverse
mensen weg rennen in de richting van [straat] . Ik rende naar de [straat] ter hoogte van huisnummer [huisnummer] . Ik zag daar een man rennen welke in het zwart was gekleed. Ik zag dat de man donker getint was en een capuchon op had. Ik pakte mijn stroomstootwapen en richtte deze op deze man. Ik zei ‘politie, blijf staan of ik gebruik stroom'. Ik zag dat de verdachte weg wilde rennen maar struikelde over zijn eigen voeten. Ik fixeerde de man direct op de grond en zei dat hij was aangehouden op verdenking van ontvoering. Ik kan de verdachte als volgt omschrijven:
- Donker getint;
- 20 a 25 jaar oud;
- Zwarte jas met capuchon;
- Zwarte schoenen;
- Zwarte broek met witte strepen over de lengte.
De verdachte is [medeverdachte 1] , geboren op 18 april 2001.
Ik zag hierna een man aan komen rennen uit de richting van de [adres] , welke later het slachtoffer bleek te zijn. Deze man had een zichtbare hoofdwond. Deze persoon bleek te zijn: [slachtoffer] , geboren op [1998] te [geboorteplaats] .
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] [9] van 14 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik hoorde collega's zeggen dat er twee verdachten weggerend waren in de richting van de [straat] . Toen wij terug liepen richting de parkeerplaats aan de [straat] zagen wij één
persoon staan tussen de geparkeerde voertuigen. Wij kunnen de persoon als volgt omschrijven:
-jongen;
-licht getint;
-tussen de 20 en 25 jaar oud;
-tussen de 1.70 meter en 1.80 meter lang;
-zwart haar;
-zwarte broek;
-zwarte jas;
-zwart sikje;
-witte sokken;
De jongen voldeed aan het signalement van de gevluchte verdachten. Ik hoorde dat de jongen met een Vlaams accent sprak. De verdachte bleek te zijn [verdachte] , geboren op [2002 ] te [geboorteplaats] . Wij zagen dat de hondengeleider het parkeerterrein van de [straat] over ging met zijn diensthond. Na enkele minuten hoorde ik de hondengeleider zeggen dat zijn hond was aangeslagen bij een voertuig. Ik hoorde de hondengeleider zeggen dat er een zwart voorwerp onder het voertuig lag. Ik heb handschoenen aangetrokken en het zwarte voorwerp gepakt. Ik zag dat dit een bivakmuts en twee handschoenen betroffen.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] [10] van 14 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Aansluitend hoorde ik dat politiecollega's uit de politiehelikopter aangaven dat zij zicht hadden op een persoon die zich verdacht ophield onder het balkon van een flatwoning aan de [straat] . Deze persoon was aan het bellen. Hierop ben ik samen met collega [verbalisant 7] naar de voornoemde locatie toegereden. Ik trof samen met [verbalisant 7] op aanwijzen van depolitiehelikopter de man aan. Ik zag dat de man een negroïde huidskleur had en gekleed was in slechts een T-shirt en een korte sportbroek en sportschoenen. Gezien de weersomstandigheden bestaande uit zware regenval vond ik dit opmerkelijk. Ik zag dat de man aan het bellen was met een mobiele smartphone. Ik sprak de man aan en vroeg wat hij aan het doen was hier in de regen. Ik hoorde de man met een Vlaams accent zeggen dat hij bij zijn vriendin was, aan het hardlopen was en nu hier stilstond. Desgevraagd kon de man geen gegevens geven van zijn vriendin. Gezien het feit dat de man voldeed aan het opgegeven signalement en sprak met een Vlaams accent werd de man aangemerkt als verdachte. Deze bleek later te zijn [medeverdachte 2] , geboren op [1998] te Congo.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] [11] van 14 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Aanrijdend hoorde ik dat de collega's van de politiehelikopter op de [straat] te [woonplaats] een verdachte man hadden waargenomen. Kort hierna hoorde ik dat deze persoon door collega's was aangehouden als verdachte van de gepoogde gijzeling. Ik hoorde dat de man op het moment van de aanhouding een ander kleding signalement had als het moment waarop de collega's hem eerder hadden zien vluchten. Hierop ben ik rond de plaats van de aanhouding met mijn gecertificeerde diensthond […] gaan zoeken naar kleding waar de aangehouden verdachte zich van had ontdaan en het mogelijke wapen.
Op zaterdag 23 oktober, omstreeks 00:45 uur, zag ik dat één van de omstanders bijhet zoeken van mij bleef kijken op zijn balkon. Ik zag dat hij met een zaklamp vanaf het balkon scheen op een stuk bosjes dat ik nog niet had afgezocht met de hond. Vervolgens hoorde ik dat de man mij aanriep en zei:" Volgens mij ligt daar wat." Op het moment dat ik zonder hond op de aangewezen plaats keek zag ik in de bosjes een zwarte hoodie en een zwarte trainingsbroek liggen.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] [12] van 17 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 14 oktober 2023 was ik verbalisant bezig met een buurtonderzoek op de [straat] . Ik zag op het adres [adres] te [woonplaats] meerdere camera's hangen rondom de woning.
Ik zag dat om 23:12 uur, een persoon in beeld verschijnen. Ik zag dat hij rende. Ik zag dat deze jongen een grijze trainingsbroek droeg. Ik zag vervolgens drie personen erachteraan rennen.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 10] [13] van 18 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik zie dat de beveiligingscamera van [naam] zicht heeft op de parkeerplaats van [naam] , gevestigd aan de zijde van [straat] .
Om 23:13:51 komen er twee personen van rechts uit beeld door het beeld heen rennen en
verdwijnen links weer achter het gebouw. Op enkele seconde volgt een derde persoon, daarachter volgt wederom op enkele seconde een vierde persoon.
Om 23:18:36 komen er drie personen links achter het gebouw vandaan. Kort hierna komt er een vierde persoon achter het gebouw vandaan. Het lijkt erop dat één van de personen in tegenstelde richting beweegt, maar dat hij door de overige personen word “meegesleurd”. Vervolgens lijkt er geduwd en getrokken te worden.
Om 23:19:52 uur lijken twee personen iets in de hand te hebben. Het linker voorwerp lijkt op een paraplu.
Om 23:20:09 zie je vier personen in de richting van [straat] lopen, waarbij er één persoon duidelijk vooruit wordt geduwd.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] [14] van 26 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
lk zag op de online routeplanner van NS dat er op vrijdag 13 oktober 2023 vanuit Rotterdam omstreeks 19:27 uur op spoor 4 een trein aankwam op Almere Centrum. lk zag op de beelden van de trapafgang spoor 3-4 te Almere Centrum dat er omstreeks 19:27 uur drie personen bij elkaar liepen welke sterke overeenkomsten hadden met onze aangehouden verdachten.
Persoon 1De eerste persoon welke van de trap af liep heeft sterke gelijkenissen met de verdachte [verdachte]. lk zag namelijk dat de persoon op de beelden ook een zichtbare snor en sikje had. Ik zag dat de persoon een pet droeg welke sterke gelijkenis vertoonde met de aangetroffen zwarte Nike pet bij de Skoda op de [straat] te [woonplaats] . Deze werd vermoedelijk door één van de verdachte achtergelaten.
Persoon 2Op de beelden is te zien dat bij de tweede persoon zijn haar onder zijn pet vandaan komt. Het lijkt op half lang rasta of gevlochten haar. Deze haardracht is tevens zichtbaar bij de verdachte [medeverdachte 2] . Op de beelden zijn ook de sportschoenen duidelijk zichtbaar welke sterke gelijkenis hebben met de sportschoenen welke [medeverdachte 2] droeg ten tijde zijn aanhouding.
Persoon 3Op de beelden is te zien dat persoon drie lang rasta haar samengebonden naar achteren draagt. De persoon heeft een zwarte trainingsbroek aan met witte strepen (vermoedelijk Adidas) aan de zijkant over de lengte van zijn benen. Op de bewegende beelden is beter zichtbaar dat de persoon gezichtsbeharing heeft op zijn kin. Door de politiemedewerkers welke de verdachte [medeverdachte 1] op heterdaad aanhielden wordt ook over zo'n broek gesproken.
Looproutelk zag dat vanaf spoor 3-4 de drie personen de stationshal in liepen. Alle drie liepen constant bij elkaar.
NN4Omstreeks 19:33 uur was er een persoon te zien welke de stationshal in liep vanaf de zijdeMandelaplein te Almere. De persoon liep zichtbaar zoekend om zich heen te kijken. Ik zag dat omstreeks 19:34 uur de drie personen samen met bovengenoemde man, hierna te noemen NN4, het station verlieten en linksaf sloegen op het Mandelaplein in de richting van het Busplein te Almere.
Camerabeelden cameratoezicht AlmereDoor mij verbalisant zijn bij cameratoezicht Almere de beelden veiliggesteld van het gebied om het station Almere Centrum. Op een camera gevestigd op het P.J. Oudplein met zicht in de richting van de P.J. Oudweg zag ik omstreeks 19:38 uur het viertal lopen in de richting van een geparkeerd voertuig. Dit voertuig stond geparkeerd op de hoek van de P.J. Oudweg. Het viertal stapte vervolgens in dit voertuig.
Uit
het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] [15] bij de politie van 12 juni 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik ben die avond gevraagd om drie jongens op te halen bij het station in Almere. Ik zei dat is goed. Ik wist het is geen zuivere koffie.
V: Uit het onderzoek in je telefoon bleek dat je Snapchat naam [Snapchat displaynaam medeverdachte 3] is. Wat kun je hierover verklaren?A: Klopt.
0: De politie heeft aan de onderkant van de auto van [slachtoffer] een GPS-tracker gevonden met daarin een Simkaart.
V: Wat kun jij hierover verklaren?
A: Ik had een GPS-tracker besteld.
V: En de SIM?
A: Die hoort erbij.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] [16] van 15 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Van het slachtoffer is het voertuig waarmee hij naar bij de [straat] te [woonplaats] parkeerde in beslag genomen voor onderzoek. Het betrof een zwarte Volkswagen Up voorzien van het kenteken [kenteken] . Toen wij het voertuig aan de buitenkant schouwden, zagen wij dat op de achteras ter hoogte van de uitlaat een zwart object zichtbaar was. Dit object herkende wij als een GPS tracker. Wij zagen dat de GPS tracker voorzien was van een Simkaart.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 12] [17] van 17 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Op maandag 16 oktober 2023, nam ik telefonisch contact op met getuige [getuige 1] . Hij verklaarde dat hij goederen in zijn auto had aangetroffen die niet van hem waren. Dit betrof een busje met vermoedelijk anti geweldspray.
Blijkens een
kennisgeving van inbeslagname [18] is onder medeverdachte [medeverdachte 2] in beslag genomen:
Goednummer: PL0900-2023315153-3235986
Object: Communicatieap (Smartphone)
Merk/type: Apple Iphone
Kleur: grijs
Uit
een proces-verbaal van bevindingen [19] van verbalisant [verbalisant 13] van 20 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Het hierna beschreven goed werd mij als sporendrager ter beschikking gesteld met het verzoek de daarin en/of in de onderdelen daarbinnen aanwezige gegevens over te nemen en beschikbaar te maken voor vervolgonderzoek.
Goednummer/Omschrijving: 3235986 AAPF169ONL - Apple iPhone 13 Pro Max (A2643)
Categorie: telefoon
SIN-Nummer: AAPF16_90NL
Merk: Apple
Kleur: grijs
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 14] [20] van 23 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Door politiemedewerkers werd bij de aanhouding op heterdaad van verdachte [medeverdachte 2] geboren op [1998] te [geboorteplaats] (DR Congo), een telefoon aangetroffen. De telefoon betreft een Apple, IPhone 13, Pro Max. Alle tijden welke worden weergegeven zijn in de UTC+0 tijd, de Nederlandse tijd is UTC 2+. Er moet dus bij alle tijden 2 uur worden opgeteld.
Tijdens de eerste scan van de telefoon, trof ik een groep chat aan in de applicatie ‘Snapchat’. De groep chat is op 13 oktober 2023 om 19.57.21 uur aangemaakt. In de groep chat zaten vier contacten genaamd:
Gebruikersnaam Snapchatnaam
[Snapchat gebruikersnaam 1 medeverdachte 2] (owner) [Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2]
[Snapchat gebruikersnaam medeverdachte 3] [Snapchat displaynaam medeverdachte 3]
[Snapchat gebruikersnaam contactpersoon 1] [Snapchat naam contactpersoon 1]
[Snapchat gebruikersnaam contactpersoon 2] [Snapchat naam contactpersoon 2]
Ik zag dat [Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] de snapchatnaam is van de gebruiker van de Apple, Iphone 13, Pro Max. Ik zag in de chat de volgende berichtgeving weergegeven werd.
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:22:04 (UTC+0) We hebben hem
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:22:06 (UTC+0) Yo yo
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:22:08 (UTC+0) F Kka
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:22:11 (UTC+0) Snel snel
[Snapchat naam contactpersoon 1] 13-10-2023 21:22:12 (UTC+0) Yo
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:23:01 (UTC+0) foto
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:23:39 (UTC+0) Popo gaat komen man.
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:28:14 (UTC+0) Waaar
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:28:18 (UTC+0) Zijn jullie ?
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-1o-2023 21:29:28 (UTC+0) Doe locatie aaan !!!!!
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:33:42 (UTC+0) Verstop je stuur locatie naar me
[Snapchat naam contactpersoon 1] 13-10-2023 21:33:52 (UTC+0) Ben niet met hun ik heb ze gestuurd
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] 13-10-2023 21:45:52 (UTC+0) Location:
https:// […]
Ik zie dat de video op 13 oktober 2023 om 23.22.51 uur gecreëerd en verstuurd is door “ [Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] ” in de groep chat. De video heeft een duur van 2 seconden. Op de video zie ik kort samengevat het volgende. lk zie dat drie personen naast elkaar lopen, de personen zijn tegen de rug aan gefilmd. lk zie dat dat de linker en rechter persoon de middelste persoon vast hebben bij zijn armen. lk zie dat alle drie de personen in versnelde pas lopen.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 14] [21] van 23 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Omschrijving gegevensdrager
Soort: Smartphone
Merk: Apple
Type: iPhone 13 pro max
SIN: AAPF1609NL
lk zag de volgende gebruikersinformatie in de telefoon:
o lnstagram: [Instagram account medeverdachte 2] ( [e-mail adres] @gmail.com)
o Snapchat: [Snapchat gebruikersnaam 1 medeverdachte 2] ( [Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2] )
Locatievoorziening
Op vrijdag 13 oktober 2023 om 23.45.34 uur werden de volgende coördinaten gedeeld ( […] ). Dit is tevens de locatie waar [medeverdachte 2] op zaterdag 14 oktober 2023 om 00.05 uur werd aangehouden.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 14] [22] van 23 oktober 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Uit onderzoek, op dinsdag 31 oktober 2023, bleek dat [medeverdachte 3] op dinsdag 24 oktober 2023 is
aangehouden door de districtsrecherche van Rotterdam Stad voor onderzoek Bell. Hierbij is de telefoon van [medeverdachte 3] in beslag genomen en onderzocht. Met toestemming van de zaaksofficier van parket Rotterdam van onderzoek Bell, werd de inhoud van de telefoon beschikbaar gesteld voor onderzoek Antiparos.
Omschrijving gegevensdrager
Soort: Smartphone
Merk: Apple
Type: Iphone 13 Pro
Op vrijdag 13 oktober 2023 was de zogeheten zomertijd' van kracht, dus bij alle tijden in dit proces-verbaal moet twee (2) uur worden opgeteld.
Ik zag de volgende gebruikersinformatie in de telefoon:WhatsApp-accountnaam: [Whatapp-accountnaam medeverdachte 3]Apple ID: [Apple ID gebruikersnaam 3] @live.nlSnapchat gebruikersnaam: [Snapchat gebruikersnaam medeverdachte 3]Snapchat display naam: [Snapchat displaynaam medeverdachte 3]
De gebruiker van de telefoon heeft op vrijdag 13 oktober 2023 contact met contactpersoon met gebruikersnaam [Snapchat naam contactpersoon 1] . Het snapchatgesprek is opgestart op vrijdag 13 oktober 2023 om 23.36.29 uur en heeft de volgende inhoud.
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:38:02 Reactie ??
[Snapchat naam contactpersoon 1] 13-10-2023 21:38:27 Nog geen reactie
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:38:40 Pffffff kkkkrrrr
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:40:20 Ik haal ze daar weg
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] -10-2023 21:45:55 2 zijn gepakt?
[Snapchat naam contactpersoon 1] 13-10-2023 21:46:01 Ja
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:46:22 Niet die ene met die glock toch ?
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:47:05 Die ene met die glock is hij safe
[Snapchat naam contactpersoon 1] 13-10-2023 21:47:26 Als je die gaf aan die lange Blacka dan is die safe ja
[Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 13-10-2023 21:47:37 Jaa bij hem is het
ln de chat stuurt [Snapchat displaynaam medeverdachte 3] 'Ik haal ze weg daar'. Het is bekend dat [medeverdachte 3] de bestuurder was van zijn Ford Focus op vrijdag 13 oktober 2023. Tevens wordt er in de avond/nacht aan de [straat] in [woonplaats] een licht groene Ford Focus gezien door een getuige.
In de chat wordt gezegd dat er twee gepakt zijn. Tijdens de aanhoudingen van de drie verdachten is verdachte [medeverdachte 2] een half uur later aangehouden dan twee overige verdachten. De verdachte [medeverdachte 2] , welke als laatste is aangehouden, is als enige verdachte in bezit van een mobiele telefoon. In deze chat wordt gesproken over een Glock. Het is algemeen bekend dat met een Glock een type vuurwapen wordt bedoeld.
Applicaties
Op de telefoon is de applicatie Winnes geïnstalleerd. Volgens [website] .nl is Winnes GPS de applicatie waarop hun producten kunnen worden gekoppeld en worden uitgekeken/gevolgd.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] [23] van 20 juni 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik verbalisant heb de telefoon nogmaals onderzocht om nader onderzoek te verrichten naar de verklaring van [medeverdachte 3] . In de telefoon zag ik dat er een applicatie stond geïnstalleerd genaamd: WINNES GPS. De applicatie kan worden gebruikt om de locatie van GPS-trackers te volgen. Ik zag in de appstore van Apple wanneer je Tracemaster invoert de applicatie WINNES GPS als eerst wordt aangeboden. Ik zag dat de applicatie op 29-12-2022 was aangeschaft. De applicatie liet in de telefoon pas op dinsdag, 3 oktober 2023, om 08:00 uur, zijn eerste registratie zien. Vanaf deze datum werd elke dag de applicatie enkele keren (gemiddeld tussen de 5-10 keer) geraadpleegd. Op vrijdag, 13 oktober 2023, werd de applicatie opvallend vaker bekeken. Van 13:08 uur tot 19:31 uur werd de applicatie 24 keer geraadpleegd. Dit is tot het tijdstip waarop [medeverdachte 3] op beelden zichtbaar is op het station te Almere. Nadat de drie Belgische verdachten werden opgehaald werd de applicatie op de telefoon nog 81 keer geraadpleegd.
Afbeeldingen in telefoon
In het toestel werden diverse screenshots aangetroffen van de vermoedelijke applicatie Winnes. Hierop was het gps-baken te zien en de huidige status daarvan. Op onderstaande afbeelding is te zien dat het baken op zaterdag, 7 oktober 2023, uitstraalt op het adres [straat] . Dit betreft dezelfde locatie waarop een kleine week later het slachtoffer gepoogd wordt te ontvoeren.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] [24] van 28 november 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Op zondag, 15 oktober 2023, werd er een baken (GPS-tracker) aangetroffen onder het voertuig, een zwarte Volkswagen UP voorzien van het kenteken [kenteken] , welke in bezit is van de aangever [slachtoffer] . Het baken werd veiliggesteld door de Forensische Opsporing. Aan het baken, de simkaart en de simkaart ingang werd nader onderzoek ingesteld op de eventuele aanwezigheid van DNA sporen dan wel dactyloscopische sporen.
Op maandag, 27 november 2023, kwamen de resultaten van dit onderzoek terug. Hieruit bleek dat er op de simkaart (SIN AAPE9199NL) en simkaart ingang (AAPE9198NL) DNA sporen werden aangetroffen van de persoon:- [medeverdachte 3] , geboren op [2000] te [geboorteplaats]
Verdachte heeft
ter terechtzitting van 26 juni 2024verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik was betrokken bij de gebeurtenissen op 13 oktober 2023 in Almere. Ik heb iemand geslagen met mijn handen. Ik heb een bivakmuts op gehad die avond om niet herkend te worden. We hebben hem in de kofferbak gezet. We vroegen hem ook waar zijn huis was. Ik was ook betrokken bij het lopen van een rondje met aangever.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Vaststelling van de feiten
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank het volgende vast. Er is een vooropgezet plan gesmeed om aangever te ontvoeren. Hiertoe is door medeverdachte [medeverdachte 3] een GPS-tracker aangeschaft en geactiveerd, welke onder de auto van aangever is geplaatst. Gedurende een langere periode is aangever hiermee in de gaten gehouden, en is zicht verkregen op de locaties van zijn verblijfplaatsen. Op 13 oktober 2023 reist verdachte samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met de trein naar Almere. Daar zijn zij met een auto opgehaald door medeverdachte [medeverdachte 3] en vertrekken zij met zijn vieren naar de locatie waar de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.
Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn, gekleed in donkere kleding en met gezichtsbedekking, op aangever afgelopen die op dat moment onderweg naar huis was. Aangever probeert aan verdachte en zijn medeverdachten te ontkomen door weg te rennen en op enig moment in de auto van getuige [getuige 1] , die daar geparkeerd stond, te stappen. Verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] sommeren getuige [getuige 1] onder dreiging met een vuurwapen de auto te verlaten, en sleuren aangever vervolgens naar buiten. Aangever wordt met veel geweld naar de grond gewerkt. Hierna tillen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangever in de kofferbak van de auto en proberen zij de klep van de kofferbak dicht te doen door herhaaldelijk hard op de kofferbak te duwen. Door hevig verzet van aangever lukt dit niet, waarna zij aangever uit de auto tillen en hem schoppen en slaan, onder andere met een langwerpig voorwerp. Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vragen aangever waar zijn huis is, en lopen vervolgens enkele straten met hem rond. Ondertussen wordt aangever aan zijn armen vastgehouden, en vooruitgeduwd. De gebruiker van snapchataccount “
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2]” deelt rond deze tijd een foto in een snapchatgroep en de tekst “we hebben hem”. Er wordt ook een kort filmpje gedeeld in diezelfde snapchatgroep, waarop te zien is dat een persoon wordt vastgehouden door twee personen. Aan die snapchatgroep neemt onder andere medeverdachte [medeverdachte 3] deel. De rechtbank stelt op basis van voornoemde bewijsmiddelen vast dat medeverdachte [medeverdachte 2] de gebruiker is van het snapchataccount “
[Snapchatgebruikersnaam 2 medeverdachte 2]” en dat hij degene is die het tekstbericht, de foto en het filmpje heeft gestuurd. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] houden aangever op dat moment bij beide zijn armen vast.
Verschillende getuigen hebben ondertussen de hulpdiensten ingeschakeld, en de politie komt ter plaatse. Die ziet vier personen, waaronder aangever. Aangever weet één van zijn belagers vast te houden, zodat de politie die persoon kan aanhouden. Dit betreft medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] weten op dat moment nog te ontkomen, maar worden niet veel later ook in de buurt aangehouden. Rondom de plaats van hun aanhouding worden onder andere een zwarte joggingbroek, een zwarte hoodie, een bivakmuts en handschoenen aangetroffen.
Feit 1
De vraag die de rechtbank zal moeten beantwoorden is of sprake is geweest van een wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangever of een poging daartoe, en zo ja, of het handelen van de verdachte kan worden gekwalificeerd als medeplegen.
Een voltooide wederrechtelijke vrijheidsberoving of een poging daartoe?
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een voltooide wederrechtelijke vrijheidsberoving, en overweegt hiertoe als volgt.
De rechtbank stelt vast dat de gebeurtenissen vanaf het moment dat verdachte en zijn medeverdachten achter aangever aanrennen tot het moment dat de politie ter plaatse komt en aangever aan verdachte en zijn medeverdachten kan ontkomen hooguit dertien minuten hebben geduurd. In die tijd hebben zich twee losse incidenten voorgedaan, namelijk de gebeurtenis waarbij wordt geprobeerd aangever in de kofferbak te stoppen, en het moment dat er een rondje met aangever wordt gelopen terwijl hij wordt vastgehouden. In die tijd zijn grofweg twee fasen te onderscheiden: het moment waarop wordt geprobeerd aangever in de kofferbak te stoppen, en het rondlopen met aangever terwijl hij wordt vastgehouden. Nu het de verdachten niet is gelukt om aangever in de kofferbak op te sluiten, en ook niet om aangever op de gewenste plek van bestemming (kennelijk de woning van aangever) te krijgen, is de rechtbank van oordeel dat de wederrechtelijke vrijheidsberoving niet is voltooid, maar dat het is gebleven bij een poging daartoe. Bij dit oordeel heeft de rechtbank ook in aanmerking genomen dat aangever zich hevig is blijven verzetten. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder feit 1 primair ten laste gelegde.
De rechtbank is van oordeel dat wel wettig en overtuigend kan worden bewezen dat sprake is van een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangever. Uit de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, en hetgeen hiervoor is beschreven, volgt dat de handelingen van de verdachte en zijn medeverdachten naar hun uiterlijke verschijningsvorm erop waren gericht aangever wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven en beroofd te houden.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte vol opzet heeft gehad op de poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving. Iemand in een kofferbak proberen op te sluiten is bij uitstek een gedraging die er naar de uiterlijke verschijningsvorm op gericht is iemand wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven. Dat geldt eveneens voor met twee personen iemand vasthouden en over straat voortduwen. Ook de overige gedragingen van de verdachten - plaatsen van een GPS-tracker, dreigen met schieten en de forse uitingen van geweld - waren in deze context gericht op vrijheidsbeneming. Vol opzet volgt voorts uit het chatbericht “we hebben hem” dat medeverdachte [medeverdachte 2] via Snapchat heeft verstuurd, en uit het feit dat tegen aangever is gezegd dat er al betaald was voor de klus. Uit deze feiten en omstandigheden blijkt dat het de bedoeling van verdachte en zijn medeverdachten is geweest om aangever wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven, zodat (ook) verdachte vol opzet heeft gehad op de poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Het verweer van de raadsman, inhoudende dat er sprake zou zijn van een absoluut ondeugdelijke poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving, wordt door de rechtbank verworpen. Verdachte en zijn medeverdachten hebben aangever in de kofferbak getild en herhaaldelijk geprobeerd de klep van de kofferbak te sluiten door daar hard op te duwen. Iemand opsluiten in een kofferbak komt neer op wederrechtelijke vrijheidsberoving, ongeacht of er wordt weggereden. Het feit dat verdachte en zijn medeverdachten niet over de autosleutels van de auto beschikten doet daar dus niets aan af. De rechtbank is derhalve van oordeel dat geen sprake is van een absoluut ondeugdelijke poging, maar van een strafbare poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving. Zij acht het onder 1 subsidiair tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Medeplegen?
Uit voornoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Verdachte is samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Almere gereisd. Daar zijn zij opgehaald door medeverdachte [medeverdachte 3] . Vervolgens rijden zij gezamenlijk naar de locatie van de gebeurtenissen. Uit de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat verdachte en zijn medeverdachten voortdurend gezamenlijk hebben opgetreden. Zo hebben verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] alle drie geprobeerd de kofferbak met daarin aangever dicht te drukken en hebben allen geweld op aangever uitgeoefend. Daarnaast was er sprake van een rolverdeling tijdens het rondlopen: medeverdachte [medeverdachte 2] duwde aangever vooruit en bracht medeverdachte [medeverdachte 3] en een andere onbekend gebleven persoon op de hoogte van het feit dat zij aangever te pakken hadden gekregen, terwijl medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte aangever aan zijn armen vasthielden.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde.
Feit 2
Uit de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is beschreven volgt dat verdachte samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] buiten op straat, dus in de openbare ruimte, fors geweld heeft uitgeoefend op aangever. De rechtbank acht daarom ook feit 2 wettig en overtuigend bewezen. Aangever heeft als gevolg van het openlijk geweld onder meer een gebroken oogkas en twee breuken in zijn rechterhand opgelopen. De rechtbank stelt vast dat alle verdachten een substantiële bijdrage hebben geleverd aan het door hen op aangever uitgeoefende geweld. Op grond van de bewijsmiddelen kan echter niet worden vastgesteld dat specifiek verdachte verantwoordelijk is voor het ontstaan van het zwaar lichamelijk letsel. Om die reden zal de rechtbank verdachte partieel vrijspreken van de strafverzwarende omstandigheden dat hij het zwaar lichamelijk letsel aan aangever heeft toegebracht.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1, subsidiair:
op 13 oktober 2023 te Almere, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en beroofd gehouden,
- op een eerder moment een GPS tracker onder de auto van die [slachtoffer] heeft geplakt en
- terwijl verdachte en zijn mededaders (bivakmutsen hebben gedragen naar die [slachtoffer] is gerend en
- vervolgens pepperspray in de richting van die [slachtoffer] heeft gespoten en
- vervolgens die [slachtoffer] meerdere malen heeft gestompt/geslagen en geschopt/getrapt en
- vervolgens die [slachtoffer] heeft gedreigd dat hij ging schieten en
- vervolgens die [slachtoffer] heeft vastgepakt en gehouden en
- vervolgens die [slachtoffer] uit de auto heeft gesleurd en
- vervolgens die [slachtoffer] meerdere malen met een langwerpig voorwerp heeft geslagen en
- vervolgens die [slachtoffer] in een kofferbak heeft gestopt en heeft getracht die kofferbak dicht te doen en
- vervolgens heeft getracht een zak over het hoofd van die [slachtoffer] te trekken en
- vervolgens die [slachtoffer] heeft getild en meegesleurd en onder dwang heeft laten meelopen,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2:
hij op 13 oktober 2023 te Almere, openlijk, te weten aan de [straat] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer] , dat in vereniging gepleegde geweld bestaande uit
- die [slachtoffer] meerdere malen te stompen en te slaan en te schoppen en te trappen en
- vervolgens die [slachtoffer] in een kofferbak te stoppen en te trachten die kofferbak dicht te doen en
- die [slachtoffer] meerdere malen met een langwerpig voorwerp te slaan.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1, subsidiair:
medeplegen van poging tot het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven;
Feit 2:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen een persoon.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd een maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op te leggen voor de duur van vijf jaren, inhoudende een contactverbod met aangever, waarbij voor elke overtreding een week hechtenis kan worden opgelegd. De officier van justitie heeft gevorderd de maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht, bij een bewezenverklaring, aan verdachte een straf op te leggen die niet langer duurt dan de tijd dat verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Voorts heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, in het bijzonder de gezondheidssituatie van zijn moeder en zus. Bovendien kan verdachte zodra hij vrijkomt aan de slag bij [naam] , waar hij eerder werkzaam is geweest. Tot slot heeft de raadsman verzocht rekening te houden met het feit dat verdachte in de gevangenis wordt bedreigd door bekenden van het slachtoffer, en dat hij aan die personen al een groot geldbedrag heeft moeten afdragen als gevolg van zijn betrokkenheid bij de gebeurtenissen.
De raadsman heeft verzocht aan verdachte geen vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, omdat de noodzaak daarvan ontbreekt.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft in de avond van 13 oktober 2023 geprobeerd om [slachtoffer] samen met anderen in de kofferbak van een auto te stoppen. Het slachtoffer werd meerdere malen geschopt en geslagen, ook met een langwerpig voorwerp. Verder dreigden verdachte en zijn medeverdachten dat zij met een vuurwapen zouden schieten. Toen het niet lukte om de klep van de kofferbak dicht te duwen, hebben verdachte en zijn medeverdachten het slachtoffer uit de kofferbak gesleurd en zijn zij met hem gaan lopen, met de bedoeling om naar de woning van het slachtoffer te gaan waar op dat moment onder meer de zwangere vriendin van het slachtoffer aanwezig was. Tijdens dat rondlopen werd het slachtoffer voortdurend vastgehouden en meegesleurd. Pas toen de politie ter plaatse kwam wist het slachtoffer te ontkomen, omdat verdachte en zijn medeverdachten het op een lopen zetten. Als gevolg van het incident heeft hij aanzienlijk letsel opgelopen: een gebroken oogkas en meerdere breuken aan zijn rechterhand. In het ziekenhuis is hij aan zijn verwondingen geopereerd. Uit de letselverklaring en de onderbouwing bij het verzoek tot schadevergoeding blijkt dat het slachtoffer nog steeds veel pijn en hinder ondervindt van zijn verwondingen, en dat het de vraag is in hoeverre dit over zal gaan.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben door op deze manier te handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. Een dergelijke geweldsexplosie getuigt van een grote brutaliteit en minachting voor het welzijn van anderen. De gebeurtenis is voor het slachtoffer buitengewoon angstig en traumatisch geweest, zo volgt ook uit zijn aangifte en de onderbouwing van het verzoek tot schadevergoeding. Het slachtoffer heeft gevreesd voor zijn leven. De gebeurtenis heeft tot op de dag van vandaag een grote impact op hem en zijn familie. En dat kennelijk enkel omdat verdachte en zijn medeverdachten op een snelle manier aan geld wilden komen. Daarnaast heeft het incident plaatsgevonden middenin een woonwijk en zijn ook jonge kinderen getuige geweest. Verdachte heeft door zijn aandeel bijgedragen aan angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid bij buurtbewoners. Dat blijkt eens te meer uit de verschillende verklaringen van buurtbewoners die zeer geschrokken en aangedaan waren door hetgeen er was gebeurd.
Hoewel verdachte niet het brein is achter de geplande actie, maakt dit zijn rol niet minder kwalijk. Verdachte heeft, op de hoogte van het plan, een afweging gemaakt en ingestemd om het slachtoffer te ontvoeren. Daarbij heeft hij een wezenlijk aandeel gehad in de geweldsexplosie. Het feit dat verdachte zijn rol blijft bagatelliseren is kwalijk. Daarmee neemt hij slechts zeer beperkt verantwoordelijkheid voor zijn handelen. Hij laat het slachtoffer bovendien, door niets over opdrachtgevers en de achtergrond te willen verklaren, met vragen en onzekerheden achter.
De persoon van verdachte
De rechtbank kijkt ook naar de persoon van de verdachte. Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 19 maart 2024;
- een uittreksel justitiële documentatie uit België betreffende verdachte van 14 oktober 2023;
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 18 juni 2024, opgemaakt door C.P.M. Cruijen, reclasseringswerker.
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 19 maart 2024 betreffende verdachte in Nederland. Hieruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Uit een uittreksel uit het Belgisch Justitieel Documentatieregister van 14 oktober 2023 betreffende verdachte blijkt dat hij in België meermalen is veroordeeld voor geweldsdelicten.
Reclasseringsadvies
Uit voormeld reclasseringsadvies volgt dat het recidiverisico verhoogd is. Verdachte is volgens de reclassering een kwetsbare jongeman die in pedagogisch opzicht tekort is gekomen. Er is sprake van onderliggende problematiek in de zin van een belast verleden, een problematische gezinssituatie, financiële problematiek, een negatief sociaal netwerk en emotionele problematiek. Gelet daarop en het feit dat sprake is van een hoog recidiverisico acht de reclassering toezicht en begeleiding noodzakelijk.
De reclassering adviseert op basis van de verkregen informatie dat bij een veroordeling aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden wordt opgelegd.
De op te leggen straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gelet op straffen die voor soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat gelet op wat hiervoor is overwogen met betrekking tot de aard en ernst van de feiten, mede vanuit een oogpunt van normbevestiging en generale preventie, niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige straf dan een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Met een lichtere straf zou de ernst van het bewezen verklaarde miskend worden. De rechtbank houdt bij de strafoplegging in strafmatigende zin rekening met het feit dat zij, anders dan de officier van justitie heeft geëist, slechts een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving bewezen verklaart.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf gelet op straffen die voor soortgelijke zaken worden opgelegd en daarbij de volgende strafverzwarende feiten en omstandigheden in aanmerking genomen. Er is sprake geweest van een aanzienlijke geweldexplosie, waarbij het slachtoffer fors en mogelijk blijvend letsel heeft opgelopen. Bovendien is tijdens het incident gedreigd met het schieten met een vuurwapen. Ook weegt de rechtbank mee dat de feiten in vereniging zijn gepleegd, en dat sprake is geweest van een zorgvuldige voorbereiding door onder meer het plaatsen van een baken onder de auto van het slachtoffer. Van belang is voorts dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie in België eerder meermalen is veroordeeld voor een geweldsdelict. De rechtbank neemt tot slot in aanmerking dat verdachte en zijn medeverdachten kennelijk snel geld wilden verdienen, door zich voor een dergelijke klus te laten inhuren.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden. De rechtbank overweegt dat zij, gelet op de proceshouding van verdachte en het feit dat hij geen hulpvraag heeft, niet overtuigd is geraakt van de noodzaak om een deel van die straf voorwaardelijk op te leggen, al dan niet met oplegging van bijzondere voorwaarden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank overweegt dat, mede door de proceshouding van verdachte, tot op heden onduidelijk is gebleven wat er precies schuilgaat achter het bewezenverklaarde. Het dreigende, intimiderende en gewelddadige karakter dat uitgaat van het handelen van verdachte en zijn medeverdachten maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het noodzakelijk is om aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
Gelet op het voorgaande, het gedrag van verdachte jegens het slachtoffer en ter voorkoming van toekomstige strafbare feiten, oordeelt de rechtbank dat er aanleiding bestaat om de volgende vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr aan verdachte op te leggen:
- een contactverbod, direct en indirect, met [slachtoffer] .
De rechtbank zal deze vrijheidsbeperkende maatregel opleggen voor de duur van vijf jaar. Hierbij zal de rechtbank bevelen dat voor iedere keer dat verdachte dit contactverbod overtreedt, een vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van ten hoogste twee weken. Op grond van de wet zal de totale duur van de vervangende hechtenis de periode van 6 maanden niet overschrijden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Anders dan door de officier van justitie is geëist, ziet de rechtbank geen aanleiding om de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 51.411,56. Dit bedrag bestaat uit € 16.411,56 materiële schade en € 35.000,00 immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten. De materiële schade bestaat uit de volgende schadeposten:
  • Medische kosten: € 2.642,00;
  • Autokosten: € 2.740,07;
  • Kosten huren tijdelijke opslagruimte: € 212,00;
  • Beveiligingskosten: € 2.675,31;
  • Iphone: € 724,50;
  • Kleding: € 1.112,47;
  • Verhuiskosten (huren busje): € 1.321,27;
  • Toekomstige medische kosten: € 5.000,00.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren voor zover de vordering ziet op de materiële schadepost ‘toekomstige medische kosten’. De officier van justitie heeft verzocht de vordering voor het overige toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot de materiële schade de volgende standpunten ingenomen. Ten aanzien van de kosten voor fysiotherapie, toekomstige medische kosten en autokosten heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze niet-ontvankelijk moeten worden verklaard omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd. Ten aanzien van de beveiligingskosten heeft de raadsman primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren omdat de vordering op dit punt onvoldoende is onderbouwd, en subsidiair het toe te wijzen bedrag fors te matigen. Met betrekking tot de kosten voor de Iphone heeft de raadsman gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu een rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde ontbreekt. Ten aanzien van de kleding heeft de raadsman verzocht de vordering op dat punt af te wijzen, omdat uit het dossier niet blijkt dat die kleding beschadigd is geraakt.
De raadsman heeft zich met betrekking tot de immateriële schade op het standpunt gesteld dat deze aanzienlijk moet worden gematigd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de materiële schade
Voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde rechtstreeks schade heeft geleden. De gevorderde materiële schadeposten zullen hierna afzonderlijk worden beoordeeld.
Medische kosten
De rechtbank zal de gevorderde bedragen toewijzen voor medische kosten, bestaande uit kosten voor het eigen risico van 2023 en 2024 en fysiotherapie. Voor deze schadepost geldt dat de gevorderde schade door de benadeelde partij voldoende is onderbouwd en voorzien is van bewijsstukken.
Autokosten
De rechtbank zal de gevorderde kosten voor het huren van een auto toewijzen. Voor deze schadepost geldt dat de gevorderde schade door de benadeelde partij voldoende is onderbouwd en voorzien is van bewijsstukken. Uit het dossier volgt dat de auto van de benadeelde partij enige tijd in beslag is genomen geweest voor nader onderzoek. Als gevolg daarvan heeft de benadeelde partij een andere auto moeten huren. Daar komt nog bij dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde fors letsel heeft opgelopen aan zijn rechterhand, waardoor hij niet meer in staat was om in een handgeschakelde auto te rijden. Dat de benadeelde partij bij het afsluiten van het huurcontract de auto voor een langere periode heeft gehuurd, is gelet op het feit dat het herstel van de benadeelde partij enige tijd zou duren begrijpelijk. Uit de onderbouwing van deze schadepost blijkt dat de door de benadeelde partij gehuurde auto de enige op dat moment beschikbare geschikte auto was. Dat die auto in kosten mogelijk duurder is uitgevallen is, anders dan de verdediging heeft bepleit, geen omstandigheid die voor rekening van de benadeelde partij komt en aan toewijzing in de weg staat.
Beveiligingskosten
De rechtbank zal het gevorderde bedrag voor het aanbrengen van camera’s, een deurbel en een video-intercom toewijzen. Voor deze schadepost geldt dat de gevorderde schade door de benadeelde partij voldoende is onderbouwd en voorzien is van bewijsstukken. Dat op de factuur enkel de voornaam van de benadeelde partij zichtbaar is en geen overige persoonsgegevens, is gelet op de context van de zaak zeer begrijpelijk en maakt dit oordeel niet anders.
iPhone
De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren, en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De rechtbank stelt vast dat de vordering op dit punt thans onvoldoende is onderbouwd. Uit de vordering blijkt niet dat de benadeelde partij genoodzaakt was een nieuwe telefoon aan te schaffen. Teneinde dit vast te stellen zou nader onderzoek nodig zijn, hetgeen een onevenredige belasting van het strafgeding zou betekenen.
Kleding
De rechtbank zal de vordering ten aanzien van deze schadepost afwijzen. De rechtbank is van oordeel dat uit het procesdossier en de onderbouwing bij het verzoek tot schadevergoeding onvoldoende is gebleken van een rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat uit de foto’s van de kleding van de benadeelde partij die in het dossier zitten slechts blijkt dat het T-shirt dat hij die dag droeg bebloed was. Dat de overige kleding van de benadeelde partij eveneens beschadigd is geraakt, volgt niet uit het dossier.
Kosten huren tijdelijke opslagruimte en verhuiskosten (huren busje)
De rechtbank stelt voorop dat zij het voorstelbaar acht dat de benadeelde partij is verhuisd wegens onveiligheidsgevoelens, die met name zijn ontstaan toen hem ter kennis is gekomen dat er een GPS-tracker onder zijn auto was geplaatst. De rechtbank stelt echter vast dat de vordering op dit punt summier is onderbouwd en teveel vragen oproept, zoals over het moment/de momenten van verhuizing. Zo is het rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde en de opgevoerde kosten onvoldoende duidelijk geworden. Dit zou verder onderzocht moeten worden, maar dat zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van deze onderdelen van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Toekomstige medische kosten
Voor deze schadepost geldt dat sprake is van toekomstige schade. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van dit deel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Ten aanzien van de immateriële schade
Op grond van artikel 6:106 sub b BW komt een benadeelde partij onder meer een vergoeding toe voor immateriële schade als sprake is van lichamelijk letsel en als het slachtoffer op andere wijze in de persoon is aangetast. De rechtbank stelt op basis van de door de benadeelde partij gegeven onderbouwing en de letselverklaring in het dossier vast dat hij, als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten, letsel heeft opgelopen en op andere wijze in zijn persoon is aangetast door het psychische leed dat hem is aangedaan. Dit laatste ligt gelet op de hiervoor beschreven aard en ernst van de normschending voor de hand en is ook door de benadeelde partij nader toegelicht. Gelet op wat in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding wordt toegewezen, waardeert de rechtbank deze schade op
€ 6.000,-. Het meergevorderde zal worden afgewezen.
Totale schade
De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van € 14.057,38 toewijzen, bestaande uit
€ 8.057,38 materiële schade en € 6.000,00 immateriële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag van volledige betaling.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Verdachte zal hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor de betaling van de vordering zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 14.057,38 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 13 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 105 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De verdachte is van zijn verplichting tot het vergoeden van schade bevrijd als hij en/of zijn mededaders op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 141 en 282 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
36 (zesendertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Oplegging maatregel
  • legt aan verdachte op de
  • beveelt dat verdachte zich onthoudt van contact, direct en indirect, met [slachtoffer] , geboren [1998] ;
  • beveelt dat voor iedere keer dat door verdachte niet aan de maatregel wordt voldaan, 14 dagen vervangende hechtenis wordt toegepast, tot een maximum van 6 maanden;
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 14.057,38 , bestaande uit € 8.057,38 materiële schade en € 6.000,00 immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk met medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft de gevorderde materiële schadepost kleding af;
  • wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde aan immateriële schade af;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde aan materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 14.057,38 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 105 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Gerrits, voorzitter, mrs. S.C. Hagedoorn en V.A. Groeneveld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.E. Heins, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 juli 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 13 oktober 2023 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- (op een eerder moment) een GPS tracker onder de auto van die [slachtoffer] te plakken en/of
- terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (een) bivakmuts(en), althans gezichtsbedekking droegen naar die [slachtoffer] te rennen en/of
- terwijl die [slachtoffer] wegrende één of meer schoten op die [slachtoffer] af te vuren en/of
- (vervolgens) traangas en/of anti-geweldspray en/of pepperspray in de richting van die [slachtoffer] te spuiten en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] een of meerdere malen te stompen/slaan en/of te schoppen/trappen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] te dreigen dat hij (op hem) ging schieten en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] vast te pakken en/of te houden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] uit de auto te sleuren en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] een of meerdere malen met een paraplu en/of een stok en/of een pijp, althans een langwerpig voorwerp te slaan en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een kofferbak te stoppen en/of te trachten die kofferbak dicht te doen en/of
- (vervolgens) te trachten een zak over het hoofd van die [slachtoffer] te trekken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] te tillen en/of mee te sleuren en/of onder dwang te laten lopen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 oktober 2023 te Almere, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of beroofd gehouden,
- (op een eerder moment) een GPS tracker onder de auto van die [slachtoffer] heeft geplakt en/of
- terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (een) bivakmuts(en), althans gezichtsbedekking heeft/hebben gedragen naar die [slachtoffer] is gerend en/of
- terwijl die [slachtoffer] wegrende één of meer schoten op die [slachtoffer] heeft afgevuurd
- (vervolgens) traangas en/of anti-geweldspray en/of pepperspray in de richting van die [slachtoffer] heeft gespoten en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] een of meerdere malen heeft gestompt/geslagen en/of geschopt/getrapt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft gedreigd dat hij (op hem) ging schieten en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of gehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] uit de auto heeft gesleurd en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] een of meerdere malen met een paraplu en/of een stok en/of een pijp, althans een langwerpig voorwerp heeft geslagen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een kofferbak heeft gestopt en/of heeft getracht die kofferbak dicht te doen en/of
- (vervolgens) heeft getracht een zak over het hoofd van die [slachtoffer] te trekken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft getild en/of meegesleurd en/of onder dwang heeft laten meelopen,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2:
hij op of omstreeks 13 oktober 2023 te [woonplaats] , openlijk, te weten aan de [straat] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer] , bestaande dat in vereniging gepleegde geweld uit
- die [slachtoffer] een of meerdere malen te stompen en/of te slaan en/of te schopppen en/of te trappen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een kofferbak te stoppen en /of te trachten die kofferbak dicht te doen en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen met een paraplu en/of een stok en/of een pijp althans een langwerpig voorwerp te slaan,

terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel en/of enig lichamelijk letsel, te weten een gebroken oogkas en/of een gebroken rechterhand en/of (een) schaafwond(en) en/of (een) bult(en) voor die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 oktober 2023, met documentcode MD2R023157-26, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 473. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 144 tot en met 147.
3.Pagina 353 en 354.
4.Pagina’s 173, 175 en 177.
5.Pagina’s 188 en 189.
6.Pagina 179.
7.Pagina 109.
8.Pagina’s 97 en 98.
9.Pagina’s 113 en 114.
10.Pagina’s 103 en 104.
11.Pagina 123.
12.Pagina 193.
13.Pagina’s 203, 205 en 206.
14.Pagina’s 249 tot en met 253.
15.een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] van 12 juni 2024, genummerd met documentcode MD2R023157-190, pagina’s 3 tot en met 5.
16.Pagina 170.
17.Pagina 191.
18.Pagina 335.
19.Pagina 233.
20.Pagina’s 221 tot en met 223.
21.Pagina’s 235, 236 en 240.
22.Pagina’s 264 tot en met 267, 273.
23.een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] van 20 juni 2024, genummerd met documentcode MD2R023157-191, pagina’s 2 en 4.
24.een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] van 20 juni 2024, genummerd met documentcode MD2R023157-191, pagina’s 2 en 4.