Op 11 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling familierecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren op 1941, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoekschrift was ingediend op 8 maart 2024, vergezeld van relevante documenten zoals een beschikking van de burgemeester en medische verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was de betrokkene aanwezig, maar niet in staat om gehoord te worden. De advocaat, mr. M.W. Veldhuijsen, en andere betrokkenen, waaronder een arts en verpleegkundige, hebben hun standpunten naar voren gebracht. De arts meldde dat de betrokkene onrustig gedrag vertoonde en kalmeringsmiddelen had gekregen, waardoor hij niet aanspreekbaar was. De rechtbank oordeelde dat het niet mogelijk was om de betrokkene te horen en verleende daarom een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van twee weken, met de mogelijkheid voor een nieuwe zitting waarin de betrokkene gehoord kan worden. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.A.A. ter Meer-Siebers en schriftelijk uitgewerkt door griffier W.P.J. Rubingh. De machtiging geldt tot en met 25 maart 2024, waarna een nieuwe zitting zal plaatsvinden.