ECLI:NL:RBMNE:2024:4272

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
C/16/576970 / FZ RK 24-481
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 5 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling familierecht, te Lelystad een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. Het verzoekschrift, dat op 19 juni 2024 is ingediend, betreft de verlening van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1958, die lijdt aan een neurobiologische ontwikkelingsstoornis in combinatie met een middelgerelateerde verslavingsstoornis. De rechtbank heeft de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. T.F.M. Hindriks, en verschillende zorgprofessionals gehoord tijdens de mondelinge behandeling op 5 juli 2024.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn aandoeningen, waaronder het risico op levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft besloten om de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ambulante zorg en zorg die verband houdt met opname. De toegewezen ambulante zorg omvat het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het controleren op gedrag-beïnvloedende middelen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 5 januari 2025.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.E.A. Braeken en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier W.P.J. Rubingh. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/576970 / FZ RK 24-481
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 5 juli 2024, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1958 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [adres] 90 te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. T.F.M. Hindriks.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 juni 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 14 juni 2024;
- de zorgkaart;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer directeur;
- het uittreksel justitiële documentatie d.d. 19 juni 2024;
-het informatierapport Wvggz d.d. 22 mei 2024;
-het uittreksel curatele- en bewindregister d.d. 19 juni 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 juli 2024 bij betrokkene thuis.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. T.F.M. Hindriks
- mevrouw [psychiater] , psychiater;
- de heer [psycholoog] , psycholoog en casemanager;
- de heer [vriend] , vriend van betrokkene.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en per beveiligde mail aan de advocaat van betrokkene, de zorgaanbieder en de officier van justitie een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
De standpunten
De advocaat heeft namens betrokkene naar voren gebracht dat hij kan instemmen met het verzoek. Hij wil de regie over zijn leven terug krijgen en dat lukt hem niet alleen.
De psychiater heeft ter zitting naar voren gebracht dat de zorgmachtiging zal worden ingezet om betrokkene op te nemen in een instelling. Daar zal een detox plaatsvinden, waarna er neurologisch onderzoek zal worden gedaan. De zorgmachtiging is noodzakelijk nu betrokkene geheugenproblemen heeft en de kans groot is dat hij tijdens de opname naar huis wil.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een neurobiologische ontwikkelingsstoornis in combinatie met een middelgerelateerde verslavingsstoornis.
2.4.
Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, voornamelijk gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk, letsel ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Om de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellenen het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt.
Betrokkene krijgt de laatste tijd regelmatig insulten, waardoor hij van zijn fiets of op straat neer valt. Dit levert dermate ernstig nadeel op voor betrokkene dat hij nu gemotiveerd is om definitief te stoppen met drinken. Betrokkene heeft al meerdere pogingen voor een detox gehad maar deze zijn geen van alle (zonder machtiging) geslaagd. Om betrokkene te ondersteunen in dit proces is de zorgmachtiging noodzakelijk.
2.6.
De rechtbank stelt vast dat nog niet duidelijk is wanneer betrokkene wordt opgenomen. Er zal dus nog eerst sprake zijn van ambulante zorg. De rechtbank zal daarom in de zorgmachtiging onderscheid maken tussen enerzijds de vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds de vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname.
2.7.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vormen onder:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
ambulant mogen worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend en opname volgt, dan kunnen de vormen onder:
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende
middelen en gevaarlijke voorwerpen;
j. opnemen in een accommodatie.
worden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen, mogen dan ook in de kliniek worden toegepast. Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
2.8.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9.
Deze verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.10.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1958 te [geboorteplaats] :
bepaalt dat gestart zal worden met de volgende vormen van ambulante verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
en bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de volgende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast:
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende
middelen en gevaarlijke voorwerpen;
j. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 januari 2025.
Deze beschikking is op 5 juli 2024 mondeling gegeven door mr. M.E.A. Braeken, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van W.P.J. Rubingh als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!