3.2.Uit zowel de deskundigenrapportages aan de zijde van [eiseres] als die aan de zijde van [gedaagde] en uit het deskundigenonderzoek in opdracht van de bovenbuurman, blijkt dat [gedaagde] onjuiste typen stalen profielen heeft toegepast. In het rapport van [deskundige 1] (in opdracht van [eiseres] ) is daarover het volgende opgenomen:
“In de vergunningsaanvraag zijn constructieberekeningen opgenomen en staan stalen profielen ingetekend ter ondersteuning van de draagmuren op de eerste en tweede verdieping. Hierin staan twee HEA 200 balken opgenomen en een HEA 140 die aan één zijde is opgelegd op de HEA 200 (…).
(…)
In de berekening behorend bij de vergunningsaanvraag is ten behoeve van de stalen balk HEA 140 een lengte aangehouden van 2,355 meter en hierop is de balk akkoord bevonden. De lengte van de balk is in werkelijkheid circa 4,6 meter lang. De lengte van de bank is gebaseerd op eerdere ontwerpen en later door de aannemer niet aangepast.
(…)
Door de constructeur is vastgesteld dat de berekende HEA 140 niet is geplaatst, maar dat daarvoor in de plaats een IPE140 is geplaatst.
(…)
Schade appartement bovenbuurman:
Wij constateerden dat er scheuren zijn ontstaan in de achtergevel en in de dragende tussenmuur in het appartement van de bovenbuurman. De achtergevel bleek in het midden te zijn verzakt (…).
De deur van de hal naar de keuken ging aan de zijde van de dragende tussenmuur lager en hing scheef (…). De dragende tussenmuur is verzakt.
Wij constateerden ook dat er horizontale scheuren zijn ontstaan in de voegen van het metselwerk van de achtergevel van de 1e verdieping (…).
Controleberekening constructeur:
Door [bedrijf] is berekend dat de bestaande HEA200 vlak boven de woonkamer/keuken niet voldoet qua sterkte en stijfheid en dat de oplegging op het metselwerk aan beide zijden niet voldoet. De HEA200 balk boven de slaapkamer voldoet wel.
De geplaatste IPE140 balk onder de tussendraagmuur voldoet niet qua sterkte en stijfheid en de oplegging op het metselwerk voldoet evenmin.
Oorzaak schade 1e verdieping:
Als gevolg van de onvoldoende sterke en stijve constructie zijn de stalen balken iets doorgebogen, waardoor de bovenliggende constructie is verzakt. Dit komt volledig overeen met hetgeen op de eerste verdieping aan schade is vastgesteld.
De aannemer is in de berekening, behorend bij de vergunningsaanvraag ten behoeve van de stalen blak HEA 140, uitgegaan van een lengte van 2,355 meter en hierop is de balk akkoord bevonden. De aannemer was op dat moment echter al bekend met het feit dat de draagmuur die zou worden verwijderd circa 4,6 meter lang was, maar heeft verzuimd de berekeningen daarop aan te passen. De toegepaste IPE140 balk onder de tussendraagmuur voldoet niet qua sterkte en stijfheid en de oplegging op het metselwerk voldoet evenmin.
Daarnaast zijn door de aannemer de belastingen op de HEA200 niet correct ingevoerd. Dit komt omdat de aannemer uit is gegaan van een korte IPE140 balk dus een kleinere puntlast op de achtergevel. Als die keukenligger correct zou zijn berekend (4,5m lang), ontstaat er een grotere kracht op de achtergevel. Daar is in de berekeningen van de aannemer niet mee gerekend. De door de aannemer berekende HEA200 voldoet niet met deze hogere puntlast. Daarnaast komt er (ook mede door de hogere puntlast uit de keukenligger) een (te) hoge reactie op de gemetselde penanten. Dit moeten kolommen worden. Deze kolommen dienen een onderslagbalk te krijgen om ervoor te zorgen dat de fundering niet bezwijkt/verzakt onder de hoge puntlast.”