ECLI:NL:RBMNE:2024:4260

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
10605871 UC EXPL 23-4764
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en verkeersboetes in het kader van operational lease

In deze zaak vordert LeasePlan Nederland N.V. betaling van openstaande facturen van [gedaagde] B.V. in het kader van een operational lease overeenkomst voor een auto. De overeenkomst, die in 2018 werd gesloten, is inmiddels geëindigd en LeasePlan heeft de auto terugontvangen. LeasePlan stelt dat [gedaagde] alle nog openstaande facturen, inclusief rente en kosten, dient te betalen. [gedaagde] betwist dit deels, met name de verhogingen van verkeersboetes die aan haar zijn doorbelast. De kantonrechter heeft op 10 juli 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.

De procedure begon met een dagvaarding op 7 juli 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 6 februari 2024. Tijdens de behandeling heeft LeasePlan haar eis vermeerderd met twee verkeersboetes die in het buitenland zijn gereden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de kans heeft gehad om de oorspronkelijke verkeersboetes tijdig te betalen, maar dit niet heeft gedaan. Hierdoor zijn de verhogingen van de boetes voor rekening van [gedaagde].

De kantonrechter heeft de vorderingen van LeasePlan grotendeels toegewezen, met uitzondering van een bedrag van € 12,50 dat ten onrechte in rekening was gebracht voor administratiekosten bij een buitenlandse verkeersboete. [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 6.062,49, vermeerderd met contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van LeasePlan, die zijn begroot op € 1.446,44. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10605871 UC EXPL 23-4764 MB/40202
Vonnis van 10 juli 2024
inzake
de naamloze vennootschap
LeasePlan Nederland N.V.,
gevestigd in Amsterdam,
verder ook te noemen: LeasePlan,
eisende partij,
gemachtigde: Trust Krediet Beheer B.V.,
tegen:
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer [bestuurder] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 juli 2023;
- de conclusie van antwoord;
- de akte overleggen stukken en vermeerdering van eis;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 6 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de akte met stukken van LeasePlan;
- de antwoordakte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis komt.

2.Kern van de zaak

2.1.
[gedaagde] heeft in 2018 een overeenkomst gesloten op basis waarvan zij een auto heeft gehuurd van LeasePlan. Partijen noemen dit operational lease. De berijder van de auto was de heer [A] die voor [gedaagde] werkt. De overeenkomst is inmiddels geëindigd en de auto is weer ingeleverd. LeasePlan wil dat [gedaagde] alle nog openstaande facturen betaalt met rente en kosten. [gedaagde] is het hier deels niet mee eens. De kantonrechter wijst de vorderingen van LeasePlan zo goed als volledig toe.

3.De beoordeling

3.1.
LeasePlan vordert de betaling van 20 (verzamel)facturen die zij in de periode van oktober 2022 tot en met januari 2023 aan [gedaagde] heeft verstuurd en die volgens [gedaagde] ook door haar zijn ontvangen. In de facturen worden de volgende kosten aan [gedaagde] in rekening gebracht:
  • een leasetermijn
  • meerkilometers
  • schade bij inname auto
  • kosten van onderzoeksbureau Fidron
  • verkeersboetes
  • verhoogde verkeersboetes met administratiekosten
3.2.
LeasePlan heeft tijdens de procedure haar eis vermeerderd met twee verkeersboetes die in het buitenland zijn gereden met de gehuurde auto.
3.3.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat al deze kosten op grond van de overeenkomst door LeasePlan bij [gedaagde] in rekening mogen worden gebracht. [gedaagde] vindt alleen dat zij de verhoging van de verkeersboetes niet hoeft te betalen, omdat zij nooit de kans heeft gehad om de oorspronkelijke verkeersboetes zelf te betalen. De kantonrechter volgt [gedaagde] daarin niet en zal uitleggen waarom.
Hoe werkt het met verkeersboetes?
3.4.
LeasePlan heeft uitgelegd hoe het werkt als de huurder van een auto een verkeersboete rijdt. Omdat LeasePlan de eigenaar is van de auto, stuurt het CJIB de verkeersboetes naar haar toe. LeasePlan stuurt vervolgens de boete door aan de huurder om deze zelf en op tijd te betalen. Als de huurder dat niet doet en de boete door het CJIB wordt verhoogd, betaalt LeasePlan de verhoogde boete aan het CJIB. Vervolgens factureert LeasePlan het door haar betaalde bedrag aan de huurder, vermeerderd met een bedrag van € 12,50 aan administratiekosten per boete. Uitzondering op deze gang van zaken zijn onder meer de verkeersboetes voor overtredingen die zijn gemaakt in het buitenland. Vanwege de korte vervaltermijn van deze boetes betaalt LeasePlan de oorspronkelijke boete direct wanneer zij deze ontvangt en factureert zij het boetebedrag zonder administratiekosten aan de huurder. Zoals tijdens de zitting is besproken is dit fout gegaan in de factuur van 5 augustus 2023 [1] . Daarin is voor een verkeersboete in Frankrijk toch een bedrag van € 12,50 administratiekosten in rekening gebracht. Dit is ten onrechte en [gedaagde] hoeft dit bedrag dus niet te betalen.
[gedaagde] moet de verhogingen van de verkeersboetes betalen
3.5.
Volgens LeasePlan heeft [gedaagde] de kans gehad om de oorspronkelijke boetes zelf tijdig aan het CJIB te betalen. LeasePlan heeft de boetes namelijk in het My LeasePlan Account (verder te noemen: het account) van [gedaagde] gezet. Dit account heeft [gedaagde] op 20 juli 2020 aangemaakt. Volgens LeasePlan heeft [gedaagde] met het aanmaken van het account aangegeven vanaf dat moment de boetes via het account te laten lopen, in plaats van de boetes per post te ontvangen. Dit is niet door [gedaagde] betwist.
3.6.
Zodra er een verkeersboete door LeasePlan in het account werd gezet, volgende er een melding per e-mail naar het door [gedaagde] opgegeven e-mailadres ‘ [emailadres] .nl’ [2] . In deze melding stond duidelijk ‘
U heeft een bekeuring’of ‘
Let op: U heeft een nog niet bekeken bekeuring’of als er niet werd betaald ‘
Betaalherinnering bekeuring’. Dit blijkt uit het overzicht van alle door LeasePlan verstuurde meldingen vanuit het account van [gedaagde] [3] .
3.7.
[A] heeft tijdens de zitting erkend dat hij meldingen van LeasePlan heeft ontvangen, maar zegt dat hij vervolgens niet in het account kon komen. Volgens [A] heeft hij er alles aan gedaan om dit voor elkaar te krijgen, maar dit is niet gebleken en ook door LeasePlan betwist. LeasePlan wijst op de uitdraai van het account waarin staat dat de laatste inlogdatum 30 maart 2022 om 09.32 uur is geweest [4] . Ook als het zou kloppen dat LeasePlan niet per e-mail bereikbaar is, wat [A] en [gedaagde] zeggen en wat door LeasePlan wordt betwist, dan had van [A] en/of [gedaagde] mogen worden verwacht dat zij het telefoonnummer hadden gebeld dat bovenaan elke door [gedaagde] ontvangen factuur staat bij de tekst
‘voor vragen over deze factuur’. Tijdens de zitting is door [A] erkend dat hij deze moeite niet heeft genomen en niet is gebleken dat [gedaagde] dit wel heeft gedaan. Dat [gedaagde] de oorspronkelijke verkeersboetes niet heeft betaald waardoor deze door het CJIB zijn verhoogd, komt dan ook voor haar eigen rekening en risico. LeasePlan valt hierin niets te verwijten. [gedaagde] moet dus niet alleen de boetes, maar ook de verhogingen van de boetes aan LeasePlan betalen.
3.8.
In de antwoordakte na de zitting maakt [gedaagde] nog bezwaar tegen de laatste factuur die nog niet zou zijn gecorrigeerd. Naast dat niet duidelijk is wat [gedaagde] hiermee bedoelt, is dit bezwaar ook te laat. [gedaagde] had eerder in haar conclusie van antwoord of tijdens de zitting concrete bezwaren tegen bepaalde facturen kunnen maken, zodat LeasePlan nog de mogelijkheid had om daar op te reageren. Omdat dit nu niet meer kan, wordt met dit bezwaar niks gedaan.
Slotsom
3.9.
LeasePlan heeft een totaalbedrag van € 6.074,99 van [gedaagde] gevorderd. [gedaagde] heeft alleen verweer gevoerd tegen de verhogingen van de boetes, maar dat verweer is afgewezen. Dit betekent dat de hoofdsom zal worden toegewezen, minus een bedrag van € 12,50 (zie 3.4). [gedaagde] wordt veroordeeld om een bedrag van € 6.062,49 aan LeasePlan te betalen.
[gedaagde] moet de contractuele rente betalen
3.10.
De facturen van LeasePlan moesten uiterlijk binnen veertien dagen na factuurdatum betaald zijn. Dat staat in artikel 21 lid 1 van de algemene voorwaarden. Als deze betalingstermijn niet wordt nagekomen, moet [gedaagde] rente over het openstaande bedrag betalen aan LeasePlan van 1,5% per maand. Dit staat in artikel 21 lid 3 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter veroordeelt [gedaagde] daarom tot betaling van de contractuele rente van 1,5% per maand over de openstaande bedragen in de facturen, vanaf de vervaldatum van de verschillende facturen tot aan de dag van betaling.
[gedaagde] moet een vergoeding voor gemaakte buitengerechtelijke incassokosten betalen
3.11.
[gedaagde] moet ook de buitengerechtelijke incassokosten van LeasePlan vergoeden. Dat zijn kosten die LeasePlan heeft gemaakt om te proberen te voorkomen dat zij naar de rechter moest stappen. LeasePlan vordert hiervoor een bedrag gelijk aan 15% van de hoofdsom. Dit staat namelijk in artikel 21 lid 5 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 909,37, dat is 15% van de hoofdsom.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.12.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van LeasePlan worden hieronder begroot. Voor de akte na de comparitie wordt geen salarispunt toegekend, omdat de daarin gegeven informatie en stukken al eerder hadden kunnen worden ingediend door LeasePlan.
Kosten van de dagvaarding
109,44
Griffierecht
524,00
Salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
Nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.446,44
Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard
3.13.
De kantonrechter zal de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan LeasePlan te betalen een bedrag van € 6.062,49, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand over dit bedrag vanaf de vervaldata van de verschillende facturen tot de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 909,37;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van LeasePlan, tot aan de datum van dit vonnis begroot op € 1.446,44, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J.A. Boots en is in het openbaar uitgesproken op
10 juli 2024.

Voetnoten

1.Productie 9.
2.Dit staat op de uitdraai van het account in productie 11.
3.Productie 12.
4.Productie 11.