Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
mr. I.M.F. Graumans, en van wat door verdachte en zijn raadsman naar voren is gebracht.
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 63 van het Wetboek van Strafrecht
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie
- 3, 11 en 11b van de Opiumwet;
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 6 (zes maanden);
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
een proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 juli 2024;
- een ambtsedig proces-verbaal met nummer 360, d.d. 31 maart 2021, opgemaakt door de politie Midden-Nederland (pag. 298 e.v. van het proces-verbaal), betreffende het aantreffen van munitie in de woning van verdachte;
- een geschrift, zijnde een Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL0900-2020313202-85, d.d. 31 maart 2021, opgemaakt door de politie Midden-Nederland (pag. 598 e.v. van het proces-verbaal);
- een ambtsedig proces-verbaal met nummer PL0900-2020313202-99, d.d. 4 mei 2021, opgemaakt door de politie Midden-Nederland (pag. 336 e.v. van het proces-verbaal), betreffende het onderzoek aan de bij verdachte aangetroffen munitie.