Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Na twee leerzame jaren te hebben gewerkt bij [gedaagde] is het vanwege diverse redenen voor mij nu tijd om een andere uitdaging aan te gaan.
Goedemorgen [eiseres] , ik heb gisteren kennisgenomen van jouw beëindiging dienstverband brief. Uiteraard is het heel jammer om dit te vernemen maar zoals je ook gaf hing het voor jou ook een tijdje in de lucht en spelen hierin verschillende redenen. Over de inhoud van je brief wens ik graag morgen met je verder hierover te spreken. Nog een fijne vrije dag verder en tot morgen!”
Op 20-03-2024 heb ik u in een schrijven in kennis gesteld dat ik mijn dienstverband met [gedaagde] B.V. wens te beëindigen. Vanwege de nieuwe ontwikkelingen bij [gedaagde] , waarvan u mij op vrijdag 22-03-2024 heeft geïnformeerd, en het feit dat ik geen schriftelijke bevestiging op mijn schrijven van u heb ontvangen, herroep mijn schrijven met daarin de berichtgeving om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en wens ik de huidige arbeidsovereenkomst in stand te houden.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
of wellicht geen andere opties zijn” uit de e-mail van 20 maart 2024 valt af te leiden dat zij niet op wilde zeggen, maar met [gedaagde] in gesprek wilde gaan over andere mogelijkheden. Nu deze zinsnede echter onderdeel uitmaakt van de tekst betreffende de opzegtermijn en ook past binnen de context van de hele e-mail, volgt de kantonrechter [eiseres] niet in deze stelling. Er is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook geen aanleiding om aan te nemen dat [gedaagde] de