In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend op 20 april 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade bij de Commissie Werkelijke Schade. Verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft verweerder op 14 mei 2024 in gebreke gesteld, maar het beroep is pas op 31 mei 2024 ingediend, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank legt een termijn op van uiterlijk 5 september 2024 voor het nemen van dit besluit. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.