In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 15 juli 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 31 augustus 2022 in gebreke was gesteld. Eiseres heeft pas op 23 april 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. Verweerder stelde dat eiseres geen procesbelang meer had, omdat er inmiddels een vooraankondiging was verstuurd op 6 mei 2024. De rechtbank oordeelde echter dat de vooraankondiging geen besluit is in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) en dat er op het moment van het indienen van het beroep nog geen besluit was genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, omdat haar beroep gegrond is verklaard.