ECLI:NL:RBMNE:2024:4187

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
16/258710-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van ontploffing en afpersing met vuurwerkbezit

Op 12 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het teweegbrengen van een ontploffing en afpersing. De verdachte heeft samen met anderen op 1 oktober 2023 een ontploffing veroorzaakt bij een restaurant, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. Daarnaast heeft hij geprobeerd verschillende ondernemingen af te persen door dreigbrieven te sturen waarin geld in Bitcoin werd geëist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de ontploffing en dat hij betrokken was bij het afleveren van dreigbrieven. De verdachte is ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en een vuurwapen. De rechtbank heeft de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren opgelegd, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die jong is en voor het eerst met de wet in aanraking is gekomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/258710-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 juli 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2004] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] in [woonplaats] ,
thans verblijvende in de [verblijfplaats] ,
hierna verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 12 januari 2024, 5 april 2024 en 28 juni 2024. De zaak is op laatstgenoemde datum inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, J.T.H.M. Mühren, advocaat te Purmerend, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
op 1 oktober 2023 in [plaats] samen met (een) ander(en) een ontploffing teweeg heeft gebracht bij een pand, gelegen aan de [adres] ( [restaurant] ), terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen en/of gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
feit 2:
in de periode van 28 september 2023 tot en met 2 oktober 2023 in [plaats] samen met (een) ander(en) door geweld en/of bedreiging met geweld heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te dwingen tot afgifte van een geldbedrag in Bitcoin;
feit 3:
in de periode van 2 oktober 2023 tot en met 3 oktober 2023 in [plaats] samen met (een) ander(en) door bedreiging met geweld heeft geprobeerd [slachtoffer 2] te dwingen tot afgifte van een geldbedrag in Bitcoin;
feit 4:
op 2 oktober 2023 in [plaats] samen met (een) ander(en) door bedreiging met geweld heeft geprobeerd [slachtoffer 3] te dwingen tot afgifte van een geldbedrag in Bitcoin;
feit 5
op 5 oktober 2023 in Utrecht opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten 159 stuks knalvuurwerk (Cobra 6), heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
feit 6:
op 5 oktober 2023 in Utrecht een pistool van het merk Glock, model 26, en/of munitie voorhanden heeft gehad;
feit 7:
op 1 oktober 2023 in [plaats] samen met (een) ander(en) opzettelijk en wederrechtelijk de voordeur en/of de ruiten/ramen van het pand gelegen aan de [adres] heeft vernield.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen zijn. Wat betreft feit 1 heeft verdachte het teweegbrengen van de ontploffing bij het restaurant [restaurant] tezamen en in vereniging met anderen gepleegd, gelet op zijn rol en het feit dat hij wist dat de ontploffing zou gaan plaatsvinden. Daarnaast vindt de officier van justitie dat de aanwezigheid van omwonenden ten tijde van de ontploffing maakt dat niet alleen sprake is geweest van gemeen gevaar voor goederen, maar ook van levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak van het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 7 ten laste gelegde. Voor wat betreft de onder feiten 5 en 6 ten laste gelegde feiten refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feiten 1, 2 en 7
Ten aanzien van het onder feit 1, feit 2 en feit 7 ten laste gelegde is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte, als pleger dan wel als medepleger, betrokken is geweest bij het teweegbrengen van de ontploffing bij het restaurant [restaurant] . Verdachte kan, op basis van de zendmastgegevens van zijn telefoon, niet in de buurt van het restaurant worden geplaatst ten tijde van de ontploffing en enig verband tussen het bij verdachte aangetroffen vuurwerk en de explosieve lading die bij de ontploffing is gebruikt, ontbreekt. Daarnaast is onvoldoende vast komen te staan dat het verdachte is geweest die aangever [slachtoffer 1] over de telefoon heeft bedreigd. Verdachte is niet de enige gebruiker van de Nokia telefoon. Er kan ook geen bewijswaarde worden toegekend aan de belastende conclusies van de audiospecialist van Aalst van de politie. Het materiaal op basis waarvan de stemherkenning is gedaan door de politie is door het NFI ongeschikt geacht voor een stemvergelijkend onderzoek. Wat enkel vaststaat is dat verdachte een dreigbrief bij [restaurant] heeft afgeleverd. Dit handelen van verdachte is van onvoldoende gewicht om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking en een gezamenlijke uitvoering ten aanzien van het teweegbrengen van de ontploffing. Ook aan het voor medeplegen dubbel opzetvereiste, te weten opzet op de onderlinge samenwerking en de verwezenlijking van het grondfeit (of wel het teweegbrengen van de ontploffing), is niet voldaan.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat niet vastgesteld kan worden dat de ontploffing bij [restaurant] heeft geleid tot levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen. Daarom moet verdachte (partieel) vrij worden gesproken van dit onderdeel uit de tenlastelegging.
Ten aanzien van feiten 2, 3 en 4
Ten aanzien van het onder feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde is de enkele vaststelling dat verdachte de dreigbrieven bij de ondernemingen heeft bezorgd, onvoldoende om van een poging tot afpersing in vereniging te kunnen spreken. Niet duidelijk is wie het plan heeft bedacht, wie de dreigbrieven heeft geschreven, hoe en in welke mate verdachte is aangestuurd bij de bezorging van deze brieven en hoe de eventuele buit naderhand zou worden verdeeld. Het gaat hooguit om medeplichtigheid. Maar dat is niet aan verdachte ten laste gelegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 7 [1] :
Verdachte heeft ter terechtzitting op 28 juni 2024 onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Ik heb de brief die [restaurant] , gelegen aan [adres] in [plaats] , op 28 september 2023 kreeg, de brief die de coffeeshop [coffeeshop 1] , gelegen aan de [adres] in [plaats] , op 2 oktober 2023 kreeg en de brief die de coffeeshop [coffeeshop 2] , gelegen aan de [adres] [plaats] , op 2 oktober 2023 kreeg, bezorgd. Ik heb de brieven voor coffeeshop [coffeeshop 1] en coffeeshop [coffeeshop 2] in de brievenbus gedaan. Het kan dat ik de brief voor [restaurant] op de mat heb gelegd. De brieven zijn geprint met de printer, die in mijn woning stond. Ik moest de brieven in opdracht van een ander op bovenstaande adressen bezorgen. Aan deze persoon heb ik ook Bitcoin-adressen uit mijn telefoon gegeven. Die had hij nodig. Hij vertelde mij dat er 10.000 euro gestort zou worden en ik dit bedrag moest doorsturen naar andere Bitcoin-adressen. De in beslag genomen iPhone 11 die in de auto met kenteken [kenteken] waarin ik ben aangehouden lag, is van mij. [2]
Verdachte heeft ter terechtzitting op 5 april 2024 onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Ik wist dat de ontploffing bij restaurant [restaurant] , die op 1 oktober 2023 plaatsvond, zou gaan gebeuren. [3]
Aangever [slachtoffer 1] heeft, mede namens de slachtoffers, onder meer - zakelijk weergegeven -het volgende verklaard:
Ons restaurant [restaurant] is gelegen aan de [adres] te [plaats] . [4]
Op 28 september 2023 heeft de heer [slachtoffer 4] een brief gevonden. De brief lag op de mat van de voordeur bij nummer 332.
Ik zag op deze brief de volgende tekst staan:
“Beste [slachtoffer 1] (eigenaren van [restaurant] )
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons. Wij eisen 10000 euro in Bitcoin. Jullie deadline is tot en met 28 september 2023 18:00 uur. Zal het volledige bedrag niet voor dat tijdstip erop staan kunnen jullie je deuren voorgoed sluiten. Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] ”.
Op 1 oktober 2023 hoorden we dat er een ontploffing zou hebben plaatsgevonden voor het restaurant. [5]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Op 1 oktober 2023 werden wij gezonden naar restaurant [restaurant] , gelegen aan de [adres] te [plaats] . Wij kwamen ter plaatse op genoemd adres.
Wij zagen dat de ramen en deuren van restaurant [restaurant] zwaar beschadigd waren. Wij zagen dat twee deuren van het restaurant zwaar beschadigd en gedeeltelijk ontzet waren.
Wij zagen dat diverse ramen verbroken waren en/of gescheurd waren.
Wij roken de geur van vuurwerk. [6]
Aangever [aangever] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Ik doe aangifte van vernieling van mijn pand aan de [adres] te [plaats] . Op 1 oktober 2023 vertelde de buurman mij dat er een explosie had plaatsgevonden bij het restaurant [restaurant] (de rechtbank begrijpt: [restaurant] ). Dit restaurant bevindt zich schuin onder mijn pand. Ik zag dat het veiligheidsglas van de voordeur kapot was gebarsten en dat het bovenpaneel van de voordeur naar binnen verbogen was. [7]
Verbalisant [verbalisant 3] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Op 1 oktober 2023 zagen wij dat het pand dat zich links van het restaurant bevindt, ook schade had. Wij zagen dat de grote ruit van het pand er bijna helemaal uit lag. Wij zagen dat het pand het huisnummer [huisnummer] had. [8]
In de NFI-rapportage, betreffende het explosievenonderzoek naar de ontploffing op 1 oktober 2023 aan de [straat] in [plaats] , staat onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende:In het chemisch sporenbeeld van de bemonsteringen zijn aanwijzingen verkregen voor een ontploffing van een explosieve lading op basis van kaliumperchloraat en aluminiumpoeder. Mengsels op basis van kaliumperchloraat en een metaalpoeder staan ook wel bekend onder de naam 'flitspoeder'. Flitspoeders zijn krachtige pyrotechnische mengsels en zijn gevoelig voor (al dan niet onbedoelde) ontsteking door bijvoorbeeld vuur, hitte, een vonk of wrijving. [9]
Flitspoeder is ook de knallading van een Cobra 6. [10]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Op 5 oktober 2023 werd de woning van [verdachte] aan de [adres] in [woonplaats] betreden. Tijdens de doorzoeking zijn de volgende goederen aangetroffen:
Slaapkamer [verdachte] :
- Prullenbak met restanten open gebroken Cobra 6. [11]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:Bij verdachte thuis (de rechtbank begrijpt aan de [adres] in [woonplaats] ) lagen tijdens een doorzoeking in de prullenbak 9 exemplaren Cobra 6.
Onderzoek aan object inhoud afvalbak, 9 x Cobra 6:
Ik zag dat de blauwe doppen scheef op het explosief waren geplaatst, deels los zaten of ontbraken. [12]
De Explosieven Verkenner heeft de blauwe doppen verwijderd en vastgesteld dat de grootste hoeveelheid van de lading flitspoeder ontbrak. [13]
Verbalisant [verbalisant 6] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Op 2 oktober 2023 wordt er gebeld naar het nummer [telefoonnummer] , die wordt opgenomen door [slachtoffer 1] van [restaurant] . Zie onderstaand gesprek:
[slachtoffer 1] : [slachtoffer 1] van [restaurant]
N: NN-man [telefoonnummer] (de rechtbank begrijpt dat deze onbekende persoon belt met nummer [telefoonnummer] )
Gesprek 2485N: luister, ik heb jou een waarschuwing gegeven.
Gesprek 2486 [14] N: Ik heb jou waarschuwing gegeven.
N: Luister, ik heb jou die code gestuurd.
N: Als binnen één uurtje niet erop staat, doorzeef ik die hele zaak.
[slachtoffer 1] : Volgens mij ben je bij de verkeerde.
N: Nee, nee, nee. Dit is geen verkeerde afpersing he broer.
N: Binnen een uurtje heb je code. Anders ga je straks meemaken. Doorzeef je zaak als mensen binnen zitten.
N: Uurtje, anders doorzeef ik die zaak. [15]
Verbalisant [verbalisant 7] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Tijdens de veilligheidsfouillering van verdachte [verdachte] op 5 oktober 2023, voelde ik, MN348, een telefoon in zijn zak van zijn bodywarmer. Ik zag dat dit een Nokia was. [16]
Verbalisant [verbalisant 8] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Bij de aanhouding van verdachte [verdachte] werd een mobiele telefoon van het merk Nokia in beslag genomen. Het gebruikte telefoonnummer op dit toestel is [telefoonnummer] . [17]
Aangever [slachtoffer 2] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:Ik ben de eigenaar van de coffeeshop [coffeeshop 1] gelegen op de [adres] te [plaats] . Op 3 oktober 2023 keek ik in mijn brievenbus en zag ik dat er een brief in zat. Ik zag dat er in de brief iets stond met “8000,- overmaken, want anders”. [18]
In de brief die aangever [slachtoffer 2] heeft ontvangen staat het volgende:“beste coffeeshop [coffeeshop 1]
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons, wij eisen 8000 euro in Bitcoin te ontvangen van jullie. Jullie deadline is tot en met 2-10-2023 18.00. Zullen jullie niet voor die tijd betalen op een of ander manier kan je veel verschillende dingen van onze kant verwachten dat je zaak wordt opgeblazen of beschoten wat voor ons beter werkt op dat moment hoop jullie genoeg te hebben geïnformeerd als het betaald word horen jullie niks meer zo niet hoor je het wel.
Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] ”. [19]
Aangever [slachtoffer 3] heeft, namens het slachtoffer Coffeeshop [coffeeshop 2] , onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:Ik ben mede-eigenaar van coffeeshop [coffeeshop 2] aan de [adres] te [plaats] .
Op 2 oktober 2023 kwam ik de coffeeshop binnen. Zoals gebruikelijk word de post die door de brievenbus is gedaan aan de voorzijde van het pand op de balie gelegd. Ik zag ik dat er nu ook een brief lag op de balie. Ik opende deze brief en las daarin de volgende tekst:
“beste coffeeshop [coffeeshop 2]
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons, wij eisen 7000 euro in Bitcoin te ontvangen van jullie. Jullie deadline is tot en met 2-10-2023 18:00. Zullen jullie niet voor die tijd betalen op een of ander manier kan je veel verschillende dingen van onze kant verwachten dat je zaak wordt opgeblazen of beschoten wat voor ons beter werkt op dat moment hoop jullie genoeg te hebben geïnformeerd als het betaald word horen jullie niks meer zo niet hoor je het wel u
Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] ”. [20]
Verbalisant [verbalisant 9] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Onderstaande telefoon lag in de voertuig met kenteken [kenteken] , waar verdachte
[verdachte] (de rechtbank begrijpt ten tijde van de aanhouding) in zat.
Phone model: iPhone 11. [21]
In de iPhone 11 zijn verschillende zoekslagen gemaakt:
- Safari: hoe maak je een niet traceerbare bitcoinwallet
- Safari: bitcoin wallet aanmaken
- Safari: anoniem bitcoin wallet aanmaken
- Safari: [restaurant]
- Safari: vuurwerkwinkel belgie
- google maps: [restaurant]
Bitcoin adresIn de telefoon werden ‘Coinbase wallets’ aangetroffen, waarvan één Bitcoin wallet een exacte overeenkomst heeft met het Bitcoin-adres dat gebruikt is in de dreigbrieven die zijn afgeleverd bij de drie aangifte locaties: [bitcoin wallet] .
Bovenstaand Bitcoin-adres werd ook gevonden in de notities in de telefoon. [22]
Ten aanzien van feit 5 en 6:
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 5 en feit 6 ten laste gelegde bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 juni 2024;
  • een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 10]
- een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 10] [24] ;
- een proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 11] [25] ;
- een geschrift, te weten een NFI-rapportage explosievenonderzoek van 31 januari 2024 [26] .
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 7: medeplegen
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij op 1 oktober 2023 samen met (een) ander(en) een ontploffing bij het restaurant [restaurant] teweeg heeft gebracht en de eigenaar van dit restaurant heeft afgeperst door die ontploffing teweeg te brengen en de eigenaar van dit restaurant te bellen en hem woordelijk te bedreigen. Een nabijgelegen pand is door de ontploffing vernield. Verdachte ontkent dat hij ten tijde van de ontploffing bij [restaurant] aanwezig was en de ontploffing aldaar (zelf) heeft veroorzaakt. Ook ontkent verdachte dat hij de eigenaar van [restaurant] telefonisch heeft bedreigd. Ook als dit zo zou zijn, dan is de rol van verdachte als medepleger van de ten laste gelegde feiten aan te merken. Hiertoe geldt het volgende.
De betrokkenheid aan een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan van dit feit sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Daarbij moet de intellectuele en/of materiële bijdrage van een verdachte aan het delict van voldoende gewicht zijn. Daarvoor is niet vereist dat de rol van iedere dader (precies) even groot is geweest.
Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte wist dat de ontploffing bij [restaurant] zou plaatsvinden. Ongeveer drie dagen voor de ontploffing heeft verdachte, in opdracht van een ander, een dreigbrief bij dit restaurant bezorgd. Deze brief is geprint met de printer die zich in de woning van verdachte bevond. In deze dreigbrief stond een Bitcoin-adres genoteerd. Dat is ook teruggevonden in de iPhone van verdachte. Verdachte heeft ook verklaard aan zijn opdrachtgever Bitcoin-adressen te hebben verschaft. Aan verdachte is vervolgens verteld dat er 10.000 euro in Bitcoins (het precieze bedrag dat in de afgeleverde dreigbrief aan [restaurant] is genoemd) gestort zou worden. Verdachte moest dit geldbedrag naar andere Bitcoin-adressen doorsturen. Verder is de telefoon waarmee de eigenaar van [restaurant] is gebeld en bedreigd, bij de aanhouding van verdachte in zijn jaszak aangetroffen. Daarbij komt dat in de prullenbak in de woning van verdachte open cobra’s 6 zijn gevonden, waarbij het grootste gedeelte van het flitspoeder ontbrak. De explosieve substantie flitspoeder is ook aangetroffen op plaats delict. In zijn telefoon heeft verdachte gezocht op zoektermen als [restaurant] en vuurwerkwinkel België. Nu verdachte geen concrete en verifieerbare verklaring heeft voor de opengebroken cobra’s in zijn kamer en het daarbij ontbreken van flitspoeder, gaat de rechtbank, in samenhang bezien met de overige feiten en omstandigheden, ervan uit dat de inhoud van die cobra’s is gebruikt voor de ontploffing bij [restaurant] .
Uit voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte ervan op de hoogte moet zijn geweest dat het restaurant [restaurant] werd afgeperst en dat aldaar een ontploffing zou gaan plaatsvinden én heeft plaatsgevonden, om betaling af te dwingen. Met deze wetenschap heeft verdachte met zijn handelen, te weten het afleveren van een dreigbrief, zijn betrokkenheid bij het verschaffen van flitspoeder en bitcoin-adressen en het moeten doorsturen van het afgeperste geldbedrag, opzettelijk en in nauwe samenwerking met een of meer anderen een substantiële bijdrage geleverd aan de ten laste gelegde feiten, waardoor sprake is van medeplegen.
T.a.v. feit 1: partiële vrijspraak levensgevaar en gevaar van zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank oordeelt dat bij de ontploffing gevaar voor goederen te duchten was, te weten voor het pand zelf en het nabijgelegen pand, maar het dossier bevat onvoldoende bewijs om aan te nemen dat levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was. Of van levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel kan worden gesproken, hangt af van het antwoord op de vraag of dit gevaar ten tijde van de ontploffing naar algemene ervaringsregels voorzienbaar was.
Ten tijde van de ontploffing waren er geen personen aanwezig in het restaurant [restaurant] . Ook is niet gebleken dat er in de nabije omgeving op straat personen waren. Weliswaar waren de bewoners van de naburige panden thuis, maar het is niet bekend wat de ontploffing in deze woningen teweeg heeft gebracht. Daarom is er onvoldoende concrete informatie in het dossier aanwezig om te kunnen beoordelen of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor omwonenden naar algemene ervaringsregels voorzienbaar was. De verdachte zal ten aanzien van dit deel van de tenlastelegging partieel worden vrijgesproken.
T.a.v. feit 3 en feit 4: medeplegen
Verdachte heeft bekend de dreigbrieven bij coffeeshop [coffeeshop 1] en coffeeshop [coffeeshop 2] te hebben afgeleverd en gelet op zijn betrokkenheid en rol bij de onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten, kan het niet anders dan dat verdachte op de hoogte is geweest van de inhoud van bovengenoemde dreigbrieven. Met deze wetenschap heeft verdachte met zijn handelen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de poging tot afpersing van beide ondernemingen, zodat ook hier sprake is van medeplegen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 1 oktober 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door bij een pand, gelegen aan de [adres] te [plaats] ( [restaurant] ), een explosieve/brandbare substantie en/of stoffen tot ontsteking en/of ontbranding te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het voornoemde pand en het nabijgelegen pand, te duchten was;
feit 2:
in de periode van 28 september 2023 tot en met 2 oktober 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag in Bitcoin, die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] toebehoorde
- een brief op de deurmat van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats] ( [restaurant] ) heeft gelegd, met de tekst:
"Beste [slachtoffer 4] (eigenaren van [restaurant] ),
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons. Wij eisen 10000 euro in Bitcoin. Jullie deadline is tot en met 28 september 2023 18:00 uur.
Zal het volledige bedrag niet voor dat tijdstip erop staan kunnen jullie je deuren voorgoed sluiten.
Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] '',
van welke inhoud die [slachtoffer 1] kennis heeft genomen, en
- een ontploffing teweeg heeft gebracht door bij voornoemd pand een explosieve/brandbare substantie en/of stoffen tot ontsteking en/of ontbranding te brengen, en
- die [slachtoffer 1] heeft gebeld en hem de woorden heeft toegevoegd "ik heb jou een waarschuwing gegeven" en "luister, ik heb jou die code gestuurd" en "als binnen één uurtje niet erop staat, doorzeef ik die hele zaak" en "binnen een uurtje heb je code. Anders ga je straks meemaken. Doorzeef je zaak als mensen binnen zitten" en "uurtje, anders doorzeef ik die zaak",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 3:
in de periode van 2 oktober 2023 tot en met 3 oktober 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag in Bitcoin die geheel aan die [slachtoffer 2] toebehoorde,
- een brief in de brievenbus van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats] (Coffeeshop [coffeeshop 1] ) heeft gedeponeerd, met de tekst:
"beste coffeeshop [coffeeshop 1]
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons, wij eisen 8000 euro in Bitcoin te ontvangen van jullie. Jullie deadline is tot en met 2-10-2023 18.00. Zullen jullie niet voor die tijd betalen op een of ander manier kan je veel verschillende dingen van onze kant verwachten dat je zaak wordt opgeblazen of beschoten wat voor ons beter werkt op dat moment hoop jullie genoeg te hebben geïnformeerd als het betaald word horen jullie niks meer zo niet hoor je het wel.
Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] ",
van welke inhoud die [slachtoffer 2] (eigenaar van voornoemde coffeeshop) kennis heeft genomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4:
op 2 oktober 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag in Bitcoin die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] toebehoorde;
- een brief in de brievenbus van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats] (Coffeeshop [coffeeshop 2] ) heeft gedeponeerd, met de tekst:
"beste coffeeshop [coffeeshop 2] Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons, wij eisen 7000 euro in Bitcoin te ontvangen van jullie. Jullie deadline is tot en met 2-10-2023 18:00. Zullen jullie niet voor die tijd betalen op een of ander manier kan je veel verschillende dingen van onze kant verwachten dat je zaak wordt opgeblazen of beschoten wat voor ons beter werkt op dat moment hoop jullie genoeg te hebben geïnformeerd als het betaald word horen jullie niks meer zo niet hoor je het wel Bitcoin wallet:
[bitcoin wallet] ",
van welke inhoud die [slachtoffer 3] (mede-eigenaar van voornoemde coffeeshop) kennis heeft genomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 5:
op 5 oktober 2023 te Utrecht opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten 159 stuks knalvuurwerk (Cobra 6) voorhanden heeft gehad;
feit 6:
op 5 oktober 2023 te Utrecht een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock, model 26, kaliber 9xl9mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie, als bedoeld in artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie, voorhanden heeft gehad;
feit 7:
op 1 oktober 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk en wederrechtelijk de voordeur en de ruit van het pand, gelegen aan de [adres] te [plaats] die aan [aangever] toebehoorden, heeft vernield of beschadigd;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
feit 2: feit 3: feit 4 telkens: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 5: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 6: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 7: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen of beschadigen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het bewezen geachte volgens het volwassenenstrafrecht te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, heeft de raadsman verzocht bij het opleggen van een straf in strafmatigende zin rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is jong, first offender en zijn rol bij de ten laste gelegde feiten is beperkt. Ook heeft verdachte een (bekennende) verklaring afgelegd en verantwoordelijkheid genomen voor hetgeen hij heeft gedaan. De raadsman heeft tot slot verzocht in de strafmaat rekening te houden met de samenhang en samenloop tussen de ten laste gelegde feiten.
De raadsman vindt, gelet op het voorgaande, de oplegging van een gevangenisstraf van hooguit 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, passend. Indien de rechtbank tot een hogere strafoplegging komt en geen voorwaardelijk deel aan verdachte zal opleggen, heeft de raadsman verzocht verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen van maximaal 30 maanden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft samen met (een) ander(en) geprobeerd verschillende ondernemingen af te persen door hen (onder andere) dreigbrieven te sturen waarin werd geëist om geld in Bitcoin. Verdachte heeft deze dreigbrieven bezorgd. In de bij coffeeshop [coffeeshop 1] en coffeeshop [coffeeshop 2] bezorgde brieven stond onder andere beschreven dat de ondernemingen zouden worden opgeblazen of beschoten, als er niet betaald werd. De eigenaar van [restaurant] is ook gebeld, waarbij de beller heeft gedreigd het restaurant te doorzeven als er geen geld zou worden overgemaakt. De volgende dag heeft in de nacht een ontploffing aldaar plaatsgevonden. Hiervan was verdachte op de hoogte. Dergelijke dreigementen zorgen bij de ontvangers voor gevoelens van angst en onveiligheid. Dat de ondernemingen moesten vrezen voor hun veiligheid, blijkt wel uit het feit dat bij [restaurant] daadwerkelijk een ontploffing heeft plaatsgevonden. Daardoor is materiële schade ontstaan aan het pand van [restaurant] en een omliggende woning. Zulke ontploffingen zijn uiterst dreigend en beangstigend voor de slachtoffers, de buurtbewoners en de samenleving in algemene zin.
Naast deze strafbare feiten heeft verdachte ook een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk, te weten 159 Cobra’s 6, voorhanden gehad. Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat vaak een zwaardere explosieve lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Ook het opslaan van vuurwerk buiten speciaal daarvoor bestemde inrichtingen brengt aanzienlijke risico’s met zich mee. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij het professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad zonder zich rekenschap te geven aan het gevaarzettende karakter daarvan.
Verdachte heeft zich tot slot schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een semiautomatisch vuurwapen met bijbehorende munitie. In zijn algemeenheid geldt dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een risico meebrengt voor de veiligheid van personen. Vuurwapenbezit leidt meer dan eens tot vuurwapengebruik, waarbij (willekeurige) slachtoffers kunnen vallen. Het voorhanden hebben van vuurwapens is daarom bijzonder gevaarzettend. Daarnaast veroorzaakt het een gevoel van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 maart 2024 op naam van de verdachte, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank weegt dit niet in strafverzwarende of strafmatigende zin mee.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van het advies van de reclassering van 4 juni 2024, opgesteld door Mevrouw I.M.T.J. Weiss, reclasseringswerker. De reclassering beschrijft dat er zorgen zijn over verdachte. Zo is er in het afgelopen jaar sprake geweest van spijbelen van school, justitiecontacten en omgang met deviante jongeren.
Het is onduidelijk wat de dagbesteding van verdachte is. Verdachte deed de opleiding [opleiding] , maar is sinds februari 2023 uitgeschreven omdat hij nooit aanwezig was en niet reageerde op contactverzoeken. De politiemutaties ten aanzien van verdachte zijn in het jaar 2023 flink toegenomen. Uit deze mutaties blijkt dat verdachte zich vaak in het gezelschap van anderen bevindt. Verdachte woont bij zijn ouders, maar spendeert naar eigen zeggen veel tijd op straat om zijn gespannen thuissituatie te ontvluchten. Zo is hij op het verkeerde pad geraakt. De reclassering concludeert dan ook dat, gelet op de justitiecontacten en het (zorgelijke) sociale netwerk van verdachte, sprake is van een hoog recidiverisico. Tot slot ontbreekt het verdachte aan probleemoplossende vaardigheden en lijkt hij het een en ander soms in mindere mate te begrijpen.
De reclassering onthoudt zich van een advies of toezicht en/of interventies benodigd zijn.
De reclassering heeft geen duidelijk beeld over de persoon van verdachte verkregen en is niet in staat te beoordelen welke delictgerelateerde factoren een rol hebben gespeeld bij de ten laste gelegde feiten. De reclassering kan dan ook niet bepalen welke interventies en/of behandeling nodig en passend is om recidive in de toekomst te voorkomen. De reclassering kan met de beschikbare informatie niet adviseren of toepassing van het jeugdstrafrecht
wenselijk is. Ten aanzien van de strafoplegging heeft de reclassering wel benoemd dat verdachte in staat is een taakstraf uit te voeren en de oplegging van een gevangenisstraf geen zwaarwegende negatieve consequenties voor verdachte zal hebben.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank met geen andere straf worden volstaan dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank neemt bij het bepalen van de duur de jonge leeftijd van verdachte in aanmerking. De rechtbank ziet geen aanleiding om het jeugdstrafrecht toe te passen en zal dan ook het volwassenenstrafrecht toepassen. De rechtbank acht de oplegging van een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden niet op zijn plaats, gelet op de aard en ernst van de strafbare feiten. Als en zodra verdachte in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidsstelling, kan van daaruit gezocht worden naar een eventueel geschikt kader met voorwaarden om het recidiverisico te verminderen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn de volgende goederen in beslag genomen:
  • medicijnen (omeprazol) op naam van [A] (G3231709);
  • een telefoon van het merk Nokia (G3231441).
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de in beslag genomen medicijnen te onttrekken aan het verkeer en de Nokia telefoon verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de in beslaggenomen goederen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten aan de rechthebbende van de in beslag genomen medicijnen, aangezien het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de Nokia telefoon verbeurdverklaren, nu met behulp van deze telefoon het onder feit 2 ten laste gelegde is gepleegd.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 45, 47, 57, 157, 317 en 350 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
  • 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
  • 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
  • 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van drie (3) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 medicijnen (G3231709);
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 een Nokia telefoon (G3231441).
Dit vonnis is gewezen door mr. N.M.H. van Ek, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en
O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.W. Hekker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juli 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 1 oktober 2023 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door op/bij/ter hoogte van een pand, gelegen aan de [adres] te [plaats] ( [restaurant] ), een explosieve/brandbare substantie en/of stof(fen) tot ontsteking en/of ontbranding te brengen en/of een (elektronisch) ontstekingsmechanisme van een (zelfgemaakt) explosief en/of een geïmproviseerde explosieve constructie te activeren, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het voornoemde pand en/of de boven het voornoemde pand gelegen woningen en/of de nabijgelegen pand(en) en/of woningen en/of auto's, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de personen die zich op het moment van de ontploffing in de nabijheid van de plek waar de ontploffing plaatsvond bevonden en/of de bewoners van de nabijgelegen woningen, te duchten was;
(art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij, in of omstreeks de periode van 28 september 2023 tot en met 2 oktober 2023 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag in Bitcoin, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of een derde toebehoorde(n)
- een brief op de deurmat van het pand gelegen aan de [adres]
te [plaats] ( [restaurant] ) heeft gelegd, met de tekst:
"Beste [slachtoffer 4] (eigenaren van [restaurant] ),
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons. Wij eisen 10000 euro in Bitcoin. Jullie deadline is tot en met 28 september 2023 18:00 uur.
Zal het volledige bedrag niet voor dat tijdstip erop staan kunnen jullie je deuren voorgoed sluiten.
Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] '',
althans een tekst met een inhoud van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer 1] kennis heeft genomen, en/of
- een ontploffing teweeg heeft gebracht door op/bij/ter hoogte van voornoemde pand een explosieve/brandbare substantie en/of stof(fen) tot ontsteking en/of ontbranding te brengen en/of een (elektronisch) ontstekingsmechanisme van een (zelfgemaakt) explosief en/of een geïmproviseerde explosieve constructie te activeren, en/of
- die [slachtoffer 1] heeft gebeld en hem de woorden heeft toegevoegd "ik heb jou een waarschuwing gegeven" en "luister, ik heb jou die code gestuurd" en "als binnen één uurtje niet erop staat, doorzeef ik die hele zaak" en "binnen een uurtje heb je code. Anders ga je straks meemaken. Doorzeef je zaak als mensen binnen zitten" en "uurtje, anders doorzeef ik die zaak", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij, in of omstreeks de periode van 2 oktober 2023 tot en met 3 oktober 2023 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag in Bitcoin, in elk geval enig goed, dat/die geheel often dele aan die [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde(n)
een brief in de brievenbus van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats] (Coffeeshop [coffeeshop 1] ) heeft gedeponeerd, met de tekst:
"beste coffeeshop [coffeeshop 1]
Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons, wij eisen 8000 euro in Bitcoin te ontvangen van jullie. Jullie deadline is tot en met 2-10-2023 18.00. Zullen jullie niet voor die tijd betalen op een of ander manier kan je veel verschillende dingen van onze kant verwachten dat je zaak wordt opgeblazen of beschoten wat voor ons beter werkt op dat moment hoop jullie genoeg te hebben geïnformeerd als het betaald word horen jullie niks meer zo niet hoor je het wel.
Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] ",
althans een tekst met een inhoud van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer 2] (eigenaar van voornoemde coffeeshop) kennis heeft genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij, op of omstreeks 2 oktober 2023 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag in Bitcoin, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] en/of een derde toebehoorde(n)
een brief in de brievenbus van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats] (Coffeeshop [coffeeshop 2] ) heeft gedeponeerd, met de tekst:
"beste coffeeshop [coffeeshop 2] Hierbij ontvangen jullie deze brief van ons, wij eisen 7000 euro in Bitcoin te ontvangen van jullie. Jullie deadline is tot en met 2-10-2023 18:00. Zullen jullie niet voor die tijd betalen op een of ander manier kan je veel verschillende dingen van onze kant verwachten dat je zaak wordt opgeblazen of beschoten wat voor ons beter werkt op dat moment hoop jullie genoeg te hebben geïnformeerd als het betaald word horen jullie niks meer zo niet hoor je het wel Bitcoin wallet: [bitcoin wallet] ",
althans een tekst met een inhoud van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer 3] (mede-eigenaar van voornoemde coffeeshop) kennis heeft genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij, op of omstreeks 5 oktober 2023 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten 159, althans een of meer, stuks knalvuurwerk (Cobra 6), heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
(art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, art 9.2.2.1. Wet milieubeheer, art 1a onder 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten, art 47 en 91 Wetboek van Strafrecht)
6
hij, op of omstreeks 5 oktober 2023 te Utrecht, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock, model 26, kaliber 9xl9mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie, als bedoeld in artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie, voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
7
hij, op of omstreeks 1 oktober 2023 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk de voordeur en/of de ruiten/ramen van het pand, gelegen aan de [adres] te [plaats] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 oktober 2023, genummerd 20232999987, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 484. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 28 juni 2024.
3.De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 5 april 2024.
4.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 14.
5.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 15.
6.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 35.
7.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever] , pagina 243.
8.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 41.
9.Een geschrift, te weten een NFI-rapportage Explosiefonderzoek van 26 februari 2024, pagina 341.
10.Een geschrift, te weten een NFI-rapportage Explosiefonderzoek van 26 februari 2024, pagina 340.
11.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 61 en 62.
12.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 371.
13.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 372.
14.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 53.
15.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 54.
16.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 65.
17.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 180.
18.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , pagina 8.
19.Een geschrift, te weten een afbeelding van de door aangever [slachtoffer 2] ontvangen brief, pagina 10.
20.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , pagina 157.
21.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 287.
22.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 289.
23.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 377-378.
24.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 373-376.
25.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 355 en 357.
26.een geschrift, te weten een NFI-rapportage, pagina 362-363.