ECLI:NL:RBMNE:2024:4166
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen tot verbod op smaad, laster en delen van jeugdzorginformatie in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 4 juli 2024, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Spaargaren, vorderde onder andere een verbod op smaad en laster door de vader, alsook een verbod om informatie uit het dossier van jeugdzorg te delen. De vader, bijgestaan door advocaat mr. K. van Bijsterveld, heeft de vorderingen betwist.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat de vader zich schuldig maakt aan dreiging, kwaadsprekerijen, smaad of laster. De moeder heeft geen belang bij een verbod, aangezien deze gedragingen al bij wet verboden zijn. Ook de vordering om de vader te verbieden informatie uit het jeugdzorgdossier te delen, werd afgewezen. De rechter benadrukte dat ouders hun zorgen moeten kunnen uiten en dat het delen van informatie met hulpverleningsinstanties niet onterecht is, zolang dit niet onnodig openbaar wordt gemaakt.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de vordering van de moeder om de vader te veroordelen tot medewerking aan de omgangsregeling afgewezen, omdat de vader deze regeling al nakomt. De vordering om de vader te verbieden zich negatief uit te laten over de moeder werd eveneens afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was voor dergelijk gedrag. De rechtbank heeft de moeder in de proceskosten veroordeeld, omdat de vorderingen kansloos waren en de procedure nodeloos is gevoerd. De totale proceskosten zijn begroot op € 1.427,-, welke uitvoerbaar bij voorraad zijn verklaard.