ECLI:NL:RBMNE:2024:4148

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
16-072938/23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling en bedreiging door verdachte tegen moeder en broer

Op 11 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 13 maart 2023 zijn moeder heeft mishandeld en bedreigd. De verdachte heeft zijn moeder meerdere malen geschopt, geslagen en met een mes gestoken. De rechtbank oordeelt dat niet bewezen is dat de verdachte opzettelijk zijn moeder van het leven wilde beroven, maar wel dat hij heeft geprobeerd haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank legt een gevangenisstraf van 12 maanden op, met daarnaast tbs met dwangverpleging, omdat de problematiek van de verdachte eerst behandeld moet worden voordat hij veilig kan terugkeren in de maatschappij. De verdachte heeft ook zijn broer bedreigd, wat eveneens in de uitspraak is meegenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is door een psychische stoornis, wat invloed heeft gehad op zijn gedragingen tijdens het delict. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot doodslag, maar hem wel schuldig bevonden aan de poging tot zware mishandeling en bedreiging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-072938/23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 11 juli 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats] (Iran),
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De rechtbank heeft de zaak op de terechtzitting van 27 juni 2024 inhoudelijk behandeld.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Mulderij, advocaat te Utrecht.
Namens het Openbaar Ministerie is mr. J.P. Jansen, officier van justitie, verschenen.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1primair
op 13 maart 2023, al dan niet met een vooropgezet plan, heeft geprobeerd om zijn moeder van het leven te beroven;
subsidiair
op 13 maart 2023, al dan niet met een vooropgezet plan, heeft geprobeerd om aan zijn moeder zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
meer subsidiair
op 13 maart 2023, al dan niet met een vooropgezet plan, zijn moeder heeft mishandeld;
feit 2op 13 maart 2023 zijn broer, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

De rechtbank gaat op basis van het dossier en van wat tijdens de inhoudelijke behandeling is besproken uit van de volgende feiten en omstandigheden (bewijsmiddelen) [1] .
Op 13 maart 2023 wordt contact opgenomen met het noodnummer 112. Dit gesprek is opgenomen, uitgeluisterd en uitgewerkt in een proces-verbaal. [2] Voor zover van belang wordt over en weer het volgende gezegd, waarbij C gebruikt wordt voor de tekst van de medewerker van de meldkamer en M gebruikt wordt voor de tekst van aangeefster.
C: "Meldkamer Politie wat is de locatie van uw noodgeval?"
[slachtoffer 2] : "Jaahahaaaa, help mij, help mij. Mijn zoon heb mij..... Mijn zoon heb mij geslagen met een mes."
C: "En waar belt u vandaan?"
[slachtoffer 2] : " [woonplaats] ."
[slachtoffer 2] : " [adres] . Hij heeft allemaal kapot gemaakt. Hij is weg. Hij is weg. Hij zegt: Als jij politie bellen ik ga jou dood maken."
[slachtoffer 2] : "Ja. Mijn bank, allemaal kapot gemaakt. Alles, alles, alles heeft kapot gemaakt. Hij heeft gezegd: met de mes ik ga jou dood. ik heb gezegd: Ik ben jou moeder. Niet doen, ik ben jou moeder.
C: "Mevrouw, mevrouw probeer heel even rustig. Om wie gaat het? Hoe heet uw zoon?"
[slachtoffer 2] : " [verdachte] ."
[slachtoffer 2] : " [verdachte] volgens mij."
Op 13 maart 2023 omstreeks 18:17 uur krijgt de politie opdracht om te gaan naar de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Ter plaatse doet [slachtoffer 2] (hierna: aangeefster) de deur van de woning open. [3] Zij zegt meerdere keren dat haar zoon erg boos was. In de woning ligt op het aanrecht een keukenmes, met een lemmet van ongeveer 15 a 20 centimeter. Aangeefster zegt dat zij met dit mes is gestoken. In de woonkamer staan twee tweezitsbanken. De kussens van deze banken waren kapotgesneden. Er zijn meerdere scheuren te zien, waar de witte vulling van het kussen uitsteekt. Aangeefster zegt dat haar zoon dit heeft gedaan, waarbij zij haar arm van boven naar beneden beweegt. Op de deur richting de woonkamer zaten bloedvegen en op meerdere muren in de woning zaten bloedspetters. Aangeefster zegt dat toen haar zoon binnenkwam hij begon te slaan. Hij pakte vervolgens een mes en stak haar daarmee. Hij zei daarbij: “Ik maak je dood, ik maak je dood.” [4]
Op 14 maart 2023 verklaart aangeefster tegenover de politie het volgende over wat zich volgens haar op 13 maart 2023 heeft afgespeeld. Rond 16.30 uur hoort zij de deurbel en ziet verdachte op het beeldscherm. Zij doet de deur voor hem open. Verdachte stapt haar woning binnen en begint haar meteen te slaan. Hij slaat haar een aantal keren achter elkaar met zijn rechtervuist op haar achterhoofd. Verdachte doet de voordeur op een knip. Verdachte pakt in de keuken een mes, met zwart handvat. [5] Vervolgens steekt verdachte het mes in haar rechteronderbeen, aan de voorzijde. Hierna steekt verdachte haar in haar linkerzij. Zij rent de woning uit, maar verdachte rent achter haar aan. Hij pakt haar bij haar nek en trekt haar terug de woning in. Zij gaat op de grond zitten en voelt vuistslagen van verdachte onder haar hoofd, onder haar nek en op haar rug. [6]
Op 15 maart 2023 verklaart aangeefster in aanvulling op het verhoor van 14 maart 2023 het volgende. Zij deed de deur open en zij voelt dat verdachte haar op haar kaak en hoofd raakt met zijn vuist. Ze hoorde hem zeggen “Ik ga jou vermoorden.” Ze zag dat hij naar het keukenblok liep en een mes pakte. Ze voelt en ziet dat verdachte haar in haar onderbeen steekt en daarna in haar linkerzij, aan de rugkant. Zij zakt door haar hurken en ziet en voelt dat verdachte haar met zijn voet gaat trappen. Ze voelt dat hij haar op verschillende plekken van haar lichaam raakt. [7] Over de bank zegt zij dat verdachte dit met hetzelfde mes deed. Hij maakte met het mes snijbewegingen in de bank. [8]
Op 16 maart 2023 hoort de politie [getuige] , bewoner van [adres] . Hij verklaart dat hij op 13 maart 2023 thuis was en de bel hoorde. Voor de deur stond de buurvrouw van nummer [huisnummer] . Ze zei: politie bellen of woorden van gelijke strekking. Ze wees naar haar gezicht, waar een paar plekjes aan de rechter kant van haar gezicht zaten. Hij hoorde haar zeggen “zoon en mes”. Met haar hand maakte ze steekbewegingen en hij hoorde dat ze zei “hij mij steken” of woorden van gelijke strekking. Hij ziet dat ze verdrietig en aangeslagen is en hoort dat haar zoon dit had gedaan. [9]
Op 17 maart 2023 wordt het letsel van aangeefster onderzocht. De resultaten van het onderzoek staan vermeld in een Letselrapportage Forensische Geneeskunde. Er is een vermoeden van inwendig letsel vanwege uitsteeksels van wervels die zijn afgebroken. De ingeschatte duur voor de verdere genezing van zichtbaar letsel is vier weken. De gemelde toedracht (schoppen, slaan en steken met een mes) kan zeer goed passen bij het geconstateerde letsel op 17 maart 2023. Een breuk van de dwarsuitsteeksel van de wervels wordt geclassificeerd als matig. [10] Bij aangeefster wordt het volgende letsel geconstateerd:
Lichaamsdeel
Hoofd
Beschrijving
Een scherp begrensde roodbruine huiddefect de linker onderkaak volgend met een lengte van circa 4 cm. De wondranden zijn intact
Soort
Kraswond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Goed
Lichaamsdeel
Hoofd
Beschrijving
Naast de rechter mondhoek is een scherp begrensde roze rode huidverkleuring zichtbaar met een lengte van circa 0,5 cm
Soort
Kraswond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Mogelijk
Lichaamsdeel
Hoofd
Beschrijving
Naast rechter neusvleugel is een rond vaag begrensd rood huiddefect zichtbaar met aan de randen schilfering. Het is een beschadiging van de huid.
Soort
Huidbeschadiging
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Mogelijk
Lichaamsdeel
Borst
Beschrijving
Rechts op de romp vanaf halverwege de borst omhoog naar het sleutelbeen en lopend via het borstbeen naar links een matige scherp begrensde uitgebreide geelverkleuring met een grootte van circa 10 bij 10 cm. In het onderste deel zijn vele kleine donkerblauwe huidverkleuringen aanwezig.
Soort
Bloeduitstorting
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Zeer goed [11]
Lichaamsdeel
Heup
Beschrijving
Lijnvormig huiddefect ter hoogte van de linkerheup boven de bekkenkam. De wond randen zijn intact. Het letsel is schuin naar boven georiënteerd. De lengte bedraagt circa 3 centimeter. Het letsel is gesloten middels twee hechtingen. Het aspect van de wonddiepte is niet te beoordelen.
Soort
Snijwond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Zeer goed
Toelichting
Dit letsel betreft snijwond met onderhuidse bloeduitstorting
Lichaamsdeel
Rug
Beschrijving
Op de rechterzijde van de rug is een matig scherp begrensde grillige geel groen huidverkleuring ongeveer 6 bij 5 cm zichtbaar met centraal schuin naar boven lopende paar blauwe strepen
Soort
Bloeduitstorting
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Goed
Lichaamsdeel
rechterarm
Beschrijving
Op de buitenzijde van de rechter bovenarm zijn zes matig tot scherp begrensde rood paarse tot geelgroen huidverkleuringen zichtbaar van verschillende grootte. In vier van de zes huidverkleuringen zijn vijf huidbeschadigingen zichtbaar
Soort
Bloeduitstorting [12]
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Zeer goed
Lichaamsdeel
Rechterarm
Beschrijving
Op de rechter onderarm onder de elle boog zijn meerdere huidverkleuringen en huiddefecten zichtbaar.
Soort
Kraswond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Goed
Lichaamsdeel
Linkerarm
Beschrijving
Op de linkerzijde van de linker elleboog is een in nagenoeg lengterichting verlopende lijnvormige huidonderbreking met een lengte van circa 1 centimeter zichtbaar.
Soort
Snijwond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Zeer goed
Lichaamsdeel
Rechterbeen
Beschrijving
Onder de rechter knie op de rand van het scheenbeen is een naar rechts schuin omhooglopende streepvormige wond zichtbaar met twee hechtingen
Soort
Steekwond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Zeer goed
Lichaamsdeel
Rechterarm
Beschrijving
Aan de achterzijde van de rechter bovenarm naast het schoudergewricht ter plaatse van de triceps zijn drie vaag begrensde roodvormige gele huidverkleuringen zichtbaar circa 1 bij 1 cm.
Soort
Bloeduitstorting
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Goed [13]
Lichaamsdeel
Rechterarm
Beschrijving
Rechts van de drie rondvormige bloeduitstortingen op de rechter boven arm zijn meerdere vaag begrensde rode lijnen zichtbaar
Soort
Kraswond
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Goed
Lichaamsdeel
Linkerarm
Beschrijving
Op de binnenzijde van de linker elleboog is een onscherp begrensde gele huidverkleuring zichtbaar van circa 2 bij 3 cm.
Soort
Bloeduitstorting
Past de gemelde toedracht bij het letsel
Zeer goed [14]
Op de terechtzitting van 27 juni 2024 heeft verdachte het volgende verklaard. Op 13 maart 2023 was ik in de woning van mijn moeder. Ik was boos op mijn broertje. Ik heb een mes gepakt. Ik heb mijn moeder met het mes geraakt. Ik heb haar geslagen en geschopt.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Verdachte heeft op 13 maart 2023 geprobeerd om aangeefster, zijn moeder, opzettelijk van het leven te beroven. Dat verdachte opzet had op de dood van zijn moeder kan worden afgeleid uit het 112-gesprek, de verklaringen van aangeefster, het bij aangeefster geconstateerde letsel en de verklaring van de buurman. Niet blijkt dat verdachte handelde met voorbedachte raad, zodat hij van dit onderdeel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
Daarnaast heeft verdachte zijn broer met de dood bedreigd, zoals blijkt uit de door verdachte aan zijn broer gestuurde chatberichten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw weerspreekt dat verdachte opzettelijk zijn moeder van het leven wilde beroven. Hiervoor dient verdachte dan ook te worden vrijgesproken. Het letsel bij aangeefster komt door slaan en schoppen. Verdachte ontkent haar te hebben gestoken. De steek- en snijwonden zijn het gevolg van een ongeluk. Het letsel bij aangeefster is niet van dien aard, dat kan worden gesproken van opzet op de dood. Voor het overige zijn de steek- en snijwonden oppervlakkig. Verdachte heeft het mes uit de keuken gebruikt om daarmee de bank in de woonkamer te vernielen. Het mes is niet gebruikt om daarmee aangeefster te verwonden. Voor zover dat wel is gebeurd, is dat per ongeluk gegaan. Aangeefster verklaart ook niet dat verdachte haar opzettelijk en gericht heeft gestoken. Verdachte heeft niet gehandeld met voorbedachte raad; zijn handelen vloeide niet voort uit een voorgenomen besluit, maar was het gevolg van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling als uiting van plotseling opgekomen woede en drift.
Voor wat betreft de bedreiging van de broer van verdachte refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
feit 1
De rechtbank dient als eerste te beoordelen of verdachte op 13 maart 2023 (al dan niet volgens een vooropgezet plan) opzettelijk heeft geprobeerd om aangeefster van het leven te beroven door haar een of meerdere keren met een mes te steken.
Verdachte heeft verklaard dat hij zijn moeder niet heeft gestoken. Hij heeft haar per ongeluk met het mes geraakt. Ook heeft hij haar geslagen, maar hij is niet blijven slaan en toen hij tegen de bank aanschopte, heeft hij ook tegen zijn moeder geschopt. De rechtbank overweegt dat een deel van het letsel past bij de verklaring van verdachte dat hij zijn moeder in haar woning heeft geschopt en geslagen. Uit de hoeveelheid bloeduitstortingen over het gehele lichaam blijkt echter dat het niet bij een enkele slag en schop is gebleven, zoals verdachte heeft gezegd. De verklaring van verdachte verklaart ook niet de snij- en steekwonden van moeder. Gezien het soort letsel kan dit enkel worden verklaard door het steken en/of snijden in de huid met een scherp voorwerp. Verdachte heeft in de woning het mes in zijn handen gehad, waarmee hij de bank in de woonkamer heeft vernield. De rechtbank is onder deze omstandigheden van oordeel dat het verdachte is geweest die met het mes ook snij- en steekbewegingen in de richting van het lichaam van zijn moeder heeft gemaakt, waardoor zij snij- en steekwonden heeft opgelopen. Gezien de hoeveelheid snij- en steekwonden en de plekken waar deze zijn aangetroffen, kan dit letsel niet zijn ontstaan doordat verdachte haar een keer per ongeluk met het mes heeft geraakt zoals hij heeft gezegd.
Volgens de officier van justitie heeft verdachte met opzet geprobeerd om zijn moeder van het leven te beroven.
Voor een bewezenverklaring van opzet is bewijs nodig waaruit blijkt dat iemand willens en wetens heeft gehandeld. Het gaat er dan om dat iemand handelt overeenkomstig zijn bedoeling; met het volle besef van zijn eigen wil en van de strekking van zijn handelen die in het verlengde van de wil is gelegen. Met andere woorden, er wordt doelbewust een gevolg nagestreefd.
Moeder heeft verklaard dat verdachte bij het steken meerdere keren heeft gezegd: “Ik maak je dood”. Hieruit zou het opzet van verdachte op de dood van moeder kunnen worden opgemaakt. De rechtbank is er desalniettemin niet van overtuigd geraakt dat de wil van verdachte gericht was op de dood van zijn moeder. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Het lemmet van het mes dat verdachte in zijn handen had, was 14 centimeter. Verdachte heeft hetzelfde mes gebruikt om daarmee de (kussens op de) bank in de woonkamer te vernielen. Uit de afbeeldingen in het dossier van de staat van de bank leidt de rechtbank af dat verdachte het mes met veel kracht in de (kussens van de) bank moet hebben gestoken en dat hij daarna met veel kracht de bank/kussens kapot heeft gesneden. Ook heeft de rechtbank ter zitting de verschillen in lengte en gewicht waargenomen tussen verdachte en zijn moeder. Verdachte was toen hij in de woning kwam erg boos door het daarvoor gevoerde telefoongesprek met zijn broer en heeft gedreigd zijn moeder te doden. Maar ondanks deze omstandigheden (zonder afbreuk te doen aan de ernst van wat er is gebeurd), is het snij- en steekletsel van aangeefster (gelukkig) relatief beperkt gebleven. Het waren vooral kraswonden. Er was daarnaast een snijwond bij de heup en de elleboog en een steekwond bij de knie. Dat zijn geen vitale lichaamsdelen. De rechtbank gaat er vanuit dat als de wil van verdachte echt gericht was op de dood van zijn moeder dit gevolg, gelet op de lengte van het mes, de (geestelijke) toestand van verdachte en de kracht van verdachte, zonder meer zou zijn ingetreden. Dit alles maakt dat de rechtbank niet de overtuiging heeft gekregen dat verdachte met opzet heeft geprobeerd om zijn moeder van het leven te beroven, ook niet in voorwaardelijke zin. Voor het voorwaardelijk opzet geldt dat bewezen zal moeten worden dat het handelen van verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer tot gevolg had en verdachte deze kans bewust heeft aanvaard.
Áls er al een aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer bestond, dan is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat hij die kans willens en wetens (bewust) heeft aanvaard. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de onder 1 primair ten laste gelegde poging tot doodslag.
De rechtbank acht wél bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Gezien het bij aangeefster geconstateerde letsel heeft verdachte zijn moeder over heel haar lichaam geslagen, geschopt en haar met een mes steek- en snijwonden toegebracht. Een van de snijwonden bevond zich in de zij van aangeefster en bij aangeefster was sprake van gebroken rugwervels. Al deze geweldhandelingen vonden plaats in een kleine ruimte, te weten de woning/woonkamer van aangeefster.
Van algemene bekendheid mag worden verondersteld dat de kans op zwaar lichamelijk letsel aanmerkelijk is wanneer met kracht op het lichaam wordt ingeslagen, geschopt en gestoken in het bovenlichaam. Deze gedragingen van verdachte kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel gericht te zijn dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg bewust heeft aanvaard. Van contra-indicaties is de rechtbank niet gebleken. Aldus acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling, met uitzondering van de voorbedachte rade. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte een plan had beraamd om aangeefster zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, nu de rechtbank niet is gebleken dat verdachte voldoende tijd voor beraad en gelegenheid voor bezinning heeft gehad. Verdachte zal van dit onderdeel van de tenlastelegging dan ook worden vrijgesproken.
feit 2
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 27 juni 2024;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 16 maart 2023, genummerd PL0900-2023077709-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende de aangifte van [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina 393 e.v.;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 21 maart 2023, genummerd
2023075161, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen mobiele telefoon verdachte, doorgenummerde pagina 441 e.v.
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 15 maart 2023 als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte dossier met nummer 2023077768C van 28 augustus 2023, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, houdende het verhoor van [slachtoffer 2] , pagina 379;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 28 maart 2023, genummerd 2023075161, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, p. 397.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 subsidiair
op 13 maart 2023 te [woonplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- naar de woning van die [slachtoffer 2] is gegaan en
- die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: “ik ga jou vermoorden” en
"ik ga jou doden" en
- (vervolgens) een mes heeft gepakt en
- met dat mes, die [slachtoffer 2] in de linkerzij en het been en de kaak en de wang en de arm heeft gestoken of heeft gesneden en
- meerdere malen op de rug en de armen heeft getrapt/geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2
op 13 maart 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- die [slachtoffer 1] (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen: "ik ga je doodsteken" en
- die [slachtoffer 1] (per WhatsAppbericht(en)) dreigend de woorden toe te voegen:
"Ik vermoord jullie allemaal jou hele gezien hoerzoon" en "ik vermoord jullie allemaal jou kanker kinderen jou zowiezo en jou kanker vrouw" en "Let maar op of ik jou neersteken of niet heb je lef kom of bij mij kom bij mama",
- tegen [slachtoffer 2] over die [slachtoffer 1] te zeggen (terwijl hij, verdachte, een mes pakt): "Hij mag hier nooit meer komen. Als hij hierheen komt dan ga ik hem wat aan doen" en "Ik wil [slachtoffer 1] dood maken en ook zijn vrouw en zijn kinderen";
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.Strafbaarheid van de feiten

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair
poging tot zware mishandeling;
feit 2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Oplegging van straf en/of maatregel

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van het voorarrest, en de (ongemaximeerde) maatregel van terbeschikkingstelling, met bevel tot verpleging van overheidswege.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Verdachte zit ruim 15 maanden in voorlopige hechtenis, zonder behandeling. Verdachte staat open voor behandeling, ondanks het feit dat hij de noodzaak daarvan niet inziet en het niet eens is met de conclusie uit het PBC-advies. Gelet op de LOVS-oriëntatiepunten voor een poging zware mishandeling en bedreiging heeft verdachte zijn straf uitgezeten. Verzocht wordt om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, het bewezenverklaarde hem in verminderde mate toe te rekenen en om bij het opleggen van een eventuele gevangenisstraf de duur daarvan gelijk te stellen aan het voorarrest, zodat een eventuele behandeling onverwijld en buiten de gevangenis kan aanvangen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf/maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft op 13 maart 2023 zijn moeder in haar eigen huis geschopt, geslagen en gestoken/gesneden met een mes. Daarnaast heeft verdachte die dag ernstige bedreigingen tegenover zijn broer en zijn gezin geuit. Dit zijn zeer ernstige feiten, die diepe indruk hebben gemaakt op de familie van verdachte. Verdachte heeft zijn moeder, juist op de plek waar zij zich veilig zou moeten kunnen voelen, ernstig letsel toegebracht. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een op 13 mei 2024 gedateerd uittreksel van het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat in de afgelopen vijf jaar meerdere straffen aan verdachte zijn opgelegd voor onder meer vermogensdelicten en geweldsfeiten.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van Pro Justitia Rapportage van 26 maart 2024, opgemaakt door M.D. van Ekeren, psychiater en T. ’t Hoen, GZ-psycholoog, beiden verbonden aan het NIFP, locatie [locatie] . Daarin staat, voor zover van belang, het volgende. Hoewel verdachte niet heeft meegewerkt aan het onderzoek, hebben de onderzoekers een goed beeld van hem gekregen. Verdachte heeft een psychische stoornis.
De vorm en inhoud van zijn denken, wijzen op een ernstige psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie, een schizoaffectieve stoornis of een bipolaire stoornis. Het kan ook passen bij het gebruik van en/of schade door gebruik van psychoactieve stoffen. Voorafgaand, tijdens en na het plegen van de feiten was er bij verdachte een psychiatrische ontregeling. In december 2022, overwoog de GGZ een zorgmachtiging aan te vragen. Verdachte is daarna zorg gaan mijden. Vier dagen voor de feiten schrijft verdachte een groot aantal verwarde dreigende mails aan zijn bewindvoerder. Uit de verklaring van moeder blijkt dat verdachte ook ten tijde van het plegen van het psychiatrisch ontregeld was. Na het plegen van het duurde deze ontregeling voort: verdachte is verbaal agressief en dreigend tegenover zijn advocaat, in het [verblijfplaats] was er sprake van druk en chaotisch gedrag en van psychotische vergiftigingsideëen en achterdocht. Volgens de onderzoekers kunnen de feiten hem daarom niet volledig worden toegerekend. Er sprake van een hoog recidiverisico en om dat risico te verminderen is behandeling nodig.
Gezien de te verwachten langere behandelduur en de complexiteit van de behandeling ligt de advisering van behandeling in het kader van een zorgmachtiging niet in de rede. Gezien het grillig beloop van het beeld in de afgelopen jaren, het ontbreken van inzicht en motivatie voor behandeling en het zorgmijdend karakter van het behandelbeloop sinds 2008 achten onderzoekers een behandeling in het kader van een tbs met voorwaarden evenmin haalbaar. Aldus ziet het onderzoekend team geen andere mogelijkheid dan te adviseren om verdachte de behandeling op te leggen in het kader van een tbs met dwangverpleging. Een hoog beveiligingsniveau wordt daarbij niet noodzakelijk geacht. Gedacht kan worden aan een Forensisch Psychiatrische Kliniek, zoals Inforsa of soortgelijke instelling.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 11 april 2024. Daaruit blijkt, voor zover van belang, dat het algemeen recidiverisico hoog wordt ingeschat. Het risico op letselschade en onttrekking aan de voorwaarden wordt eveneens als hoog ingeschat. Verdachte is niet gemotiveerd voor een behandeling, omdat hij van mening is dat hij geen problemen heeft. Hij toont geen zelfinzicht en er is nauwelijks sprake van probleem- c.q. ziektebesef. Het risico op onttrekking wordt ook hoog ingeschat. De reclassering blijft bij het eerder uitgebrachte advies van 20 juli 2023, waarin negatief is geadviseerd over een tbs met voorwaarden. Er worden geen mogelijkheden gezien om met voorwaarden de mogelijke risico’s op herhaald delictgedrag te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen.
Ter terechtzitting heeft mw. M.D.J.C. Jansen, toezichthouder bij de reclassering, het advies van de reclassering nader toegelicht. Er is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van tbs met voorwaarden. Noodzakelijk daarvoor is wel dat verdachte bereid is om daar vrijwillig aan mee te werken. De motivatie ontbreekt echter bij verdachte. Verdachte vindt namelijk zelf dat er niets met hem aan de hand is. Door het gebrek aan ziekte-inzicht en probleembesef stopt verdachte ook steeds weer met de behandeling en de inname van medicatie wanneer hij zich weer goed voelt.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over en stelt vast dat ten tijde van het bewezenverklaarde feit bij de verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De rechtbank acht verdachte, gelet op de hiervoor genoemde bevindingen van de deskundigen, verminderd toerekeningsvatbaar.
Op te leggen straf
Bij de bepaling van de aan verdachte op te leggen straf en de duur daarvan heeft de rechtbank rekening gehouden met het volgende.
De rechtbank heeft gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken, waarbij sprake was van een poging tot zware mishandeling en bedreiging, zijn opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat het feit in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend. Ook de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan heeft de rechtbank laten meewegen.
Gelet op dit alles acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, passend en geboden.
Dit is lager dan de eis van de officier van justitie. Dat komt omdat de rechtbank verdachte vrijspreekt van de poging doodslag.
Op te leggen maatregel
Voor het opleggen van de tbs-maatregel moet aan de volgende wettelijke vereisten zijn voldaan:
1) er moet sprake zijn van een misdrijf waarop minimaal 4 jaar gevangenisstraf staat, of dat is genoemd in artikel 37a lid 1 onder 2 Sr;
2) bij verdachte was ten tijde van het delict sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
3) de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen vereist het opleggen van de maatregel.
1)
het bewezenverklaarde misdrijf
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (een poging) zware mishandeling. Artikel 302 Wetboek van Strafrecht bepaalt dat hij die zich schuldig maakt aan zware mishandeling wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren. De rechtbank stelt vast dat aan dit vereiste is voldaan.
2)
psychische stoornis
Deskundigen hebben bij verdachte problemen waargenomen op het gebied van de vorm en inhoud van het denken en problemen in de stemmingsregulatie. Volgens de deskundigen is de wijze van denken van verdachte een symptoom van een ernstige psychiatrische aandoening, maar dit kan ook passen bij het gebruik van en/of schade door gebruik van psychoactieve stoffen. Hoewel de deskundigen niet kunnen vaststellen wat de precieze oorzaak is van de bij verdachte waargenomen problemen, zijn er volgens hen verschillende onderliggende oorzaken van dit beeld denkbaar, die los van elkaar, maar ook naast elkaar zouden kunnen bestaan.
Omdat de problematiek in vorm en inhoud van het denken in samenhang met stemmingsproblematiek naar voren komt, wordt door de deskundigen met name gedacht aan de differentiaaldiagnose schizoaffectieve stoornis of bipolaire stoornis. Er kan echter niet worden vastgesteld welke stoornis als oorzaak kan worden aangemerkt omdat verdachte geweigerd heeft om mee te werken aan het onderzoek. Volgens de deskundigen is duidelijk dat er voorafgaand, tijdens en na het plegen van de ten laste gelegde feiten bij verdachte sprake was van een psychiatrische ontregeling, die de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van het ten laste gelegd heeft beïnvloed.
De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat bij verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde feit sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
3)
gevaarscriterium
De rechtbank stelt op basis van de rapportages vast dat wanneer het huidig psychiatrisch toestandsbeeld van verdachte onbehandeld blijft, een hoog risico op recidive van geweld bestaat. Daarbij wordt in het rapport opgemerkt dat bij het verhoogde recidiverisico, zoals dat uit de risicotaxatie-instrumenten samengenomen met de klinische indrukken naar voren komt, escalatiegevaar bij feiten als de onderhavige niet kan worden uitgesloten. Om het recidivegevaar af te wenden heeft verdachte behandeling nodig.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het hoge risico op recidive van geweld verdachte eerst behandeld zal moeten worden voordat hij kan terugkeren in de maatschappij. Verdachte vormt zonder behandeling een te groot en onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.
De rechtbank overweegt dat verdachte gezien het vorenstaande ter beschikking gesteld moet worden en dat alleen tbs met dwangverpleging een passend kader is. De rechtbank heeft niet de overtuiging gekregen dat verdachte voor langere tijd in staat zal zijn om de te stellen voorwaarden na te leven. Zo ontkent verdachte dat er iets met hem aan de hand is en dat hij behandeling nodig heeft. Dit gebrek aan ziekte-inzicht zal waarschijnlijk ook de reden zijn waarom verdachte in het verleden telkens vroegtijdig is gestopt met het volgen van behandelingen en het slikken van medicatie.
De rechtbank legt dan ook de maatregel tbs met dwangverpleging aan verdachte op.
Met het oog op het bepaalde in artikel 38e Sr, stelt de rechtbank vast dat het bewezenverklaarde feit een misdrijf betreft dat gericht is tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat de totale duur van de terbeschikkingstelling niet is beperkt tot de duur van vier jaren.

9.Beslag

De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen kleding, stukjes foto en de messen aan moeder als rechthebbende, met uitzondering van het mes dat verdachte heeft gebruikt bij het plegen van het geweld. De rechtbank zal dat mes verbeurd verklaren.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 37a, 37b, 45, 57, 285 en 302 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
verklaarthet onder
1 primairten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan
vrij;
Bewezenverklaring
verklaarthet onder
1 subsidiair en onder 2ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in
rubriek 5 is vermeld;
verklaarthet meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan
vrij;
Strafbaarheid
verklaarthet bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6
is vermeld;
verklaartverdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
veroordeeltverdachte tot een gevangenisstraf van
12 maanden;
bepaaltdat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering
en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in
mindering zal worden gebracht;
Tbs met dwangverpleging
gelastdat verdachte ter beschikking wordt gesteld;
beveeltdat verdachte van overheidswege wordt verpleegd;
Beslag (ten aanzien van feit 1)
verklaarthet volgende voorwerp verbeurd:
1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133206 ZWART MESHEFT);
gelastde teruggave aan de rechthebbende, [slachtoffer 2] , van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Shirt (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133221 ZWART HEMD OP EETTAFEL);
  • 1 STK Vest (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133225 LICHTKLEUREND VEST OP AANRECHT);
  • 1 STK Foto (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133246 STUKJES FOTO (GESCHEURD));
  • 1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133208 GEEL MESHEFT – REF); 1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133210 ROOD MESHEFT MET KARTEL LEMET);
1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2023075161-G3133211 ROOD MESHEFT MET KARTEL LEMET – REF).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst, voorzitter, mr. A.J. Reitsma en mr. E. Post, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juli 2024.
Mr. Post is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 13 maart 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven te beroven,
- naar de woning van die [slachtoffer 2] is gegaan en/of
- die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: “ik ga jou vermoorden” en/of "ik ga jou doden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gepakt en/of
- met dat mes, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal, in de linkerzij en/of het been en/of de kaak en/of de wang en/of de arm, althans het lichaam, heeft gestoken en/of heeft gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 289 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 maart 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] , opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- naar de woning van die [slachtoffer 2] is gegaan en/of
- die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: “ik ga jou vermoorden” en/of
"ik ga jou doden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gepakt en/of
- met dat mes, althans dat scherpe en/of puntige voorwerp, die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal, in de linkerzij en/of de rug en/of het been en/of de kaak en/of de wang en/of de arm, althans het lichaam heeft gestoken en/of heeft gesneden en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op de rug en/of de armen en/of het bovenlichaam, althans het lichaam, heeft getrapt/geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 303 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 maart 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer 2] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal, op het hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal, in de linkerzij en/of de rug en/of het been en/of de kaak en/of de wang en/of de arm, althans het lichaam, te steken en/of te snijden en/of
- die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal op de rug en/of de armen en/of het bovenlichaam, althans het lichaam, te schoppen/trappen;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 301 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 13 maart 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- die [slachtoffer 1] (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen: "ik ga je doodsteken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- die [slachtoffer 1] (per WhatsAppbericht(en)) dreigend de woorden toe te voegen:
"Ik vermoord jullie allemaal jou hele gezien hoerzoon" en/of "ik vermoord jullie allemaal jou kanker kinderen jou zowiezo en jou kanker vrouw" en/of "Let maar op of ik jou neersteken of niet heb je lef kom of bij mij kom bij mama", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
- tegen [slachtoffer 2] over die [slachtoffer 1] te zeggen (terwijl hij, verdachte, al dan niet een mes pakt): "Hij mag hier nooit meer komen. Als hij hierheen komt dan ga ik hem wat aan doen" en/of "Ik wil [slachtoffer 1] dood maken en ook zijn vrouw en zijn kinderen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekken;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Voor zover niet anders is vermeld, zijn deze processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte dossier met nummer 2023077768C, van 28 augustus 2023, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 327 tot en met 707. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De inhoud van de bewijsmiddelen is zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 398.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 404.
4.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 405.
5.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 373-374.
6.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 374.
7.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 378.
8.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 379.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 437.
10.Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Regio Utrecht, pagina 603.
11.Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Regio Utrecht, pagina 606.
12.Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Regio Utrecht, pagina 607.
13.Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Regio Utrecht, pagina 608.
14.Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Regio Utrecht, pagina 609.