Uitspraak
Samen Veilig Midden-Nederland, gevestigd te Utrecht,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
5.De beslissing
uiterlijk 13 juli 2024de rechtbank te berichten;
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Midden-Nederland
In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 13 juni 2024, is het verzoek van Samen Veilig Midden-Nederland, de gecertificeerde instelling, om de minderjarige [minderjarige] te plaatsen in Spanje afgewezen. De rechtbank oordeelt dat, volgens artikel 82 van de verordening Brussel II-ter, voorafgaand aan een plaatsing in een andere lidstaat een goedkeuringsprocedure moet worden doorlopen via de centrale autoriteiten. Deze procedure is niet gevolgd, wat betekent dat de plaatsing niet kan plaatsvinden. De rechtbank benadrukt dat het belang van de minderjarige vereist dat hij niet ongeoorloofd op Spaans grondgebied verblijft zonder de juiste procedure te doorlopen. De rechtbank wijst erop dat goedkeuring achteraf niet in overeenstemming is met de verordening en dat het Spaanse nationale recht vereist dat de minderjarige een band met Spanje heeft, wat in dit geval niet het geval is.
De kinderrechter heeft de GI de gelegenheid gegeven om de verzoeken te wijzigen of in te trekken, en heeft de beslissing hierover aangehouden tot uiterlijk 13 juli 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de GI in haar verzoekschriften geen melding heeft gemaakt van de vereiste goedkeuring van de Spaanse Centrale autoriteit, en dat er geen contact is opgenomen met de Nederlandse Centrale autoriteit. De rechtbank concludeert dat het zeer onzeker is of de minderjarige in Spanje geplaatst kan worden, en dat, zelfs als dit mogelijk zou zijn, de procedure niet op korte termijn kan worden gerealiseerd.