ECLI:NL:RBMNE:2024:4104

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
9 juli 2024
Zaaknummer
11168898 UV EXPL 24-145
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming huurwoning en vastlegging minnelijke regeling

In deze zaak heeft Jutphaas Wonen, een stichting gevestigd te Nieuwegein, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde partij met betrekking tot de ontruiming van een huurwoning. De kantonrechter heeft op 11 juli 2024 een mondelinge behandeling gepland, maar partijen hebben een minnelijke regeling getroffen. Jutphaas Wonen heeft de kantonrechter op 8 juli 2024 per e-mail geïnformeerd over deze regeling en verzocht deze vast te leggen in een vonnis, uitvoerbaar bij voorraad. De gedaagde partij heeft deze regeling bevestigd en verzocht om de zitting niet door te laten gaan.

De kantonrechter heeft besloten dat partijen niet hoeven te verschijnen op de geplande zitting en heeft op 11 juli 2024 vonnis gewezen. Jutphaas Wonen vorderde ontruiming van de woning omdat de gedaagde partij tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. De gedaagde had het gehuurde niet als hoofdverblijf gebruikt en had het aan derden in gebruik gegeven, wat leidde tot overlast in de buurt.

De kantonrechter heeft de ontruimingsvordering toegewezen op basis van de minnelijke regeling die partijen hadden getroffen. De gedaagde partij is veroordeeld om de woning uiterlijk op 1 oktober 2024 leeg en ontruimd op te leveren. Daarnaast is er een voorinspectie bepaald en zijn er voorwaarden gesteld om overlast te voorkomen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11168898 \ UV EXPL 24-145 MS/1270
Vonnis in kort geding van 11 juli 2024
in de zaak van
STICHTING JUTPHAAS WONEN,
gevestigd te Nieuwegein,
eisende partij,
hierna te noemen: Jutphaas Wonen,
gemachtigde: mr. B.E.J.M. Tomlow,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J. van Andel.

1.De procedure

1.1.
Jutphaas Wonen heeft een dagvaarding met producties ingediend. De kantonrechter heeft op 11 juli 2024 een mondelinge behandeling bepaald.
1.2.
Mr. Tomlow heeft de kantonrechter bij e-mail van 8 juli 2024 bericht dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en heeft deze regeling in de e-mail beschreven. Mr. Tomlow heeft de kantonrechter verzocht de zaak op 11 juli 2024 formeel uit te roepen en de regeling in een vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, vast te leggen.
1.3.
Mr. Van Andel heeft bij e-mail van eveneens 8 juli 2024 de door mr. Tomlow beschreven minnelijke regeling bevestigd. Hij heeft de kantonrechter verzocht de zitting geen doorgang te laten vinden en de getroffen regeling in een vonnis op te nemen.
1.4.
De kantonrechter heeft partijen daarop laten weten dat zij niet op de mondelinge behandeling van 11 juli 2024 hoeven te verschijnen en dat op 11 juli 2024 vonnis wordt gewezen.

2.De overwegingen van de kantonrechter

2.1.
Jutphaas Wonen vordert ontruiming van de woning aan de [adres] te [plaats] , met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
2.2.
Jutphaas Wonen legt aan haar vordering ten grondslag dat zij met [gedaagde] een huurovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot de woonruimte aan de [adres] te [plaats] en dat [gedaagde] ernstig en toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door het gehuurde niet als zijn hoofdverblijf te gebruiken en het gehuurde aan derden in gebruik te geven. Zijn kinderen die in het gehuurde verblijven veroorzaken bovendien ernstige overlast in de buurt en dit kan volgens Jutphaas Wonen aan [gedaagde] worden toegerekend. Jutphaas Wonen stelt zich op het standpunt dat deze tekortkomingen een ontbinding van de huurovereenkomst in een bodemprocedure en daarop vooruitlopend ontruiming van de woning rechtvaardigen.
2.3.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de ontruimingsvordering en heeft hierover een regeling met Jutphaas Wonen getroffen. De kantonrechter zal de ontruimingsvordering daarom toewijzen op de wijze die partijen overeen zijn gekomen. Daarbij zullen de proceskosten tussen partijen, zoals tussen hen afgesproken, worden gecompenseerd zodat elke partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [adres] te [plaats] , leeg en ontruimd, uiterlijk 1 oktober 2024 op te leveren;
3.2.
bepaalt dat er binnen 14 dagen na heden een voorinspectie plaatsvindt, waarbij vastgelegd wordt op welke wijze het gehuurde opgeleverd moet worden;
3.3.
gebiedt [gedaagde] om ervoor te zorgen dat er gedurende de periode tot 1 oktober 2024 geen overlast wordt veroorzaakt door de kinderen van [gedaagde] of bezoek jegens omwonenden. Indien toch overlast veroorzaakt wordt, kan Jutphaas Wonen onmiddellijk doen ontruimen. Voor wat betreft overtreding van de verplichting om geen overlast te veroorzaken geldt dat Jutphaas Wonen aannemelijk zal moeten maken dat er sprake is van overlast, veroorzaakt door bijvoorbeeld bedreigingen, feestjes, drugstraffic, schelden, schreeuwen en dergelijke. In dat geval zal Jutphaas Wonen [gedaagde] op de hoogte stellen van de geconstateerde overlast en krijgt [gedaagde] twee werkdagen de tijd om een executiegeschil aan te vangen bij de voorzieningenrechter;
3.4.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.