ECLI:NL:RBMNE:2024:4067

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
10873917 \ LC EXPL 24-140
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van vordering tot betaling van tandheelkundige zorgkosten

In deze zaak vorderde Infomedics B.V. betaling van facturen voor verleende tandheelkundige zorg, die door de rechtsvoorganger van Infomedics aan de gedaagde waren gestuurd. De facturen, die in totaal € 684,18 bedroegen, waren opeisbaar geworden in 2011 en 2012, maar de gedaagde had deze niet betaald. Infomedics stelde dat de verjaring van de vordering tijdig was gestuit door schriftelijke aanmaningen van hun voormalige incassogemachtigde. De gedaagde betwistte echter de ontvangst van enige correspondentie over de openstaande facturen en voerde aan dat de vordering was verjaard. De kantonrechter oordeelde dat de verjaringstermijnen voor beide facturen al waren verstreken vóór de dagvaarding. Infomedics had onvoldoende bewijs geleverd dat de verjaring tijdig was gestuit, en de kantonrechter wees de vordering tot betaling af. Daarnaast werd Infomedics veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde werden begroot op € 50,-.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
Vonnis van 5 juni 2024
in de zaak met zaaknummer: 10873917 \ LC EXPL 24-140 D/51246 van
de besloten vennootschap
INFOMEDICS B.V.,
mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd te Almere,
eiseres, hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten BV,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 december 2023 met 2 producties;
- de mondelinge conclusie van antwoord tijdens de rolzitting van 31 januari 2024;
- de conclusie van repliek met producties 4 en 5.
1.2.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om een conclusie van dupliek in te dienen. Van die gelegenheid heeft [gedaagde] geen gebruik gemaakt.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

2.De feiten

2.1.
Zorgaanbieder ‘ [naam] ’ heeft op 26 april 2011, 21 juni 2011 en 28 juni 2011 tandheelkundige zorg verleend. [naam] heeft haar vordering tot betaling van de kosten voor de verleende zorg gecedeerd aan de rechtsvoorganger van Infomedics.
2.2.
De rechtsvoorganger van Infomedics heeft op 11 juli 2011 en op 3 januari 2012 een factuur naar [gedaagde] gestuurd voor de zorg die [naam] heeft verleend. De facturen bedragen in totaal € 684,18.
2.3.
Op de facturen staat een betalingstermijn vermeld. De factuur van 11 juli 2011 moest uiterlijk op 8 augustus 2011 zijn voldaan en de factuur van 3 januari 2012 uiterlijk op 31 januari 2012.
2.4.
Infomedics heeft [gedaagde] op 27 oktober 2023 een betalingsherinnering gestuurd, waarin [gedaagde] wordt gesommeerd om het bedrag van € 684,18 binnen vijftien dagen te betalen.
2.5.
[gedaagde] heeft de facturen niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert – samengevat – dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de facturen van in totaal € 684,18 met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten te betalen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten met daarover de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert aan dat de vordering van Infomedics is verjaard. Infomedics is het daar niet mee eens.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In dit geval is de verjaringstermijn uit artikel 3:307 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) van toepassing. Volgens deze bepaling verjaart een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. De verjaring kan op grond van artikel 3:317 lid 1 BW worden gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Stuiting van de verjaring heeft tot gevolg dat de verjaringstermijn wordt afgebroken en dat er een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar begint te lopen.
4.2.
De facturen zijn opeisbaar geworden op de dag na het verstrijken van de betalingstermijnen, dus op 9 augustus 2011 respectievelijk 1 februari 2012. De verjaringstermijnen zijn op grond van artikel 3:307 BW aangevangen op 10 augustus 2011 en 2 februari 2012. In beginsel was de verjaringstermijn van vijf jaar voor beide facturen al vóór het uitbrengen van de dagvaarding verstreken. Infomedics stelt zich (naar de kantonrechter begrijpt) op het standpunt dat de verjaring tijdig is gestuit. Infomedics draagt hiervan de stelplicht en bewijslast.
4.3.
Om haar standpunt te onderbouwen heeft Infomedics naar voren gebracht dat de voormalige incassogemachtigde (van haar rechtsvoorganger) in de periode vanaf 2012 tot en met 2017 ten minste jaarlijks schriftelijk actie heeft ondernomen. [gedaagde] heeft dit bij zijn mondelinge conclusie van antwoord weersproken. Volgens [gedaagde] heeft hij in de periode vanaf 2011 tot aan de aanmaning van 27 oktober 2023 geen correspondentie van (de rechtsvoorganger van) Infomedics over de openstaande facturen ontvangen. Gelet op het standpunt van [gedaagde] lag het op de weg van Infomedics om verder (met stukken) te onderbouwen dat de verjaring tijdig is gestuit. Dit heeft Infomedics onvoldoende gedaan. Zij heeft alleen een schriftelijke sommatie van 16 mei 2017 ingediend, maar op die dag was de verjaringstermijn voor wat betreft beide facturen al verstreken. Volgens Infomedics zijn de acties die de voormalige incassogemachtigde heeft ondernomen niet meer inzichtelijk vanwege het verstrijken van de bewaartermijn. Deze omstandigheid komt – wat daar ook van zij – naar het oordeel van de kantonrechter voor rekening en risico van Infomedics. Zij had de gegevens en documenten (bijvoorbeeld sommaties) eerder bij de voormalige incassogemachtigde kunnen en moeten opvragen. Infomedics stelt tot slot nog dat de voormalige incassogemachtigde naast de schriftelijke sommaties ook jaarlijks telefonisch contact met [gedaagde] heeft opgenomen. Nog los van het feit dat Infomedics ook dit standpunt niet met stukken heeft onderbouwd, kan de verjaring alleen schriftelijk – en dus niet telefonisch – worden gestuit (artikel 3:317 lid 1 BW).
4.4.
Op grond van het voorgaande is de vordering tot betaling van de facturen verjaard. De kantonrechter zal het gevorderde bedrag van € 684,18 daarom afwijzen. Ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat die samenhangen met de afwijzing van de hoofdsom (de facturen).
Proceskosten
4.5.
Infomedics heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten betalen. Omdat [gedaagde] zich in deze procedure niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde, komt hij op grond van artikel 238 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in aanmerking voor een bedrag voor reis- en verblijfkosten en noodzakelijke verletkosten. De kantonrechter begroot die kosten, gebaseerd op de aanwezigheid bij één rolzitting, op € 50,-.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van Infomedics af;
5.2.
veroordeelt Infomedics in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 50,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.