In deze zaak heeft eiser, een consument, vijf hoverboards besteld via de website van gedaagde, een verkoper. De totale kosten van de bestelling bedroegen € 745,- inclusief btw. Eiser heeft op 20 maart 2022 per e-mail de bestelling geannuleerd, maar gedaagde heeft de hoverboards op 21 en 25 maart 2022 alsnog verzonden. Gedaagde heeft in een e-mail aangegeven dat retourzendingen niet mogelijk zijn. Eiser heeft de hoverboards nooit geretourneerd en vordert nu terugbetaling van het aankoopbedrag, alsook ontbinding van de koopovereenkomst. Gedaagde heeft de vorderingen van eiser betwist, onder andere omdat de hoverboards niet zijn geretourneerd en eiser tijdens een telefoongesprek zou hebben aangegeven dat de hoverboards gebruikt zijn.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, maar dat hij geen recht heeft op terugbetaling van het aankoopbedrag omdat hij de hoverboards niet heeft geretourneerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser eerst de hoverboards had moeten terugsturen voordat hij een vordering tot terugbetaling kon instellen. De vorderingen van eiser zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde op nihil zijn begroot, aangezien gedaagde zich niet door een gemachtigde heeft laten bijstaan. Het vonnis is uitgesproken op 29 mei 2024.