ECLI:NL:RBMNE:2024:4037
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over ontruiming van woning tussen zussen met vordering tot ontruiming en uitschrijving uit BRP
In deze zaak heeft de eisende partij, een zus, haar andere zus gedagvaard om te vertrekken uit haar woning. De eisende partij heeft haar zus onderdak geboden na haar dakloosheid, maar heeft nu de wens om de volledige beschikking over haar woning terug te krijgen. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek wordt verleend. De eisende partij vordert dat de gedaagde de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis ontruimt en de sleutels retourneert, met een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 5.000,00. Daarnaast vordert zij dat de gedaagde zich uitschrijft uit de Basisregistratie Personen (BRP), op straffe van een dwangsom van € 25,00 per dag tot een maximum van € 500,00. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien de gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft en er geen huurrelatie bestaat. De vorderingen van de eisende partij worden toegewezen, en de gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten van € 901,72, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken op 3 juli 2024 door kantonrechter B.G.W.P. Heijne.