ECLI:NL:RBMNE:2024:4032
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen besluit Uwv
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 20 juni 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het Uwv van 15 november 2022, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard en haar recht op een WIA-uitkering werd ontzegd. Op 8 april 2024 heeft het Uwv echter aangegeven dat deze beslissing achterhaald is, omdat het tegemoet is gekomen aan verzoekster in het kader van een hogerberoepsprocedure. Hierdoor heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het Uwv heeft geen inhoudelijk commentaar gegeven. De rechtbank heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen. De rechtbank oordeelt dat het Uwv geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen en dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, die is vastgesteld op € 875,-. Dit bedrag is gebaseerd op de kosten die zijn gemaakt voor het indienen van het beroepschrift. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat het Uwv verplicht is om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden, maar hierover wordt geen beslissing genomen omdat verzoekster hierom bij de intrekking van het beroep niet heeft verzocht.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.