ECLI:NL:RBMNE:2024:4026

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2024
Publicatiedatum
2 juli 2024
Zaaknummer
C/16/574660 / FV RK 24-1067
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1979, die lijdt aan een psychotische kwetsbaarheid en afhankelijkheid van amfetaminen. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden bij GGz Centraal, waar de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater, een verpleegkundige en de mentor van de betrokkene zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene geen verstandelijke beperking of psychogeriatrische stoornis heeft, maar dat zijn psychische stoornis wel leidt tot gedragsproblemen die vergelijkbaar zijn met die van een psychogeriatrische aandoening. De rechtbank oordeelt dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, gezien de geschiedenis van de betrokkene met psychiatrische hulpverlening en zijn onvermogen om met zijn omgeving om te gaan. De rechtbank heeft de machtiging verleend tot en met 23 november 2024 en het verzoek om een second opinion afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter V.M.M. van Amstel en schriftelijk uitgewerkt op 17 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/574660 / FV RK 24-1067
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 23 mei 2024naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1979 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] ,
verblijvende bij GGz Centraal, locatie [locatie 1] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. van Harskamp.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van het CIZ van 27 maart 2024;
- de medische verklaring, inclusief de aanvulling, van 26 april 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 mei 2024 bij GGz Centraal, locatie [locatie 2] in [plaats 1] . Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene en zijn advocaat;
- [A] , psychiater;
- [B] , verpleegkundige;
- [C] , mentor van betrokkene.
De psychiater bevond zich elders en is telefonisch door de rechtbank gehoord.
De mentor is in bijzijn van de advocaat afzonderlijk gehoord; betrokkene had namelijk bezwaar tegen de aanwezigheid van de mentor tijdens de zitting omdat hij kort voor de aanvang had gehoord dat zijn woning binnenkort ontruimd zou worden.
Er was ten tijde van de zitting geen tolk gebarentaal aanwezig. Met goedvinden van betrokkene en zijn advocaat hebben de rechter en betrokkene schrijvend met elkaar gecommuniceerd.
1.3.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan. De kennisgeving mondelinge uitspraak is aan de advocaat van betrokkene, aan de mentor en aan de zorgaanbieder toegestuurd.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank moet beoordelen of voor betrokkene een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf moet worden afgegeven op grond van de Wzd. Betrokkene is ten tijde van de zitting opgenomen bij GGz Centraal, locatie [locatie 1] , met een zorgmachtiging op grond van de Wvggz. In die procedure is vastgesteld dat betrokkene onder meer lijdt aan een psychotische kwetsbaarheid en een afhankelijkheid van amfetaminen. Verder is betrokkene bekend met het syndroom van Kallman, waardoor er onder meer sprake is van doofheid.
2.2.
Bij betrokkene is geen sprake van een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische stoornis en evenmin van een gelijkgestelde aandoening (M. Huntington, Korsakov of NAH beeld).
2.3.
Op grond van artikel 24 lid 4 van de Wzd kan de rechter een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf verlenen voor een persoon met een psychische stoornis en de stoornis van die persoon gelijkstellen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, indien de rechter op basis van de verklaring van een ter zake kundige arts oordeelt dat sprake is van een psychische stoornis:
a. die dezelfde gedragsproblemen of regieverlies als een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap kan veroorzaken;
b. waarbij de benodigde zorg in verband met deze gedragsproblemen of regieverlies vergelijkbaar is met de zorg die nodig is bij een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap; en
c. waarbij deze gedragsproblemen kunnen of dit regieverlies kan leiden tot ernstig nadeel.
Daarbij moet de rechter op grond van artikel 24, lid 3 en lid 5 Wzd dan verder beoordelen of:
a. het gedrag van een cliënt als gevolg van zijn stoornis leidt tot ernstig nadeel;
b. de opname en het verblijf of de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden;
c. de opname en het verblijf of de voortzetting van het verblijf geschikt is om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden, en
d. er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat in het geval van betrokkene voldaan is aan deze wettelijke criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf.
Hierna volgt de uitleg van die beslissing.
2.4.
De advocaat betwist dat dat er bij betrokkene sprake is van dezelfde gedragsproblemen of regieverlies als een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap kunnen veroorzaken, waardoor ernstig nadeel kan ontstaan. Het is vervolgens de vraag of betrokkene is aangewezen op zorg die vergelijkbaar is met de zorg die nodig is bij een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap. De advocaat vraagt zich verder af wat er aan problematiek bij betrokkene overblijft naast zijn doofheid.
2.5.
De rechtbank is wel van oordeel dat uit zowel de bevindingen van de onafhankelijk psychiater uit de medische verklaring en de aanvulling daarbij als de informatie van de psychiater op de zitting blijkt dat uit de situatie van betrokkene zodanige gedragsproblemen of regieverlies voortvloeit, dat hij is aangewezen op zorg op grond van de Wzd.
Betrokkene heeft namelijk een lange geschiedenis in psychiatrische hulpverlening, vanaf 2000, waarbij hij meermalen opgenomen is geweest en ook meermalen periodes van ambulante psychiatrische begeleiding heeft gehad. Na een initiële diagnose schizofrenie en depressie is de latere diagnostiek steeds geweest: een psychotische kwetsbaarheid naar voren komend bij drugsgebruik waarbij als stress verhogende omstandigheden gelden de communicatie-problemen ontstaan als gevolg van zijn doofheid. Dit uit zich in regieverlies en forse gedragsproblemen zoals deze zich ook voor kunnen doen bij iemand met een verstandelijke beperking, aldus de onafhankelijk psychiater. Deze heeft verder beschreven welk gedrag betrokkene laat zien: betrokkene laat in zijn gedrag geen uitstellend vermogen zien, hij moet direct krijgen wat hij wil. Als dat niet gebeurt, reageert hij boos. Hij heeft daarbij de neiging de oorzaak buiten zichzelf te leggen: als hij in een groep is, worden hem drugs aangeboden waarvan hij geen idee heeft om welke het gaat, dat is dan niet af te slaan; als een apotheek een rolluik sluit terwijl hij iets probeert uit te leggen, is het toch begrijpelijk dat je boos wordt en wel iets moet vernielen. Hij kan dreigend zijn en heeft inmiddels veel krediet verspeeld in zijn omgeving door agressief gedrag. Deze situatie valt onder de reikwijdte van de Wzd; de onafhankelijk psychiater heeft hierbij verwezen naar de toelichting bij de wijziging van het Besluit uitbreiding gelijkgestelde aandoeningen [1] .
Ook de psychiater op de zitting heeft gewezen op de klachten over betrokkene voorafgaand aan de crisisopname door overlast in zijn woonomgeving en angst van de omwonenden voor zijn grensoverschrijdend gedrag. Betrokkene wilde geen medicatie gebruiken en wilde geen contact met zorgverleners. Ook tijdens de opname heeft onenigheid tussen betrokkene en de toen behandelend psychiater geleid tot overplaatsing naar een andere locatie van GGZ Centraal, omdat betrokkene bedreigingen heeft geuit.
2.6.
Voor de rechtbank is uit deze toelichting en de voorgeschiedenis voldoende duidelijk dat er - ook naast de doofheid van betrokkene - sprake is van een gedragspatroon dat ernstig nadeel oplevert. Het ernstig nadeel doet zich voor in de situatie waarin betrokkene, ten gevolge van zijn aandoening en middelengebruik, in conflict raakt met zijn omgeving als hij de zaken niet gaan zoals hij wil. Betrokkene ontkent deze ernstige nadelen en stelt dat het wel meevalt, maar de rechtbank is dat niet met hem eens. Uit de recente situatie zoals die was, voordat betrokkene werd opgenomen, blijkt de kans op ernstig nadeel reëel te zijn.
Het bestaat met name uit gevaar voor agressie naar derden (waaronder moeder, buren, hulpverleners), dreiging en vernieling. Door zijn gedrag kan betrokkene ook agressie over zichzelf afroepen. Dit laatste is heel zorgwekkend, zowel voor de woonomgeving als voor betrokkene zelf: er is immers bekend dat de spanningen bij omwonenden, voorafgaand aan de crisisopname van betrokkene, zodanig waren opgelopen dat men dreigde het recht in eigen hand te gaan nemen en betrokkene zelf iets aan te doen. De dreiging van dakloosheid en daarmee verdere maatschappelijke teloorgang heeft zich inmiddels voltrokken, nu betrokkene op de dag van de zitting te horen heeft gekregen dat hij zijn woning gaat verliezen omdat die op last van de kantonrechter binnenkort ontruimd moet worden.
2.7.
De rechtbank vindt dan ook dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene is namelijk maar gedeeltelijk bereid om de behandeling met medicatie zoals voorgesteld door de psychiaters te accepteren en ziet de noodzaak om te stoppen met middelengebruik in het geheel niet. Hij wil dat ook niet. Ambulante behandeling is daarom niet voldoende. Dat is in het verleden, en laatst nog in de periode 2022 – 2023, herhaaldelijk gebleken.
2.8.
De rechtbank vindt de voorgenomen opname bij Trajectum, locatie [locatie 3] ook geschikt voor betrokkene. De mentor van betrokkene is het daarmee eens.
De advocaat heeft gesteld dat het beveiligingsniveau van die accommodatie te hoog voor de situatie van betrokkene en een plek binnen de GGZ die beter aansluit bij betrokkene, passender zou zijn. Er zijn echter geen andere geschikte plekken. Uit de stukken blijkt dat er in de afgelopen periode geprobeerd is om een beter aansluitende plek binnen de GGZ voor betrokkene te vinden maar dat is mislukt. Een plaatsing bij expertisecentrum [naam centrum] van GGZ-instelling [naam instelling] , waar juist expertise geboden kon worden bij psychische problemen in combinatie met auditieve beperkingen, is mislukt omdat betrokkene door zijn gedrag daar niet te handhaven was. Uit de stukken blijkt dat verschillende keren is in multidisciplinair overleg is bekeken wat de beste plek voor betrokkene zou zijn. Een plaatsing bij Trajectum, locatie [locatie 3] is door alle partijen naar voren gekomen als meest geschikte locatie. Deze hoog gestructureerde (forensische) setting is de beste plek om diagnostiek te verfijnen en betrokkene adequate behandeling en begeleiding te bieden. Men heeft daar kennis over omgang met doven en meer dan in de reguliere GGZ een gedragsmatige insteek. De rechtbank heeft geen redenen gehoord om dit, gelet op de voorgeschiedenis, niet een passende plek te vinden. Betrokkene heeft zelf naar voren gebracht dat hij bang is om daar eenzaam te zijn. Dat begrijpt de rechtbank, maar er zijn geen geschikte plekken in de omgeving van [plaats 1] of [plaats 2] en een terugkeer naar huis is niet mogelijk vanwege de grote kans op herhaling van het gedrag wat nu juist voor grote problemen heeft gezorgd.
2.9.
De rechtbank zal het verzoek van de advocaat om een second opinion te gelasten ten aanzien van de diagnose, afwijzen. Er is niet gesteld waarom de nu gegeven diagnose niet juist zou zijn, anders dan dat betrokkene het er niet mee eens is. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat de plaatsing bij [locatie 3] juist plaatsvindt om de diagnose te verfijnen.
2.10.
De rechtbank is wel met de advocaat eens dat het schrijnend is wanneer de communicatie tussen de mentor (en de bewindvoerder) en betrokkene niet goed verloopt.
De reactie van betrokkene, uit achterdocht of mogelijk onnodig onbegrip, leidt vervolgens tot spanning en verstoorde verhoudingen. Zo ontstaat een neerwaartse spiraal, waarin de belangen van betrokkene in de knel kunnen komen. De gang van zaken rondom de aanstaande ontruiming van de woning van betrokkene lijkt daarvan een voorbeeld.
Bij [locatie 3] zal bekeken moeten worden of en hoe de verhouding met de mentor en bewindvoerder hersteld en/of verbeterd kan worden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1979 in [geboorteplaats] ,
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 november 2024;
- wijst af het verzoek van betrokkene om een second opinion te gelasten.
Deze beschikking is op 23 mei 2024 mondeling gegeven door mr. V.M.M. van Amstel, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 17 juni 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
EB

Voetnoten

1.citaat uit het op 10 mei 2023 gepubliceerde Besluit van 26 april 2023, houdende wijziging van het Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten in verband met het aanwijzen van twee aandoeningen die gelijkgesteld worden met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap (Besluit uitbreiding gelijkgestelde aandoeningen):