ECLI:NL:RBMNE:2024:401

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
16-661873-15
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 9 januari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], geboren in 1975. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met twee jaar toegewezen. De tbs was eerder opgelegd na een veroordeling voor de feitelijke aanranding van de eerbaarheid van zes jonge vrouwen. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder een verlengingsadvies van de inrichting en eerdere uitspraken. Het verlengingsadvies, opgesteld door deskundigen, concludeert dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij de betrokkene en dat het recidiverisico hoog is. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie haar vordering gehandhaafd, terwijl de verdediging zich kon vinden in de verlenging van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de tbs vereisen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog langdurig begeleiding en behandeling nodig heeft en dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor zijn resocialisatie. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de termijn van de tbs met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-661873-15 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 9 januari 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in de [verblijfplaats] ,
[adres] , [postcode] te [plaats] ,
hierna: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 december 2017 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de feitelijke aanranding van de eerbaarheid van zes jonge vrouwen;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 13 januari 2018;
  • de beslissing van deze rechtbank van 5 januari 2022, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van de [verblijfplaats] (hierna: de inrichting) van 8 november 2023, opgemaakt door drs. [A] (algemeen directeur), drs. [B] (hoofd behandeling), drs. [C] (directeur behandelzaken) en dr. [D] (psychiater), om de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 24 november 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 23 maart 2022 tot en met 18 juli 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 9 januari 2024 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. M. de Nooij;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, drs. [B] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Ter zitting heeft deskundige drs. [B] het advies van de inrichting nader toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de tbs met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.
Betrokkene was al een eind gevorderd in de resocialisatie toen hij is teruggevallen. Dat was moeilijk maar betrokkene heeft er van geleerd en is gemotiveerd om het resocialisatietraject opnieuw aan te vangen. Het is realistisch om de maatregel met twee jaren te verlengen.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering – kan de tbs worden verlengd?
Betrokkene is bij arrest van 29 december 2017 veroordeeld omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen de feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft daarbij overwogen dat de opgelegde tbs niet is gemaximeerd.
Omdat de tbs ongemaximeerd is, kan die worden verlengd als daar gronden voor zijn.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten:
- een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en antisociale trekken;
- een stoornis in alcoholgebruik, matig, thans in langdurige remissie in gereguleerde omgeving en
- een andere gespecificeerde seksuele disfunctie.
Daarnaast is recent geconstateerd dat sprake is van kenmerken van een autisme spectrumstoornis.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
De rechtbank is, gelet op et advies van de inrichting, de toelichting door de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de tbs eist.
De rechtbank is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
De rechtbank neemt in aanmerking dat in het verlengingsadvies staat vermeld dat betrokkene als eerste stap in het resocialisatieproces op 16 juni 2022 is overgeplaatst naar de [instelling] ; op 19 januari 2023 was het echter nodig hem weer terug te plaatsen in de inrichting.
Er is vervolgens een risicoanalyse opgesteld en daaruit komt naar voren dat betrokkene bij de [instelling] snel zijn stabiliteit is verloren doordat hij zijn dag- en nachtritme omdraaide, minder ging werken en veel op zijn kamer achter de computer zat. Betrokkene was via internet al snel obsessief bezig met (seksueel) contact met vrouwen. Betrokkene heeft ondanks deze ontwikkelingen geen hulp ingeschakeld en heeft pas achteraf openheid van zaken gegeven. Na de terugplaatsing is gestart met medicatie (naltrexon); betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat de medicatie een positieve invloed heeft op het verslavende en dwangmatige karakter van zijn seksuele gedrag.
Omdat de risico’s en leerpunten met name naar voren komen bij de resocialisatie is opnieuw transmuraal verlof aangevraagd. Inmiddels is het transmuraal verlof toegekend en de verwachting is dat betrokkene op korte termijn zal terugkeren naar de [instelling] .
De inschatting is dat betrokkene nog langdurig afhankelijk zal zijn van extern georganiseerd risicomanagement (begeleiding en controle). Op dit moment is het doel dat betrokkene zal uitstromen naar forensisch beschermd of begeleid wonen. Betrokkene wil het liefst weer zelfstandig gaan wonen, maar de toekomst zal leren of dat een haalbaar doel is.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat de tbs met twee jaren wordt verlengd wanneer aannemelijk is dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen. Duidelijk is dat betrokkene nog lange tijd begeleiding en behandeling nodig zal hebben. Betrokkene krijgt in de komende tijd met de terugkeer naar de resocialisatieafdeling de [instelling] opnieuw de kans te laten zien dat hij van de geboden behandeling en begeleiding profiteert en dat hij heeft geleerd van zijn eerdere ervaringen in het resocialisatietraject.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. N.M.H. van Ek en M. Prinsen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen – van der Hoek, griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2024.
Mr. Van Ek en Prinsen zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.