Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Samen Veilig Midden-Nederland, gevestigd te Utrecht,
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
6 november 2023 en een machtiging gesloten jeugdhulp tot 15 november 2023. Daarna is er steeds opnieuw een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, voor het laatst tot 15 mei 2024.
3.Het verzoek
4.De beoordeling
15 augustus 2024. De rest van de verzochte periode wijst de kinderrechter af.
kort tevorenheeft onderzocht.
In de eerdere verklaring heeft de gedragswetenschapper ingestemd met het spoedverzoek voor een opname van vier weken. De aanvullende instemmingsverklaring is op 5 juni 2024 opgesteld zonder [minderjarige] nader hierover te horen. Dat was onmogelijk doordat de verblijfplaats van [minderjarige] op dit moment niet bekend is.
De kinderrechter stelt vast dat de gedragswetenschapper [minderjarige] op 22 mei 2024 heeft gesproken over de verzochte spoedmachtiging tot gesloten plaatsing. Dat is naar het oordeel van de kinderrechter voldoende ‘kort tevoren’ om tevens een mening over het aanvullende verzoek op te kunnen baseren. Daarbij acht de kinderrechter van belang de relatief korte termijn waarvoor de machtiging nu kan worden verleend. Gelet op de looptijd van de huidige ondertoezichtstelling, tot 15 augustus 2024, kan de gevraagde aansluitende machtiging immers niet voor zes maanden worden verleend, maar slechts voor acht weken.
5.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.