ECLI:NL:RBMNE:2024:3992

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
22/5373
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van vergoeding voor studiekosten en aanpassingen in het kader van Wajong en WIA uitkeringen

In deze zaak heeft eiseres, die sinds 2007 een Wajonguitkering en een WIA-uitkering ontvangt, verzocht om financiële ondersteuning van het Uwv voor haar opleiding tot Bedrijfsadministrateur. In het Werkplan Wajong van 8 februari 2021 was afgesproken dat het Uwv de kosten van de opleiding zou vergoeden. Eiseres heeft echter aanvullende verzoeken ingediend voor vergoeding van reiskosten, een laptop, een aangepast toetsenbord, een aangepaste muis en spraaksoftware. Het Uwv heeft deze verzoeken afgewezen, met als argument dat eiseres niet in aanmerking komt voor deze vergoedingen omdat zij niet kan aantonen dat er een medische noodzaak is voor de aanpassingen.

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het Uwv en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 4 december 2023 heeft de rechtbank het beroep behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om medische onderbouwing te leveren voor haar verzoeken, maar zij heeft geen relevante informatie overgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond is, omdat het Uwv terecht heeft gesteld dat er geen medische noodzaak is voor de gevraagde aanpassingen.

De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bestreden besluit II het eerste besluit vervangt. Wel heeft de rechtbank bepaald dat het Uwv het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden, omdat het Uwv gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan het beroep van eiseres. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Spee en is openbaar uitgesproken op 19 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5373

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

(gemachtigde: W. Prins).

Inleiding

1. Eiseres ontvangt sinds 2007 een Wajonguitkering van het Uwv. Eiseres ontvangt ook een WIA-uitkering van het Uwv. Om haar toegang tot de arbeidsmarkt te vergroten volgt eiseres de opleiding Bedrijfsadministrateur. Zij heeft het Uwv gevraagd om haar hier financieel bij te helpen. In het Werkplan Wajong van 8 februari 2021 is afgesproken dat het Uwv de kosten van de opleiding vergoedt. Het gaat om lesgeld inclusief drie maanden studieverlenging en twee pogingen per examen.
2. Eiseres is op 10 mei 2021 met de opleiding gestart. Vanwege medische omstandigheden heeft zij lessen in het tweede blok gemist. In het Werkplan van 9 december 2021 is daarom bepaald dat het Uwv de kosten voor een extra blok van de opleiding vergoedt.
3. Eiseres heeft op 24 februari 2022 een aanvraag om een voorziening bij het Uwv ingediend. Zij vraagt om een kilometervergoeding voor het gebruik van een eigen vervoermiddel. Het Uwv heeft deze aanvraag met het besluit van 1 maart 2022 (het primaire besluit I) afgewezen, omdat eiseres bij aanvang van de opleiding ouder dan 30 jaar is.
4. Op 16 mei 2022 heeft eiseres contact gehad met het Uwv, omdat het haar niet lukt de stage voor haar opleiding op tijd af te ronden en daarom kan zij nog geen (eind)examen doen. Voor iedere maand langer moeten opleidingskosten betaald worden. Eiseres heeft op 22 juli 2022 een offerte van € 1.411,- aan het Uwv toegestuurd met het verzoek deze kosten te vergoeden. Ook heeft zij verzocht om vergoeding van haar reiskosten en kosten voor software. Het Uwv heeft dit verzoek met het besluit van 28 juli 2022 (het primaire besluit II) afgewezen.
5. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen beide primaire besluiten. Het Uwv heeft haar bezwaren met de beslissing op bezwaar van 18 oktober 2022 (het bestreden besluit I) afgewezen en het bezwaar ongegrond verklaard.
6. Tegen het bestreden besluit I heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank. Ook heeft zij een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Het verzoek om een voorlopige voorziening is behandeld op de zitting van 13 december 2022. Eiseres en de gemachtigde van het Uwv waren hierbij aanwezig.
7. Op de zitting van 13 december 2022 zijn afspraken gemaakt, die zijn neergelegd in het verkort proces-verbaal van de zitting. Het Uwv heeft tijdens de zitting toegezegd dat de kosten voor de verlenging van de opleiding zullen worden vergoed. Het Uwv heeft destijds ook aangegeven nog eens te willen kijken naar de vergoeding van de reis- en softwarekosten. Het Uwv zou in een nieuw te nemen besluit een standpunt innemen over de vergoeding van de laptop, het aangepaste toetsenbord en de aangepaste muis. Het Uwv heeft hierna het nieuwe besluit van 19 april 2023 (het bestreden besluit II) genomen.
8. De rechtbank heeft het besluit van 19 april 2023 aan eiseres toegezonden voor een reactie. De rechtbank heeft geen reactie van eiseres ontvangen.
9. De rechtbank heeft het beroep van eiseres over de nieuwe beslissing van het Uwv van 19 april 2023 op 4 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van het Uwv. Eiseres was niet aanwezig.
10. De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting van 4 december 2023 geschorst om
eiseres in de gelegenheid te stellen te onderbouwen, eventueel met gegevens van haar behandelaar (en of behandelaren), dat zij geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, maar is aangewezen op aangepast vervoer. Eiseres heeft hiervoor twee weken de tijd gekregen, nadat zij het proces-verbaal van de zitting van 4 december 2023 heeft ontvangen.
11. Eiseres heeft bij e-mail van 18 december 2023 een gehandicaptenkaart ten behoeve van parkeren overgelegd. Het Uwv heeft bij zijn brief van 29 december 2023 hierop gereageerd. Nadat partijen toestemming hebben gegeven voor het achterwege blijven van een nadere zitting, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Beoordeling bestreden besluit I en II
12. Op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb heeft het beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
13. Het Uwv heeft hangende het beroep een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres genomen (bestreden besluit II) dat strekt ter vervanging van het bestreden besluit I en is daarmee een besluit als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb. Nu het bestreden besluit II het bestreden besluit I vervangt, heeft eiseres, nu zij niet heeft gesteld schade te hebben geleden als gevolg van het bestreden besluit I, geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen bestreden besluit I. Daarom verklaart de rechtbank het beroep voor zover gericht tegen bestreden besluit I niet-ontvankelijk.
14. Naar het oordeel van de rechtbank is het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Vergoeding laptop, het aangepaste toetsenbord, de aangepaste muis en de (spraak)software
15. Het Uwv heeft in het besluit van 19 april 2023 een standpunt ingenomen over de vergoeding van de laptop, het aangepaste toetsenbord en de aangepaste muis en de (spraak)software. Volgens het Uwv komt eiseres niet in aanmerking voor een vergoeding.
16. De kosten van de laptop kunnen in een onderwijssituatie niet worden vergoed. Dit komt omdat de laptop niet specifiek voor het gebruik door eiseres is ontwikkeld. Hierdoor vindt het Uwv dat het gebruik van de laptop in de onderwijssituatie van eiseres als algemeen gebruikelijk kan worden gezien. [1] De rechtbank kan dit volgen.
17. De kosten van het aangepaste toetsenbord, de aangepaste muis en de software kunnen ook niet worden vergoed. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de medische informatie van eiseres bestudeerd. Volgens verzekeringsarts bezwaar en beroep volgt uit deze medische gegevens niet dat er bij eiseres sprake is van een medische noodzaak waardoor eiseres een aangepast toetsenbord, een aangepaste muis en een (spraak)softwareprogramma nodig heeft. De rechtbank kan dit volgen. Eiseres heeft niet met medische stukken onderbouwd dat aan dit standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep moet worden getwijfeld. De beroepsgronden die hiertegen zijn gericht, slagen dus niet.
Vergoeding reiskosten
18. Het Uwv heeft in het besluit van 19 april 2023 geen standpunt ingenomen over de vergoeding van de reiskosten van eiseres. Eiseres is in de gelegenheid gesteld om te onderbouwen, eventueel met gegevens van haar behandelaar en of behandelaren, dat zij geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, maar is aangewezen op aangepast vervoer. Daaronder valt ook het gebruik van een eigen auto met vergoeding van reiskosten.
19. Eiseres heeft met haar e-mail van 18 december 2023 een gehandicaptenkaart ten behoeve van parkeren overgelegd. Eiseres heeft geen medische informatie overgelegd waaruit volgt dat zij geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer en is aangewezen op aangepast vervoer.
20. Het Uwv heeft bij zijn brief van 29 december 2023 een reactie aan de rechtbank toegezonden. Volgens het Uwv zou de aanvraag om een vervoersvoorziening moeten worden afgewezen omdat een voldoende medische onderbouwing ontbreekt. De overgelegde gehandicaptenkaart bevat die onderbouwing niet. De overgelegde informatie bevat geen actuele medische gegevens van een behandelaar van eiseres die duiden op beperkingen op grond waarvan zij geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer. Dit is ook naar voren gekomen bij overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep over dit item. De rechtbank kan deze toelichting van het Uwv volgen. Deze beroepsgrond slaagt eveneens niet.
Vergoeding griffierecht
21. De rechtbank ziet in de omstandigheid dat het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar heeft genomen waarin gedeeltelijk is tegemoetgekomen aan het tegen het bestreden besluit 1 gerichte beroep van eiseres, aanleiding te bepalen dat het Uwv het door eiseres betaalde griffierecht aan haar vergoedt.

Beslissing

De rechtbank :
  • verklaart het beroep voor zover gericht tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk;
  • verklaart het beroep voor zover gericht tegen het bestreden besluit II ongegrond;
  • bepaalt dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. Spee, rechter, in aanwezigheid van mr. G.M.C.P. Maarhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 2 van het Reïntegratiebesluit en artikel 2.4 van het Protocol voorzieningen Uwv 2021.