In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 12 mei 2022 met betrekking tot de lichte toets compensatie kinderopvangtoeslag. Eiser heeft op 3 mei 2024 een ingebrekestelling verzonden, waarna hij meer dan twee weken later, op 25 juni 2024, beroep heeft ingesteld. De rechtbank Midden-Nederland heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht. De rechtbank heeft de dwangsomregeling en de proceskostenvergoeding verder toegelicht, waarbij verweerder de kosten moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 juni 2024.