In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 25 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig op dit bezwaar beslist. Eiseres had op 18 december 2023 bezwaar gemaakt en na het verstrijken van de beslistermijn, heeft zij op 24 mei 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank stelt een termijn van twee weken na de uitspraak voor het nemen van dit besluit, met een uiterste datum van 27 augustus 2024.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.