In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 11 december 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 10 mei 2024. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. De uiterlijke datum voor dit besluit is vastgesteld op 19 augustus 2024, waarbij de rechtbank om praktische redenen de termijn heeft verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Daarnaast heeft de rechtbank een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.