In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 24 april 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, aangezien eiseres op 25 april 2024 in gebreke is gesteld en het beroep pas op 13 mei 2024 is ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een bepaalde termijn, en heeft daarbij de termijnen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overgenomen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 218,75 en het griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.