In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 20 april 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 15 mei 2023 en het beroep pas op 30 april 2024 is ingediend. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, met een uiterste datum van 29 augustus 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht, dat in totaal € 218,75 en € 51,- bedraagt. De rechtbank heeft de dwangsomregeling van de Awb in deze zaak van toepassing verklaard, maar zich verder niet over de eerder toegekende dwangsom van € 1.442,- uitgelaten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.