Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 450,00 worden daarom afgewezen.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde] over de ontruiming van een huurwoning en de betaling van huurachterstand. [eiser], eigenaar van een appartement in Almere, heeft [gedaagde] gedagvaard wegens een huurachterstand van drie maanden en onrechtmatige verbouwingswerkzaamheden aan het appartement. De huurovereenkomst tussen partijen is aangegaan voor drie jaar, maar [gedaagde] heeft sinds april 2024 de huur niet meer betaald, omdat hij het niet eens is met een huurverhoging van 10%. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de huurachterstand van € 4.500,00 niet heeft betwist, maar dat de gevorderde huurachterstand niet correct was, en heeft deze vastgesteld op € 4.455,00. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is voor de ontruiming, omdat [gedaagde] niet heeft betwist dat hij de huur niet heeft betaald en bovendien heeft verklaard dat hij al andere woonruimte heeft gevonden. De ontruiming is toegewezen met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de herstelkosten en de kosten van de VvE afgewezen, omdat deze niet voor behandeling in kort geding geschikt zijn. De kantonrechter heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet is aangetoond dat aanmaningen conform de wettelijke eisen zijn verzonden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.