ECLI:NL:RBMNE:2024:3963

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
10842674
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk, verzuim, betaling factuur, vervangende schadevergoeding

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, is [eiser] een geschil aangegaan met [gedaagde] over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de renovatie van een badkamer en wc. De overeenkomst werd op 30 april 2021 gesloten, waarbij [eiser] een aanneemsom van € 9.801,00 overeenkwam met [gedaagde]. Na de start van de werkzaamheden op 31 augustus 2021, bleek al snel dat de uitvoering niet naar behoren was. [eiser] heeft herhaaldelijk gebreken geconstateerd en [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om deze te herstellen, maar de communicatie verliep moeizaam en de herstelwerkzaamheden werden niet naar tevredenheid uitgevoerd.

Op 6 oktober 2023 heeft [eiser] aan [gedaagde] laten weten dat hij geen nakoming van de overeenkomst meer wenste en omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, en dat er 24 gebreken zijn vastgesteld door een deskundige. De vordering van [eiser] tot schadevergoeding is toegewezen, inclusief de kosten voor herstelwerkzaamheden en bijkomende kosten zoals huur van een mobiele douche.

In reconventie vorderde [gedaagde] betaling van een restantbedrag van de aanneemsom en kosten voor het inhuren van een andere aannemer. De kantonrechter heeft de vordering van [gedaagde] tot het inhuren van een andere aannemer afgewezen, maar heeft [eiser] wel veroordeeld tot betaling van het restantbedrag van de aanneemsom. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 10842674 \ MC EXPL 23-7446
Vonnis van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. C. Hofmans,
tegen
[gedaagde] ,handelend onder de naam
[handelsnaam],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 december 2023 met producties 1 tot en met 16;
  • de aanvullende mondelinge conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met bijlagen;
  • de akte van [eiser] met producties 17 tot en met 26.
1.2.
De zaak is op 28 mei 2024 bij de kantonrechter besproken. Ter zitting zijn [eiser] , bijgestaan door mr. Hofmans, en [gedaagde] verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat op de zitting is besproken.
1.3.
De kantonrechter heeft besloten dat vandaag de uitspraak is.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is eigenaar van de eenmanszaak [handelsnaam] . [gedaagde] houdt zich bezig met algemene burgerlijke en utiliteitsbouw, loodgieters- en fitterswerk, installatie van sanitair en overige bouwinstallaties.
2.2.
[eiser] wilde een nieuwe badkamer en wc. [eiser] heeft zich gewend tot [website] en heeft bij [website] de materialen voor een nieuwe badkamer en wc besteld.
2.3.
[website] heeft [gedaagde] aan [eiser] voorgesteld om de nieuwe badkamer en wc bij [eiser] te plaatsen.
2.4.
Op 30 april 2021 heeft [eiser] een overeenkomst voor het plaatsen van de badkamer op de eerste verdieping en de wc op de begane grond gesloten met [gedaagde] . De overeengekomen aanneemsom voor de werkzaamheden was € 9.801,00.
2.5.
[gedaagde] is op of omstreeks 31 augustus 2021 begonnen met het uitvoeren van de werkzaamheden aan de badkamer en de wc.
2.6.
[eiser] constateerde dat de werkzaamheden door [gedaagde] niet correct waren uitgevoerd en heeft zich gewend tot [website] .
2.7.
Op 17 februari 2022 is de heer [A] van [website] (hierna: [A] ) bij [eiser] langs geweest en heeft de badkamer en de wc geïnspecteerd.
2.8.
Naar aanleiding van dat bezoek heeft [A] op dezelfde dag [gedaagde] een e-mailbericht met zijn bevindingen gezonden en -voor zover van belang- geschreven:

Ik ben vanmorgen 17-02 naar de klant [eiser] geweest samen heb ik met de de heer en mevrouw alles doorgenomen van de badkamer en toilet. Tijdens mijn bezoek en gesprek
heeft het voornamelijk met het slechte tegelwerk van [B] te maken ongelijke tegels en voeg naden die niet helemaal gelijk zijn vooral in het douchegedeelte. De douchedeur lekt omdat het magneetprofiel scheef is aan de onderkant spanning op het muurprofiel en bij de vaste wand is aan beide zijden gekit alleen buitenkant noodzakelijk. In de wand waar de nissen in zitten zijn ongelijk qua grootte en de regendouche zit los bovenin graag dit allemaal herstellen voor 05-04-2022 als de spiegelkast geleverd is alles opnieuw opleveren. Graag meteen contact maken met de klant en inplannen volgens de klant ben je al van alles op de hoogte.
2.9.
Na het bezoek van [A] heeft [eiser] een bevriende aannemer naar de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden aan de badkamer en wc laten kijken. De bevindingen van die aannemer heeft [eiser] bij e-mailbericht van 1 maart 2023 aan [gedaagde] bericht en geschreven:

(…)
In navolging op onderstaand bericht van [A] zitten wij in onze maag met de onvrede
over de badkamer. Het plezier van een nieuwe badkamer hebben wij niet meer. Niet alleen de tijd van het herstelwerk (we zijn al 6 maanden bezig) maar ook wat er hersteld moet worden. En door deze lange tijd ga je je aan steeds meer zaken irriteren.
Omdat jij op basis van onze opmerkingen het herstel wil gaan doen weten wij niet of wij dan iets missen. Daarom had ik al tegen [A] aangehouden dat we zaten te denken om Vereniging Eigen Huis een inspectie te laten doen omdat wij ook niet alles zien. Om niet gelijk met die inspectie te komen hebben wij nu via een kennis vrijblijvend een aannemer naar de badkamer en de wc laten kijken.
Deze aannemer was vrij duidelijk in zijn verhaal. Op een paar kleine dingen na was de wc ok. Maar de badkamer is een ander verhaal. Hij was duidelijk, slecht tegelwerk. Tegels sluiten niet mooi strak met de voegen tegen elkaar, sommige steken uit en daarnaast zijn er nog de beschadigingen. Hij gaf ook aan dat die tegels met beschadigingen (pitjes ontstaan door het laten vallen van gereedschap door [B] en de slechte slijpranden) gewoon vervangen zouden moeten worden en niet proberen te herstellen. Daar zijn wij het mee eens.
Daarnaast schrok hij van het douchegedeelte:
• De brede kitranden op de vloer vergroten de kans op lekkage. Met name bij de nissen is de kitrand ook niet over de tegel heen.
• De vloertegels sluiten niet mooi aan en zijn beschadigd
• In een voeg op de vloer zag hij lijmresten. Ook dat kan in zijn ogen tot lekkage leiden.
• De afvoer moet in zijn ogen (en dat zie ik ook op internet terug) 8 centimeter van de achterwand af zijn omdat nu met direct een kitrand dit ook de kans op lekkage vergroot.
• De douchedeur, de ongelijke nissen en de douchekop heeft [A] al benoemd. Je zult begrijpen dat wij van zijn bevindingen zijn geschrokken en het even niet meer weten...
Ons valt het ook op dat de linker wastafelkraan als je deze opendoet wat "sputtert".
Al met al is er nog genoeg te doen. Zoals ik vorige week al telefonisch heb aangegeven willen wij dat je zelf ook de badkamer aan een inspectie onderwerpt om te kijken wat er vervangen moet worden. Richt je niet alleen op datgene wat wij zien en aanreiken want wij zijn ook geen kenners op dit gebied, maar kijk er zelf ook kritisch naar.
De aannemer gaf ook aan dat het herstel (gezien wat er is afgeleverd) eigenlijk door iemand anders gedaan zou moeten worden. Jij hebt aangegeven dat jij dit nu helemaal zelf wilt doen. Maar als jij door de bijwerkingen van Corona dit niet kan, overleg dan met [A] hoe de badkamer wel kan worden hersteld. Want na 6 maanden willen wij wel graag eindelijk van de badkamer proberen te genieten. Wij sluiten ons dan ook aan aan de door [A] opgegeven deadline.
(…)’
2.10.
Per e-mail van 10 maart 2022 heeft [eiser] om bevestiging van de startdatum, waarop [gedaagde] het herstel zal uitvoeren, te weten 14 of 15 maart 2022. De werkzaamheden zouden 2 tot 2,5 week in beslag nemen.
2.11.
Bij e-mailbericht van 11 maart 2022 heeft [gedaagde] gereageerd en bevestigd dat hij op 18 maart 2022 ging starten met de werkzaamheden en dat de werkzaamheden 2 tot 2,5 week in beslag zouden nemen.
2.12.
Op dezelfde dag heeft [eiser] zijn ongenoegen geuit over het eenzijdig wijzigen van de startdatum voor de herstelwerkzaamheden en sprak [eiser] zijn angst uit over het niet behalen van een goede afloop.
2.13.
Op 18 maart 2022 is [gedaagde] gestart met de herstelwerkzaamheden.
2.14.
[eiser] heeft [website] uitgenodigd om bij hem langs te komen om naar de werkzaamheden te kijken. Op 14 april 2022 heeft [A] [gedaagde] per WhatsApp bericht dat [gedaagde] de werkzaamheden in week 15 van het jaar 2022 moest afronden.
2.15.
Op 22 april 2022 heeft [gedaagde] aangegeven dat de badkamer gereed was voor het kitten van de douchewand en deur. De herstelwerkzaamheden hebben uiteindelijk 5 weken in plaats 2-2,5 week geduurd.
2.16.
Op 25 april 2022 heeft [eiser] per e-mail gereageerd op de oplevering van [gedaagde] en geschreven:

Beste [gedaagde] ,
Op 18 maart 2022 ben je met de herstelwerkzaamheden van onze badkamer begonnen. Na een hele moeizame periode waarbij de communicatie moeizaam verliep heb je afgelopen vrijdag 22 april 2022 na 5 weken de badkamer gereed voor het kitten van de douchewand en -deur opgeleverd. In die periode zijn diverse afspraken door jou niet nagekomen.
Wij zijn tot nu toe heel coulant geweest en hebben je veel tijd voor herstel gegeven. Aanvang renovatie badkamer was oorspronkelijk 31 augustus 2021. Aan die coulance komt nu een einde omdat wij het gevoel hebben dat wij niet serieus worden genomen. Het resultaat van afgelopen vrijdag was voor ons kwalitatief teleurstellend. Daar waar wij mochten verwachten dat wij met jouw werkzaamheden nu eindelijk na al die tijd van veel geduld een kwalitatief goede badkamer zouden krijgen, viel dat tegen.
Afgelopen zondag is [A] ook komen kijken en zag met eigen ogen wat wij niet goed vinden.
Vanwege de slechte communicatie, het niet nakomen van de afspraken en de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden, heb ik vandaag advies bij mijn rechtsbijstandsverzekeraar ingewonnen. Aan de hand van dit advies stel ik je met dit bericht formeel in gebreke.
Ik geef je de kans om de hieronder weergegeven gebreken te herstellen. Als dit echter niet naar behoren gaat of de communicatie/gemaakte en te maken afspraken blijven moeizaam verlopen, dan ga ik deze kwestie bij mijn rechtsbijstandsverzekeraar verder indienen. Ik ga er vooralsnog vanuit dat het niet zover hoeft te komen en je binnen de onderstaande gestelde termijn de gebreken gaat herstellen.
Wij hebben de volgende gebreken vastgesteld:
• Douchedeur sluit aan de bovenkant aan de muurzijde niet goed aan.
• Douchedeur hangt niet op gelijke hoogte met de glazen wand.
• De zijrand van de douchedeur is scheef gemonteerd. Onderkant 90 cm ten opzichte van de muur aan de douchezijde en boven 89,5 cm.
• Oude kitresten op de douchedeur, glazen wand en bevestigingsrails aan de muur. Deze oude kitranden moeten worden verwijderd voordat de nieuwe kitrand wordt gemaakt. De kitter heeft de vorige keer al aangegeven dat alles schoon moet worden opgeleverd. Dat hij niet van het schoonmaken is. Schoon beperkt de verdere kans op lekkage.
• De ondersteuningsbalk van de douchedeur is ten opzichte van de muur aan de douchezijde behoorlijk scheef gemonteerd. Hij zit los en rammelt bij het openen van de deur. Herstellen en zodanig dat als er opnieuw voor die balk geboord moet worden, de tegel vervangen.
• De nissen in de douche zijn qua afwerking van zowel de tegels (lelijke slijpranden) als de sierplinten niet mooi/strak afgewerkt. Oplossen of vervangen.
• De bovenrand van de nissenmuur aan alle zijden afwerken.
• De tegel links onderin van de muur van de nissen in de douchecabine is rechtsboven beschadigd, deze vervangen.
• De douche-afvoer heeft nog cementresten. Deze verwijderen.
• De nis van het raamkozijn is qua afwerking van zowel de tegels (lelijke slijpranden) als de sierplinten niet mooi/strak afgewerkt. Oplossen of vervangen.
• De onderste smalle tegel op de kopkant van de nismuur heeft onderaan beschadigingen. Vervangen.
•De slijprand onder het plateau boven de wc is niet netjes afgewerkt.
• Door de hele badkamer heen cementresten en potloodstrepen op tegels en voegen verwijderen.
Door de hele badkamer heen de voegen nalopen, op een aantal punten zijn deze niet volledig dekkend.
• Het plafond heeft op diverse plekken vlekken en oneffenheden. Deze verwijderen, egaliseren en opnieuw verven met vochtwerende verf.
• Linker stopcontact bij wastafel staat los van de muur. Strak tegen de muur plaatsen.
• Herstel schade muur bij de trap. Gevolg van vallend gereedschap.
Over het algemeen is het met dunne voegen belangrijk om deze op dezelfde breedte te houden. Helaas merken we op sommige plaatsen dat dat niet overal even breed is gedaan. Hetzelfde geldt voor de vloertegels die op dezelfde hoogte zouden moeten worden gelegd. Omdat dit binnen de normen valt is hier helaas niets aan te doen, maar kwalitatief is dit wel heel jammer voor een nieuwe badkamer.
Daarnaast zijn er ook nog uit te voeren herstelwerkzaamheden van de wc:
• Het plateau waterpas maken en de sierstrip recht plaatsen.
• De wanden van de nis achter de wc opnieuw betegelen zodat de voeglijnen in lijn lopen met de voegen van de zijmuur van de wastafel.
Volgens afspraak start je met het herstelwerk van de wc op 2 mei 2022.
Uitvoeren herstelwerkzaamheden badkamer
Je bent als opdrachtnemer verantwoordelijk voor het afleveren van goed werk en moet deze bij tekortkomingen herstellen. Zo is dat wettelijk geregeld alsmede geregeld in de offerte overeenkomst waarin je garantie geeft. Ik stel je hierbij aansprakelijk voor eventuele schade die het gevolg is van het ondeugdelijke werk.
Redelijke termijn van herstelwerk
Ik verzoekje de bovengenoemde gebreken binnen twee weken na verzending van dit e-mailbericht (d.d. 25 april 2022) te herstellen, binnen 4 weken na de datum van deze brief deugdelijk te zijn uitgevoerd.
(…)
2.17.
Op 26 april 2022 meldde [gedaagde] dat hij geen werkzaamheden bij [eiser] kon verrichten vanwege corona binnen zijn gezin.
2.18.
Op 10 mei 2022 heeft [gedaagde] aangegeven weer klachtenvrij te zijn.
2.19.
Op 11 mei 2022 heeft [eiser] als reactie op het bericht van [gedaagde] de volgende e-mail gezonden en -voor zover van belang- geschreven:

(…)
Gisteren op 10 mei 2022 heb je aangegeven dat jullie klachtenvrij zijn. Dat betekend dat het herstel van de gebreken van onze badkamer en wc kan worden opgepakt en afgerond.
Wij geven je een redelijke termijn van twee werkweken voor deze oplevering. De uiterste datum van oplevering van een kwalitatief goede badkamer en wc is dan woensdag 25 mei.
Zoals je inmiddels beseft, zijn wij zeer kritisch op het opgeleverde werk. Je had van
tevoren aangegeven dat je alles oplost en dat het goed komt. Dat gaf ons vertrouwen. Wij keken dan ook met goede moed naar het door jou te starten herstelwerk. Als wij echter nu naar de kwaliteit van de badkamer kijken, zijn wij heel erg teleurgesteld en maken wij ons zorgen of dat het goed nog wel goed komt. Je hebt herstelwerkzaamheden uitgevoerd waarbij je je gelijk af had kunnen vragen of dit wel de kwaliteit was die we mogen verwachten. De afgelopen 2 weken hebben wij helaas nog een aantal gebreken geconstateerd. Deze zal ik aan de onderstaande opsomming toevoegen.
Wat mij persoonlijk opvalt is dat de kwaliteit minder wordt op de dagen dat jij aangaf dat je je niet lekker voelde. Dat jouw herstel van corona de kwaliteit van jouw werk beïnvloed. Omdat je nu weer corona-klachten hebt gehad en weer aan het herstellen bent willen wij je het dringende advies geven om je door een ervaren badkamer-installateur te laten ondersteunen. Of door het over te laten nemen. Zoals aangegeven zijn wij zeer kritisch in de oplevering. Omdat wij al bijna een jaar bezig zijn met een badkamer die in 3 weken kan worden opgeleverd. Moet het nu voor eens en altijd helemaal goed gaan.
Wat ik nu doe is ook helemaal tegen mijn gevoel in om je een formele gebrekestelling te geven om eventuele vervolgstappen vanuit mijn rechtsbijstandsverzekeraar op te kunnen starten. Dat wil ik niet, maar begrijp dat bij ons de machteloosheid en teleurstelling enorm hoog is. (…)
(…)
We geven je nu de mogelijkheid om binnen de nieuw gestelde deadline de badkamer en wc in goede kwaliteit te herstellen.
(…)
Nieuw vastgestelde gebreken:
• De hoge kast zit aan de onderkant niet vast op de muur
• De wastafel waterstoppen verschillen bij het losdraaien voor het schoonmaken. Links komt er een bout mee, rechts niet.
• De linkerkraan in de wastafel sputtert bij het opendoen alsof er lucht mee uit komt.
• De stang van de regendouche hangt niet helemaal waterpas. Je ziet dit ook doordat deze stang ten opzichte van de voeg scheef staat.
• De douchecabine vloertegel direct bij de deur heeft een holle ruimte. Dit vergroot de kans van barsten in de tegel. Herstellen.
• Zelfde bij binnenkomst badkamer de tegel rechts in de hoek. Herstellen.
• Onder de wastafel is er ook een tegel. Bij die laatste tegel zal er nooit een grote belasting op komen.
De douchecabine vloer is qua voegen en hoogteverschil van de tegels onderling niet goed gelegd. De extra opvulling van de voegen heeft niet het gewenste effect van een egale vloer opgeleverd. Je voelt de hoogteverschillen/voegen heel goed aan je voeten. Dit was ook al na de oplevering een herstelpunt wat dus niet goed is aangepakt.
• De afwerking van de afvoergoot en de kitranden is niet goed gedaan. De kitranden blijven onder de rand van de tegels wat een grotere/snellere kans op lekkage veroorzaakt. De afvoergt moet nog cementvrij worden gemaakt.
• De 2 kleine hoektegeltjes lopen niet mooi af voor het laten wegvoeren van het water. Ze liggen vlak en hoger dan de afvoergoot. Je tegelzetter die het laatste herstel daar had gedaan, had deze hoekjes diagonaal door midden gedaan zodat het afvoeren van het water goed zou gaan. Deze oplossing
heeft dan ook onze grote voorkeur en het gewenste resultaat, namelijk afvoeren van het water. Voegen boven de wastafelmeubel zien er niet strak uit.
• De kitrand op de wastafel is niet mooi gelijkmatig aangebracht.
• Onder de douchekraan heb je een teveel tegel weggesneden. Je hebt dit opgelost met witte lijm. Graag nieuwe tegels plaatsen.
Vanwege de hele opsomming van gebreken willen wij je ook zelf vragen om kritisch te kijken wat je oplevert. Mochten wij gedurende de komende periode nog meer gebreken tegenkomen, dan geven wij je deze direct door voor herstel.
(…)
2.20.
Ondertussen hebben [eiser] en [A] per WhatsApp veelvuldig geprobeerd om in contact te treden met [gedaagde] over de herstelwerkzaamheden. De communicatie met [gedaagde] verliep echter moeizaam doordat [gedaagde] geen tot weinig reageerde op de berichten van [eiser] en/of [A] .
2.21.
Op 10 juni 2022 heeft [website] [gedaagde] weten te overtuigen om een derde - [bedrijf 1] - in te schakelen om [gedaagde] te helpen bij de uitvoering van de herstelwerkzaamheden.
2.22.
[gedaagde] heeft vervolgens [bedrijf 1] de opdracht gegeven om een deel van de herstelwerkzaamheden -de nissen en het tegelwerk- op zich te nemen. De resterende herstelwerkzaamheden zou [gedaagde] zelf uitvoeren.
2.23.
Op 14 augustus 2022 heeft [eiser] aan [gedaagde] de volgende e-mail gezonden en -voor zover van belang- geschreven:

(…)
Helaas ben ik genoodzaakt om een nieuwe ingebrekestelling af te geven. De reden is hiervan is dat jouw herstelwerk van ronde 3 kwalitatief onvoldoende was. Daarbij komt dat communiceren met jou niet te doen is. Je reageert simpelweg niet op mijn whatsapp-berichten en de signalen van [A] en [C] om contact met mij op te nemen.
Na 13 maanden is dit voor jou het laatste moment om te zorgen dat er een kwalitatief goede badkamer en wc worden opgeleverd. Wij accepteren geen gebrekkige kwaliteit en geen uitstel meer. Ons geduld met jou is op.
We zijn blij dat je nu in herstelronde 4 voor het herstel van het tegelwerk de hulp van [C] hebt ingeroepen. Het gaat hierbij om onder andere:
- tegels douchecabinevloer
- nieuwe nisranden bij zowel de douchecabine als het raamkozijn
- beide nissen, zowel tegels in de nissen als de tegels rondom de nissen, in de douchecabine
- tegel linksonder in de nismuur
- meerdere tegels op de kopkant van de nismuur vervangen
- sierstrips op de bovenkant douchemuur
- tegels onder de sierstrip boven de wc in de badkamer
- raam nis, zowel tegels in de nis als rondom de nis
- nis boven de wc in de wc meerdere tegels vervangen vanwege scheve plaatsing en vanwege beschadigingen
- overal zelfde voegvulselkleur als resterende tegelwerk gebruiken
Dan is er nog het resterende herstelwerk:
- lijmresten onder de douchekraan en cement overall van de tegels verwijderen
- radiator goed afmonteren
- douchewanddeur conform onze wensen correct plaatsen. Hierbij oude kitranden verwijderen en opnieuw kitten.
- plafond, oude kitranden (lelijk afgerond) verwijderen en het plafond opnieuw egaliseren (op meerdere plekken oneffenheden en vlekken) en verven met schimmelwerende verf en opnieuw de kitranden maken.
- kitranden van de wastafelmeubel verwijderen (oneffenheden) en opnieuw kitten
- overall dezelfde kleur kit en kitranden plaatsen. Als dat niet kan, dan alle kitranden vervangen voor één en dezelfde kit
- wc plaatsen nieuwe kitranden. Ook hier geldt dat deze van dezelfde kleur en dikte als de huidige moeten zijn. Anders alle kitranden vervangen voor één en dezelfde
kit.
Omtrent dit verdere herstelwerk….Gezien het feit dat jouw herstelwerk tot nu toe tegenvalt verzochten wij om ook dit herstelwerk door een ander te laten doen. Hierin bleef je vaag en gaf je als laatste aan dat je het zelf gaat doen. Gezien de kwaliteit van jouw herstelwerk tot nu toe, hebben wij daar eerlijk gezegd weinig vertrouwen in (douchewand al twee keer niet goed geplaatst, kitranden niet mooi afgewerkt, oneffenheden op het plafond niet goed weggewerkt).
Omdat je hebt aangegeven dat je het zelf wilt gaan doen, zal ik ook in overleg gaan met Vereniging Eigen Huis voor een opleveringsinspectie. Ik behoud mij dan ook het recht voor om na de oplevering deze inspectie te laten doen. Daarbij dient ook deze formele ingebrekestelling ook voor mijn Rechtsbijstandverzekering. Dit om bij mijn rechtsbijstand in te schakelen als de kwaliteit van de oplevering van de badkamer en de wc niet goed is en om te gebruiken als je de vastgestelde datum van oplevering (zie onderstaand, 30 september 2022) niet haalt. En omdat wij na 13 maanden heelaas met jou de ervaring hebben dat je en slecht tot niet communiceert en je afspraken niet altijd
nakomt. Zoals ook nu weer. Ondanks herhaalde verzoeken van mij en [A] laat je weinig tot niets van je horen.
(…)
De datum van aanvang van de herstelwerkzaamheden van [C] is maandag 26 september 2022. Hij geeft aan 2 a 3 dagen nodig te hebben. Gezien alle ellende en de periode waarover wij nu met elkaar bezig zijn (aanvang 30 augustus 2021 dus al 13 maanden) is een termijn van 5 werkdagen voor het volledige herstel en kwalitatief goed opleveren van onze badkamer en wc niet meer dan redelijk. De datum van eindoplevering is dan 30 september 2022.
(…)’
2.24.
Op 26 september 2022 is [bedrijf 1] gestart met de aan hem opgedragen herstelwerkzaamheden, zoals in het e-mailbericht van 14 augustus 2022 zijn opgesomd.
2.25.
Op 6 oktober 2022 heeft [bedrijf 1] de aan hem opgedragen herstelwerkzaamheden afgerond en aan [eiser] opgeleverd.
2.26.
Na de oplevering door [bedrijf 1] heeft [eiser] en [gedaagde] veelvuldig contact gehad over de aanvang en uitvoering van de resterende herstelwerkzaamheden, die [gedaagde] zelf zou uitvoeren, gehad. De communicatie tussen [eiser] en [gedaagde] en de uitvoering van de herstelwerkzaamheden door [gedaagde] verliepen echter moeizaam. Op de volgende data heeft [eiser] daarom [gedaagde] het volgende geschreven:

17-10-2022 12:49 - [eiser] : Beste [gedaagde] , we zijn al ruim 14 maanden onderweg met de renovatie van onze badkamer en wc. We hebben heel heel veel geduld met je gehad. Maar dat is nu voorbij. Omdat ik gewoon niet weet wat ik met jou aan moet....je communiceert zeer gebrekkig tot niet....het gaat vreselijk moeizaam om een kwalitatief goede badkamer en wc op te leveren. Ook nu weer is het stil... Daarom heb ik nu mijn rechtsbijstandsverzekering ingeschakeld om mij hierin te gaan ondersteunen.
(…)
17-10-2022 17:27 - [eiser] : Klopt [gedaagde] , dat was donderdag en nu maandag 17:15. Nu geef je aan dat vrijdag een kitter gaat komen. Dan zijn we alweer 2 weken na oplevering van [C] zijn werk.en dit is alleen weer het kitverhaal....de rest moet ook nog.daarbij vraag je niet of het ons uitkomt of er vrijdag een kitter langs kan komen....het draait allemaal om jou, niet om ons als klant
19-10-2022 15:55 - [eiser] : En dan is het weer stil [gedaagde] . Wanneer kom je /laat je nu alles afronden?
(…)
19-10-2022 17:01 - [eiser] : Dat kan. Maar 2 weken later.... en het gaat erom dat je de andere werkzaamheden allang op had kunnen pakken. We blijven nu in de rotzooi zitten.
23-10-2022 16:58 - [eiser] : IMG- [bestandsnummer] .jpg (bestand bijgevoegd)
[gedaagde] , ik ben het helemaal kwijt nu. Douchewand lekt. Ik ben echt helemaal klaar met dit prutswerk. Ik ga in overleg met de rechtsbijstand voor verdere vervolgstappen. Je hebt kansen in overvloed gehad. Dit was herstelronde 4. Dit kan toch gewoon niet.
25-10-2022 15:28 - [eiser] : [gedaagde] , wij hebben er geen vertrouwen meer in dat jij een kwalitatief goede nette badkamer en wc op kan leveren. In afwachting van een terugkoppeling van de rechtsbijstandsadvocaat, hoef je morgen niet te komen om aan het verdere herstel te werken. Ik wil eerst met de advocaat in gesprek over hoe nu verder.
2.27.
[eiser] heeft vervolgens zijn rechtsbijstand DAS ingeschakeld, die op haar beurt mr. Hofmans heeft ingeschakeld om [eiser] in deze bij te staan.
2.28.
Op 27 oktober 2022 heeft [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2] ) ingeschakeld om de door [gedaagde] uitgevoerde (herstel)werkzaamheden te beoordelen.
2.29.
Op 9 november 2022 heeft [bedrijf 2] de inspectie uitgevoerd. Bij de inspectie was [eiser] aanwezig. [gedaagde] was niet bij de inspectie uitgenodigd.
2.30.
[bedrijf 2] heeft van haar bevindingen een concept rapport opgesteld en aan [eiser] toegezonden. [eiser] heeft het concept rapport voorzien van op- en aanmerkingen. [bedrijf 2] heeft de op- en aanmerkingen van [eiser] voor zover van belang meegenomen bij het opstellen van het definitieve rapport.
2.31.
Op 23 maart 2023 heeft [bedrijf 2] het definitieve rapport (hierna: het rapport van [bedrijf 2] ) met haar bevindingen van de inspectie op 9 november 2022 uitgebracht. In het rapport van [bedrijf 2] staat -voor zover van belang-:

Bevindingen deskundige:
Tijdens onze inspecties van de badkamer en de toiletruimte stelden wij het volgende vast. De genoemde afbeeldingen zijn aanwezig op de volgende pagina's.
Badkamer 1ste verdieping
1. De douchewand is niet correct geplaatst; de wand en de deur sluiten niet in rechte lijn op elkaar aan (afbeelding 1);
2. De glijstang van de douche is scheef gemonteerd (uit het lood) (afbeelding 2);
3. De douchekop lekt, wanneer de kraan wordt opengedraaid stroomt water over de glijstang;
4. Volgens partij 1 is de glijstang niet voldoende stevig aan de muur bevestigd, omdat het een voorzetwand betreft. Wij kunnen echter met enige krachtuitoefening (die bij normaal gebruik niet zal voorkomen) geen beweging in de glijstang krijgen. Schroeven kunnen bovendien door middel van zogeheten hollewandpluggen vrij vast in een voorzetwand worden gemonteerd. Waarschijnlijk zijn die ook in de huidige situatie toegepast, gelet op de waargenomen weerstand in de stang.
5. De dorpel van de douchevloer is niet correct gekit waardoor douchewater onder de dorpel door stroomt (afbeelding 3);
6. In het afvoergootje zijn nog lijm-/mortelresten aanwezig die nog dienen te worden gereinigd;
7. Er zijn niet passende schroeven gebruikt om het profiel van de douchedeur aan de wand te monteren (afbeelding 4). De schroeven behoren niet bij het wandsysteem. Ook zijn de schroeven niet geheel verzonken in het profiel. Het resultaat is afzichtelijk;
8. De deurscharnieren zijn ten opzichte van elkaar in verschillende standen op de deur geplaatst (afbeeldingen 5 en 6);
9. Ter plaatse van het loopvlak bij de douchedeur is een holle klank waarneembaar bij het bekloppen van een vloertegel. Dit betekent dat er op die positie geen sprake is van hechting tussen de tegel en de ondergrond. Volgens paragraaf 6.5 van de URL dient er voor vloertegels lijmcontact voor minimaal 80% van het tegeloppervlak te zijn. Als meer dan 20% van de oppervlakte holle klanken worden waargenomen, wordt de tegel als ‘losliggend' beschouwd en is er sprake van een gebrek. In het huidige geval is meer dan 20% holklinkend, is er sprake van een gebrek en dient de tegel opnieuw te worden gelegd.
10. De voegmortel heeft verschillende tinten (afbeeldingen 7 en 8). De tint is ter plaatse van het toilet lichter dan in de doucheruimte (ook op posities die niet met water belast worden). Medeoorzaak hiervan is waarschijnlijk het diverse malen herstel dat heeft plaatsgevonden. De mortel heeft namelijk iedere keer bij het aanmaken een unieke tint, waardoor bij verschillende herstelpogingen tintverschil in de voegen zal ontstaan. Hoewel tintverschil in de basis geen schade betreft (geen stoffelijke aantasting), was de afwijking te voorkomen geweest als het voegwerk in één aansluitende verwerking correct was aangebracht. Er is daarom wel sprake van een onnodige afwijking;
11. Er zijn verschillende tinten kit toegepast (afbeeldingen 7 en 8). Er is een keuze gemaakt de inwendige hoeken van de wanden in de douche in een grijze tint aan te brengen. Bij het toilet is echter een andere kit gebruikt waardoor ook de grijze tint afwijkt van die in de doucheruimte. Ook deze afwijking was onnodig en betreft daarom een gebrek. De kit ter plaatse van de toiletpot is gescheurd;
12. Het voegverloop van de tegels is enigszins afwijkend; ondanks dat uit foto's van partij 1 blijkt dat tijdens de plaatsing tegelkruisjes zijn geplaatst, sluiten sommige tegelranden niet gelijk op elkaar aan (en dus een afwijkend voegverloop). De URL stelt onder paragraaf 7.4 voor verschillende tegelgroepen wat de toelaatbare afwijking (in mm) mag zijn. Het huidige tegelwerk valt volgens paragraaf 3.1 onder tegelgroep 2: tegelwerk dat moet voldoen aan een gemiddelde visuele kwaliteit (bijvoorbeeld regulier tegelwerk in woningen), of tegelwerk met voegbreedte 2-6 mm. Hieruit volgt dat de maximale afwijking 1,5mm mag zijn. Alle afwijkingen die door ons zijn geconstateerd zijn visueel ingeschat gelijk of binnen
de tolerantie. Uitsluitend het scheve voegverloop tussen de tegels boven het raamkozijn is dusdanig afwijkend dat herstel gerechtvaardigd is (afbeelding 9);
13. De randen van de vloertegels (lippen) vertonen ten opzichte van elkaar onderling enigszins hoogteverschillen. Paragraaf 7.3 van de URL stelt dat de maximale afwijking voor het huidige tegelwerk 1,0 mm mag zijn. Zonder daadwerkelijk te hebben gemeten kunnen wij stellen dat de waargenomen afwijkingen binnen deze tolerantie vallen;
14. Volgens partij 1 is er mogelijk te weinig afschot in de vloer toegepast, omdat het water niet voldoende naar het putje stroomt. Dit hebben wij echter niet kunnen vaststellen.
Uit een waterpassing blijkt dat wel degelijk afschot toegepast is en ook is waargenomen dat het water richting de put stroomt.
15. Er zijn gekartelde randen zichtbaar bij op maat gesneden tegels, die bij zowel de nissen in de douche als andere plaatsen zijn toegepast (afbeelding 9). De URL stelt onder paragraaf 6.5 dat het verwerken van beschadigd materiaal niet geoorloofd is. Echter zal het snijden van tegels, dat her en der noodzakelijk is, altijd enigszins tot scherfvorming op de randen leiden. In de mate waarin dat zichtbaar is zien wij over het algemeen geen gebrek. Echter is op één positie links boven het raamkozijn een behoorlijke afwijking waargenomen, die vervanging van de tegel rechtvaardigt (afbeelding 10);
16. Het stuc van het plafond vertoont op enkele plaatsen butsen/vlakheidsafwijkingen (afbeelding 11). Dit zijn onzes inziens kleine afwijkingen die nog plaatselijk dienen te worden hersteld;
17. Ter plaatse van de radiator is de sparing in een wandtegel voor een leiding, ondanks het toegepaste rozet, nog zichtbaar gebleven. De sparing is daarom te ruim gemaakt. Oplossing kan zijn iets grotere rozetten toe te passen. Indien dat niet mogelijk is, dan zouden de tegels vervangen dienen te worden.
18. Er is een scherf uit een vloertegel onder de wastafel geslagen. Gelet op het schadebeeld is deze schade ontstaan door een zwaar vallend voorwerp. Volgens partij 1 is deze schade tijdens de inrichting van de badkamer toegebracht door een werknemer van/namens [handelsnaam] en zou dat mondeling bevestigd zijn. Wij zijn echter niet in staat deze verklaring te controleren en kunnen daarom niet met zekerheid vaststellen dat deze schade aan [handelsnaam] toe te rekenen valt;19. Er zijn op diverse plaatsen lijmresten en een waas van de voegmortel op de wandtegels zichtbaar, zoals onder de douchekraan en op de douchewand, zijde toilet. In algemene zin kan gesteld worden dat deze verontreiniging na het afronden van het (herstel)werk niet voldoende weggenomen is door/namens [handelsnaam] . De schoonmaakwerkzaamheden kunnen alsnog worden verricht, waarna in
beschouwing genomen dient te worden in hoeverre dat succesvol is.
20. Uit door partij 1 verstrekte afbeeldingen blijkt dat het plafond gebouwd is met reguliere (grijze) gipsplaten (afbeelding 12). Het kartonomhulsel is echter niet bestand tegen vocht. In het geval het plafond nat wordt kan het karton verweken en het gips zwellen. Dit vormt onomkeerbare schade die het vervangen van de platen en het daarop aangebrachte stuc vereist. Dit risico is algemeen bekend in de (badkamer)bouw en om die reden zijn er voor natte ruimen (groene) gipsplaten verkrijgbaar. Deze platen bestaande uit een kern van gips die behandeld is met een waterafstotend siliconenproduct en heeft een mantel van gerecycled karton die voor optimale hechting zorgt en tegelijkertijd waterkerend
is. De kans dat het plafond dusdanig nat wordt dat vervorming van de gipsplaten optreedt zal bij normaal gebruik van de badkamer beperkt zijn. Echter dient de levensduur van het plafond gelijk te zijn schade ontstaan door een zwaar vallend voorwerp. Volgens partij 1 is deze schade tijdens de inrichting aan die van de woning zelf; minimaal 50 jaar, waardoor onnodige risico’s op schades dienen te worden beperkt;
21. Het rooster van de mechanische luchtafvoer ontbreekt op de sparing. Het stuc rondom de sparing is gekarteld/gekrast, echter het rooster zal deze afwijkingen waarschijnlijk na montage afdekken (afbeelding 13). Zo niet, dan dient het stuc plaatselijk te worden hersteld;
22. De elektrische installaties dienen volgens het bouwbesluit te voldoen aan de NEN 1010. Deze norm schrijft voor dat reguliere (niet spatwaterdichte) wandcontactdozen in het kader van de veiligheid niet binnen een afstand van 60cm vanaf een waterkraan gemonteerd mogen worden. De wandcontactdozen boven de wastafel zijn in beide gevallen met ongeveer 15 cm afstand te dicht op de wastafelkranen geplaatst (afbeelding 14);
23. Eén van de afdekplaten van de wandcontactdoos en de drukknop van de dimmer zijn gescheurd (afbeeldingen 15 en 16).
24. De kast dient nog aan de wand gemonteerd te worden.
25. Ter plaatse van de doucheruimte zijn twee beschadigde tegels geplaatst onder de nis in de tussenwand (afbeelding 17);
26. Onder het raamkozijn is een beschadigde tegel geplaatst (afbeelding 18).
(…)
Toiletruimte begane grond
27. Er zijn verschillende tinten voegmiddel en kit gebruikt, terwijl het mogelijk was dezelfde tint toe te passen (afbeelding 19);
28. De vloertegels vertonen net als In de badkamer enigszins hoogteverschillen, afwijkingen in het voegverloop en snijranden, echter ook hier blijven de afwijking naar ons oordeel binnen de toegestane toleranties;
29. Er is nog een waas van lijm/mortelresten en ook potloodstrepen op de tegels zichtbaar die nog dienen te worden gereinigd (afbeelding 20);
30. Twee vloertegels links onder de toiletpot klinken voor meer dan 20% hol en zijn daarmee volgens de URL als 'losliggend' te beschouwen. Deze dienen te worden verwijderd en opnieuw geplaatst.
(…)
2.32.
Van voornoemde 30 punten heeft [bedrijf 2] 24 punten (21 voor de badkamer en 3 voor de wc) aangemerkt als een gebrek, namelijk: de punten 1, 2, 3, 5 tot en met 12, 15 tot en met 17 en 19 tot en met 25 voor de badkamer en de punten 26, 28 en 29 voor de wc. [bedrijf 2] heeft de herstelkosten voor de voornoemde punten begroot op € 5.420,80.
2.33.
[eiser] heeft vervolgens met het rapport van [bedrijf 2] zich gewend tot [bedrijf 1] en [website] en hen gevraagd op basis van dit rapport een offerte uit te brengen voor de kosten van de uit te voeren werkzaamheden en de materialen. [bedrijf 1] heeft de kosten begroot op € 5.977,35 en [website] heeft de kosten begroot op € 2.227,90.
2.34.
Bij brief van 6 oktober 2023 heeft mr. Hofmans namens [eiser] aan [gedaagde] te kennen gegeven dat [eiser] geen nakoming van de overeenkomst meer wenste en heeft de nakoming omgezet in een vervangende schadevergoeding. Naast de herstelkosten van € 8.205,25 (= € 5.977,35 + € 2.227,90), heeft [eiser] ook de kosten van € 299,18 voor het huren van een mobiele douche en de onderzoekskosten van [bedrijf 2] van € 1.800,00 (exclusief BTW) bij [gedaagde] gevorderd. [gedaagde] kreeg 14 dagen de tijd om het totale bedrag van € 10.304,43 aan [eiser] te betalen. [gedaagde] heeft niet betaald.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 8.504,43 aan hoofdsom, € 2.178,00 aan onderzoekskosten en € 878,04 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met verdere rente en kosten.
3.2.
[eiser] baseert haar vordering tot betaling van zijn schade grond van artikel 6:87 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Volgens [eiser] is [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst. [gedaagde] heeft namelijk een deel van de afgesproken werkzaamheden niet deugdelijk uitgevoerd. [gedaagde] verkeert in verzuim, want [gedaagde] heeft meerdere keren de kans gehad om de uitgevoerde werkzaamheden te herstellen. [gedaagde] heeft echter niet binnen de gestelde termijnen de herstelwerkzaamheden (deugdelijk) uitgevoerd. Bij brief van 6 oktober 2023 heeft [eiser] daarom aan [gedaagde] te kennen gegeven dat hij geen nakoming van de overeenkomst meer wenst, maar een vervangende schadevergoeding. De schade van [eiser] bestaat uit de herstelkosten inclusief materialen van € 8.205,25 en de kosten voor het tijdelijk huren van een mobiele douche unit van € 299,18. Daarnaast vordert [eiser] op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW de vergoeding van de onderzoekskosten van [bedrijf 2] van € 2.718,00.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
In reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert in reconventie het bedrag van € 980,00 en de kosten van € 8.852,76 voor het inhuren van een aannemer om de badkamer opnieuw te herstellen. Het bedrag van € 980,00 moet [eiser] op basis van de overeenkomst aan hem betalen. De kosten voor het inhuren van een andere aannemer moet [eiser] aan hem betalen, omdat hij die aannemer heeft moeten inhuren om de badkamer van [eiser] opnieuw te herstellen.
3.5.
[gedaagde] voert verweer.

4.De beoordeling

In conventie
Kwalificatie overeenkomst
4.1.
De kantonrechter stelt vast dat de overeenkomst tussen partijen kwalificeert als een overeenkomst van aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 BW. De regels van 7:750 e.v. BW zijn dan ook van toepassing.
4.2.
In geschil tussen partijen is de uitvoering van de overeenkomst van aanneming van werk. De vragen die voorliggen zijn: a) is [gedaagde] tekortgeschoten is in de plaatsing van de badkamer en wc in de woning van [eiser] b) zo ja, mocht [eiser] zijn vordering tot nakoming omzetten in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding en c) hoe hoog is de schade van [eiser] .
Tekortkomingen
4.3.
[gedaagde] betwist dat de badkamer niet goed zou zijn. Volgens [gedaagde] was er iets misgegaan met de reparatie van de badkamer, maar hij heeft vervolgens de badkamer op zijn eigen kosten gesloopt en opnieuw gerepareerd. De werkzaamheden zijn door een derde - [bedrijf 1] - uitgevoerd en afgemaakt. De badkamer is goed, alleen wil [eiser] zoveel meer, aldus [gedaagde] .
4.4.
Dit verweer van [gedaagde] slaagt naar het oordeel van de kantonrechter niet en wel om het volgende.
4.5.
[eiser] heeft gemotiveerd gesteld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [eiser] verwezen naar het rapport van [bedrijf 2] (zie productie 10 bij dagvaarding). [bedrijf 2] heeft zoals hiervoor onder 2.31. is vermeld, 30 punten vastgesteld, waarvan [bedrijf 2] tot de conclusie is gekomen dat 24 van die 30 punten aangemerkt kunnen worden als een gebrek. [bedrijf 2] heeft in het rapport per gebrek toegelicht (al dan niet met foto’s) wat zijn bevindingen zijn en, indien nodig, waarom er sprake is van een gebrek. Deze toelichting van [bedrijf 2] is naar het oordeel van de kantonrechter consistent en voldoende onderbouwd.
4.6.
Tegenover deze gemotiveerde onderbouwing van [eiser] , heeft [gedaagde] enkel gesteld, zonder enige onderbouwing, dat de badkamer goed is, maar dat is onvoldoende. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn standpunt op dit punt nader toe te lichten en te onderbouwen waarom hij meent dat de door of namens hem uitgevoerde werkzaamheden aan de badkamer goed zijn. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan.
4.7.
Verder heeft [gedaagde] nog gerefereerd naar de werkzaamheden die door [bedrijf 1] waren uitgevoerd. Volgens [gedaagde] waren die werkzaamheden van [bedrijf 1] wél door [eiser] goed bevonden. Ook dit verweer kan niet leiden tot een ander oordeel. Weliswaar heeft [eiser] tijdens de zitting bevestigd dat hij de door [bedrijf 1] uitgevoerde werkzaamheden goed had bevonden, echter [eiser] heeft onweersproken gesteld dat de gebreken waar het in deze procedure over gaat niet zien op de door [bedrijf 1] uitgevoerde werkzaamheden. Het gaat in deze procedure om de herstelwerkzaamheden die [gedaagde] zèlf zou uitvoeren en dus niet om de door [bedrijf 1] uitgevoerde werkzaamheden. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan dit deel van het verweer van [gedaagde] .
4.8.
Dat [gedaagde] het rapport van [bedrijf 2] nooit eerder heeft ontvangen, leidt eveneens niet tot een ander oordeel. De kantonrechter is er namelijk niet van overtuigd geraakt dat [gedaagde] pas bij dagvaarding het rapport van [bedrijf 2] heeft ontvangen. De brief van 6 oktober 2023 met daarbij onder andere het rapport van [bedrijf 2] is per aangetekende post verzonden naar het adres [adres] in [plaats] , waar ook de dagvaarding is betekend en door [gedaagde] is ontvangen. Ook is de brief van 6 oktober 2023 per e-mail gezonden naar het e-mailadres ‘
[emailadres] .com’, dat op de offerte van 30 april 2021 van [gedaagde] aan [eiser] stond vermeld. Verder is niet gesteld of gebleken dat het (woon)adres en het e-mailadres waarnaar de brief van 6 oktober 2023 is verzonden, niet van [gedaagde] zijn dan wel niet meer door [gedaagde] wordt gebruikt. Het enkel stellen dat hij nooit het rapport van [bedrijf 2] heeft ontvangen, is dan ook onvoldoende. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat de brief van 6 oktober 2023 met het rapport van [bedrijf 2] [gedaagde] wel heeft bereikt.
4.9.
Dat [gedaagde] niet was uitgenodigd bij de inspectie door [bedrijf 2] op 9 november 2022, leidt eveneens niet tot een ander oordeel. Immers, [gedaagde] heeft ook -nàdat hij op 6 oktober 2023 het rapport van [bedrijf 2] per aangetekende post en per e-mail toegezonden heeft gekregen en nù in deze procedure-, het rapport van [bedrijf 2] inhoudelijk niet betwist en/of aangegeven wat er in het rapport niet zou kloppen. Ook is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] na het ontvangst van rapport van [bedrijf 2] heeft verzocht om een contra-expertise en/of op een andere wijze heeft aangegeven de gebreken zelf te willen onderzoeken.
4.10.
Het voorgaande leidt er toe dat de 24 gebreken uit het rapport van [bedrijf 2] , als onvoldoende gemotiveerd betwist, vaststaan zodat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Verzuim
4.11.
[gedaagde] stelt dat zij na het rapport van [bedrijf 2] nooit een herstelmogelijkheid heeft gehad. De kantonrechter begrijpt dit verweer van [gedaagde] zo dat [gedaagde] meent dat hij niet in verzuim is. De kantonrechter gaat aan dit verweer voorbij en wel om het volgende.
4.12.
Op grond van artikel 6:82 lid 1 BW treedt verzuim in wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
4.13.
Uit hetgeen [eiser] heeft aangevoerd en uit de stukken volgt dat [eiser] [gedaagde] tot vier keer toe de kans heeft gegeven om tot herstel van de geconstateerde gebreken over te gaan. [gedaagde] is echter niet in geslaagd om binnen de gestelde termijnen de door [eiser] geconstateerde en later ook door [bedrijf 2] (grotendeels) bevestigde gebreken te herstellen.
4.14.
Vaststaat dat [gedaagde] op 31 augustus 2021 is aangevangen met de werkzaamheden. Op of omstreeks 17 februari 2022 heeft [gedaagde] de werkzaamheden afgerond. Echter, de werkzaamheden bleken niet goed te zijn uitgevoerd. Hierop heeft [eiser] bij e-mail van 1 maart 2022 [gedaagde] tot 5 april 2022 de mogelijkheid gegeven om tot herstel over te gaan. Dit was de eerste herstelmogelijkheid van [gedaagde] . Op 22 april 2022 had [gedaagde] de herstelwerkzaamheden afgerond. Bij email van 25 april 2022 -zoals vermeld onder 2.16.-heeft [eiser] aan [gedaagde] te kennen gegeven dat de werkzaamheden niet goed waren uitgevoerd. In die e-mail heeft [eiser] een opsomming van de door hem geconstateerde gebreken vermeld en [gedaagde] verzocht die geconstateerde gebreken binnen vier weken te herstellen. Dit was de tweede herstelmogelijkheid van [gedaagde] . Omdat [gedaagde] aangaf dat binnen zijn familie corona heerste, kon hij die deadline niet halen. Bij e-mail van 11 mei 2022 heeft [eiser] [gedaagde] tot 25 mei 2022 de tijd gegeven om de herstelwerkzaamheden uit te voeren. Dit was de derde herstelmogelijkheid van [gedaagde] . Omdat ook de derde herstelronde niet naar tevredenheid en behoren was uitgevoerd door [gedaagde] , heeft [eiser] bij e-mail van 14 augustus 2022 -zie 2.23.- [gedaagde] de (vierde en) allerlaatste mogelijkheid gegeven om de herstelwerkzaamheden uit te voeren. [gedaagde] heeft bij die herstelwerkzaamheden de hulp ingeschakeld van [bedrijf 1] . [gedaagde] heeft de herstelwerkzaamheden ten aanzien van de tegels en de nissen uitbesteed aan [bedrijf 1] . De overige herstelwerkzaamheden zou [gedaagde] zelf uitvoeren. [gedaagde] zou met zijn herstelwerkzaamheden beginnen zodra [bedrijf 1] haar herstelwerkzaamheden zou hebben afgerond. Op 6 oktober 2022 heeft [bedrijf 1] haar werkzaamheden afgerond. Vanaf 6 oktober 2022 zou [gedaagde] beginnen met zijn deel van de herstelwerkzaamheden. [gedaagde] heeft dat slechts gedeeltelijk gedaan. Omdat ook de communicatie tussen [eiser] en [gedaagde] moeizaam verliep, heeft [eiser] via WhatsApp -zie 2.26.- aan [gedaagde] te kennen gegeven dat de maat voor hem vol was nu de verbouwing in plaats van de oorspronkelijke 4 weken inmiddels 13 maanden duurde en dat hij geen vertrouwen meer in [gedaagde] had dat [gedaagde] de herstelwerkzaamheden nog tot een goed einde zou brengen. [eiser] zou zich gaan beraden en in overleg treden met zijn rechtsbijstand. Niet gesteld of is gebleken dat [gedaagde] ná 25 oktober 2022 nog contact met [eiser] heeft gehad over het alsnog voortzetten van de herstelwerkzaamheden en/of dat [gedaagde] de herstelwerkzaamheden heeft afgerond.
4.15.
Nu [gedaagde] meerdere kansen heeft gehad om tot herstel over te gaan, maar dit niet heeft gedaan binnen de door [eiser] gestelde termijnen, is [gedaagde] in verzuim komen te verkeren. Naar het oordeel van de kantonrechter is [gedaagde] , gelet op het voorgaande, dan ook per 25 oktober 2022 in verzuim komen te verkeren.
4.16.
Dat [gedaagde] na het rapport van [bedrijf 2] niet nog een mogelijkheid heeft gehad om tot herstel over te gaan, leidt niet tot een ander oordeel. Zoals hiervoor uiteen is gezet en uit de stukken volgt, heeft [eiser] [gedaagde] meerdere malen op de hoogte gesteld van de door hem geconstateerde gebreken en heeft [eiser] [gedaagde] ook meerdere malen een termijn gegeven om tot herstel over te gaan. [gedaagde] is er echter niet in geslaagd om de herstelwerkzaamheden tot een goed einde te brengen. Ook is [gedaagde] zijn toezeggingen telkenmale niet nagekomen en is gebleken dat de communicatie met [gedaagde] heel moeizaam verliep. Daar komt bij dat de termijn, waarbinnen de werkzaamheden zouden zijn afgerond ruimschoots is overschreden: van de overeengekomen termijn van 4 weken is het uitgelopen naar 14 maanden en nog altijd zijn de (herstel)werkzaamheden niet afgerond. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat in de gegeven omstandigheden van [eiser] redelijkerwijs niet kan worden verlangd om [gedaagde] nog -voor de vijfde keer- een herstelmogelijkheid te geven.
Vervangende schadevergoeding
4.17.
[eiser] heeft zijn vordering gebaseerd op artikel 6:87 BW. Uit artikel 6:87 BW volgt dat voor zover nakoming van een verbintenis niet al blijvend onmogelijk is, de verbintenis kan worden omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding als de schuldenaar in verzuim is en de schuldeiser schriftelijk mededeelt dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert. Geen omzetting vindt plaats, die door de tekortkoming, gezien haar ondergeschikte betekenis, niet wordt gerechtvaardigd.
4.18.
Aan de vereisten van 6:87 BW is voldaan: er zijn 24 gebreken, [gedaagde] is in verzuim en bij brief van 6 oktober 2023 heeft mr. Hofmans namens [eiser] de vordering tot nakoming omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding. Door de omzetting gaat de oorspronkelijke verbintenis teniet en eindigt het verzuim van [gedaagde] . Dat betekent dat [gedaagde] vanaf dan niet meer na kan komen of zijn verzuim kan zuiveren. [gedaagde] dient in plaats daarvan de schade van [eiser] te vergoeden. De hoogte van de vervangende schadevergoeding wordt bepaald aan de hand van de waarde van de uitgebleven en/of ondeugdelijk verrichte prestatie waarbij de vervangende vergoeding [eiser] in staat moet stellen de gemiste prestatie door een derde te laten uitvoeren.

De omvang vervangende schadevergoeding
4.19.
[eiser] vordert een schadevergoeding van in totaal € 8.504,43. Dit bedrag is opgebouwd uit de kosten voor [bedrijf 1] van € 5.977,35, de kosten voor [website] van € 2.227,90 en de kosten voor het huren van een mobiele douche unit van € 299,18. Daarnaast heeft [eiser] verzocht om aanvullende schadevergoeding voor de gaten in de muren in de kamer van haar dochter, die hij recent heeft ontdekt. De kantonrechter zal hierna de verschillende onderdelen bespreken.
a)
De kosten voor [bedrijf 1] van € 5.977,35 en [website] van € 2.227,90
4.20.
[eiser] heeft op de zitting deze kosten nader toegelicht. Volgens [eiser] heeft hij het rapport van [bedrijf 2] voorgelegd aan [bedrijf 1] . [website] heeft vervolgens meegekeken voor de benodigde materialen voor de herstelwerkzaamheden. [bedrijf 1] en [website] hebben op basis van het rapport van [bedrijf 2] hun offertes van respectievelijk € 5.977,35 en € 2.227,90 uitgebracht. [gedaagde] heef de hoogte van deze bedragen enkel in algemene bewoordingen betwist, maar dat is onvoldoende, temeer nu de offertes van [bedrijf 1] en [website] gebaseerd zijn op het niet betwiste rapport van [bedrijf 2] . De vervangende schadevergoeding ten aanzien van de kosten van [bedrijf 1] van € 5.977,35 en [website] van € 2.227,90 worden als onvoldoende betwist toegewezen.
b)
De kosten voor het huren van een mobiele douche unit van € 299,18
4.21.
[eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat hij gedurende de herstelwerkzaamheden door [bedrijf 1] , die twee weken duren, een mobiele douche unit moet huren. De kosten hiervoor zijn € 299,18. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte en de juistheid van deze kosten zodat ook dit deel van de vervangende schadevergoeding van € 299,18 wordt toegewezen.
c)
Aanvullende schade voor de gaten in de muren van de slaapkamer van de dochter van [eiser]
4.22.
Op de zitting heeft [eiser] aangevoerd dat hij graag de schade aan de muren in de slaapkamer van zijn dochter ook vergoed wilde zien. De kantonrechter gaat daar aan voorbij, omdat [eiser] hiermee te laat is.
Conclusie
4.23.
Het voorgaande leidt er toe dat de gevorderde vervangende schadevergoeding van € 8.504,43 wordt toegewezen.

De wettelijke rente over de vervangende schadevergoeding
4.24.
De gevorderde rente over de hoofdsom aan vervangende schadevergoeding kan, nu daartegen ook geen afzonderlijk verweer is gevoerd, worden toegewezen vanaf 22 oktober 2023 tot de dag van voldoening; dit gelet op de sommatie/omzettingsverklaring van 6 oktober 2023.
De onderzoekskosten
4.25.
[eiser] heeft voldoende onderbouwd dat hij de gevorderde onderzoekskosten heeft moeten maken. Door [gedaagde] zijn deze kosten niet betwist. De kantonrechter is van oordeel dat de kosten van [bedrijf 2] in redelijkheid zijn gemaakt en van redelijke omvang zijn. De kosten voor het rapport van [bedrijf 2] van een bedrag van € 2.178,00 (inclusief 21% BTW) worden dan ook toegewezen op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW.
4.26.
De gevorderde rente over de onderzoekskosten kan, nu daartegen ook geen afzonderlijk verweer is gevoerd, worden toegewezen vanaf 6 december 2023 tot de dag van voldoening.
De buitengerechtelijke incassokosten
4.27.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De hoogte van het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 878,04 is, gelet op de toegewezen hoofdsom, in overeenstemming met de tarieven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en die geacht worden redelijk te zijn. Dit bedrag van € 878,04 wordt dan ook toegewezen.
4.28.
De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten kan, nu daartegen ook geen afzonderlijk verweer is gevoerd, worden toegewezen vanaf de vijftiende dag na dagtekening van het vonnis tot de dag van voldoening.
[gedaagde] moet de proceskosten van [eiser] betalen
4.29.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
130,48
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.321,48
4.30.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
In reconventie
4.31.
[gedaagde] vordering in reconventie in de eerste plaats de betaling van het bedrag van € 980,00, zijnde het restant bedrag (10%) van de aanneemsom.
4.32.
[eiser] heeft niet betwist dat hij nog het restant van de aanneemsom aan [gedaagde] moet betalen. [eiser] betwist echter de omvang van het verschuldigde bedrag. Volgens [eiser] moet het nog te betalen bedrag aan aanneemsom € 931,70 en niet € 980,00 zijn.
4.33.
Dit verweer van [eiser] slaagt niet en wel om het volgende. Uit de offerte in productie 2 bij dagvaarding volgt dat de aanneemsom in 3 termijnen betaald zou worden, namelijk: termijn 1 van € 5.880,60 (= 60% van de totale aanneemsom), termijn 2 van € 2.940,30 (= 30% van de totale aanneemsom) en termijn 3 van € 980,10 (= 10% van de totale aanneemsom). [eiser] heeft op 22 augustus 2021 het bedrag van € 5.880,60 en op 21 september 2021 het bedrag van € 2.940,30 aan [gedaagde] betaald. Niet gesteld of is gebleken dat [eiser] naast de voornoemde betalingen nog andere betalingen heeft verricht. Dat het bedrag € 931,70 moet zijn, zoals [eiser] heeft gesteld, is de kantonrechter aldus niet gebleken en is verder ook door [eiser] niet onderbouwd. Dit betekent dat [eiser] aan [gedaagde] nog de laatste termijn van de aanneemsom van € 980,10 is verschuldigd. Nu [eiser] het bedrag van € 980,00 heeft gevorderd en niet € 980,10, is de laatste aanneemsom toewijsbaar tot het bedrag van € 980,00.
De kosten voor het inschakelen van andere aannemers van € 8.852,76
4.34.
[gedaagde] heeft verder de kosten voor het inschakelen van een andere aannemer(s) voor de herstelwerkzaamheden aan de badkamer van [eiser] gevorderd. Deze vordering wordt afgewezen en wel om het volgende.
4.35.
Nog daargelaten dat [eiser] de verschuldigdheid van dit bedrag heeft betwist, heeft het volgende te gelden. Vaststaat dat er 24 gebreken aan de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden aan de badkamer en de wc waren. [gedaagde] is als opdrachtnemer/aannemer aansprakelijk voor die vastgestelde gebreken. Ingevolge artikel 7:759 lid 1 BW is [gedaagde] gehouden om die gebreken binnen bekwame tijd te verhelpen. Die mogelijkheid heeft [gedaagde] meerdere keren van [eiser] gekregen. Dat [gedaagde] bij de herstelwerkzaamheden derden heeft moeten inschakelen en daarbij kosten heeft moeten maken, komen voor rekening en risico van [gedaagde] . [gedaagde] kan die niet achteraf verhalen op [eiser] . De vordering van [gedaagde] van € 8.852,76 aan kosten voor het inschakelen van andere aannemers wordt dan ook afgewezen.
De proceskosten
4.36.
Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te betalen € 8.504,43 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 22 oktober 2023 tot de dag van voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te betalen € 2.178,00 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 6 december 2023 tot de dag van voldoening,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te betalen € 878,04 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.321,48, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.6.
verklaart de veroordelingen onder 5.1. tot en met 5.5. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
In reconventie:
5.8.
veroordeelt [eiser] om aan [gedaagde] tegen bewijs van kwijting te betalen € 980,00,
5.9.
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.
Hht/37278