ECLI:NL:RBMNE:2024:3951

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
C/16/567977 / HA ZA 24-5
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aannemingsovereenkomst en schadevergoeding bij ondeugdelijk uitgevoerde dakrenovatie

In deze zaak heeft eiser een aannemingsovereenkomst gesloten met gedaagde voor de renovatie en isolatie van het dak van zijn woning. Eiser stelt dat de werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd en vordert schadevergoeding. De rechtbank heeft op 26 juni 2024 een vonnis gewezen waarin zij overweegt dat de door gedaagde uitgevoerde werkzaamheden niet voldoen aan de afspraken die partijen hebben gemaakt. De rechtbank is voornemens een deskundige te benoemen om de hoogte van de schade vast te stellen en om te onderzoeken of de toegepaste methoden door gedaagde voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 mei 2024, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de uitvoering van de werkzaamheden, met name de aansluiting van de dakramen, en dat gedaagde mogelijk tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Eiser vordert een vervangende schadevergoeding van € 62.254,75, maar de rechtbank kan deze kosten nog niet vaststellen zonder deskundigenonderzoek. Daarnaast vordert eiser een bedrag van € 4.507,23 aan overige schadevergoeding, waarvan een deel wordt toegewezen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rol voor het nemen van een akte door beide partijen.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/567977 / HA ZA 24-5
Vonnis van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. G.A. van Gorcom,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. M. de Jong.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 19,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties 1 t/m 4,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte overlegging producties van [eiser] met producties 20 t/m 23.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 23 mei 2024 plaatsgevonden. De advocaat van [eiser] heeft spreekaantekeningen voorgedragen. Daarnaast is door of namens partijen antwoord gegeven op de vragen van de rechtbank en zijn de standpunten nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat verder is besproken. Daarna is vonnis bepaald op vandaag.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiser] heeft met [gedaagde] een aannemingsovereenkomst gesloten voor de renovatie en isolatie van het dak van zijn woning. [eiser] vindt dat de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd en vordert schadevergoeding. De rechtbank is van plan om een deskundige te benoemen om (onder andere) de hoogte van de schade vast te stellen. Partijen mogen zich hierover uitlaten.

3.De beoordeling

in conventie
Wat zijn partijen overeengekomen?
3.1.
Om te kunnen beoordelen of [eiser] recht heeft op enige vorm van schade-vergoeding vanwege het tekortschieten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst, zal eerst de vraag moeten worden beantwoord wat partijen hebben afgesproken.
3.2.
Partijen zijn in ieder geval overeengekomen dat [gedaagde] :
  • het dak van de woning en het platte dak van de dakkapel van [eiser] zou renoveren en isoleren met behoud van het dakbeschot,
  • de op de offerte van 18 januari 2022 specifiek genoemde werkzaamheden zou uitvoeren, en
  • de loodaansluiting en de waterafvoerbuis van de dakkapel zou vervangen.
3.3.
Op 10 januari 2022 heeft [gedaagde] namelijk een offerte voor de renovatie en isolatie van het dak van de woning van [eiser] naar [eiser] verzonden voor een bedrag van € 39.541,59. Deze offerte is op 18 januari 2022 door [eiser] geaccepteerd. Bij het ondertekenen van de offerte heeft [eiser] de opmerking geplaatst dat mondeling is besproken dat de aansluiting van de dakramen en de loodaansluiting van de dakkapel volledig vervangen zullen worden en dat ook de waterafvoerbuis van de dakkapel wordt vervangen. Daarnaast heeft [gedaagde] op 26 januari 2022 een offerte voor werkzaamheden aan het platte dak van de dakkapel aan [eiser] gestuurd van € 1.344,92. Anders dan in de conclusie van antwoord is vermeld, is tijdens de mondelinge behandeling gebleken dat de geoffreerde werkzaamheden aan het platte dak van de dakkapel tussen partijen zijn overeengekomen en dat deze werkzaamheden ook zijn uitgevoerd. [gedaagde] heeft daar geen factuur voor gestuurd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] ook erkend dat hij de vervanging van de loodaansluiting en de waterafvoerbuis van de dakkapel met [eiser] is overeengekomen en heeft uitgevoerd.
3.4.
Partijen verschillen van mening over de aansluiting van de dakramen. Partijen hebben vóór het sluiten van de offerte van 10 januari 2022 telefonisch gesproken over de aansluiting van de dakramen. Bij het ondertekenen van de offerte heeft [eiser] de opmerking geplaatst dat mondeling is besproken dat de aansluiting van de dakramen vervangen zal worden. Over wat de
aansluitingvan de dakramen inhoudt, lijkt een spraakverwarring tussen partijen te zijn ontstaan. [eiser] heeft dit opgevat als de vervanging van het lood rondom het dakraam, terwijl [gedaagde] dit heeft opgevat als vervanging van de spons door kunststof dakmortel rondom het dakraam. [gedaagde] heeft aangeboden dit laatste, zonder extra kosten, te vervangen. Ter zitting heeft hij verder toegelicht dat bij vervanging van het voetlood en zijlood (metalen strip aan weerszijden van dakraam) het hele dakraam eruit moet, dat dat veel meerwerk meebrengt en dat volledige vervanging van de Velux-ramen dan raadzamer is. Daar had [eiser] volgens [gedaagde] echter geen budget voor. De aansluiting aan de zijkanten van de dakramen is een spons die na ongeveer drie jaar verteerd is en kan gaan lekken.
3.5.
Partijen zijn het dus erover eens dat de
aansluitingvan de dakramen vervangen zou worden, maar niet hoe dit zou moeten gebeuren. [eiser] mocht in ieder geval verwachten dat de vervanging van de aansluiting van de dakramen deugdelijk zou gebeuren en hierdoor geen lekkage bij de dakramen zou ontstaan. [eiser] heeft namelijk duidelijk aan [gedaagde] kenbaar gemaakt dat hij alle werkzaamheden aan het dak door één bedrijf wilde laten doen, zodat achteraf geen discussie zou ontstaan over de aansprakelijkheid voor eventuele gebreken aan het dak. Als de aansluitingen van de dakramen deugdelijk zouden zijn vervangen, zou discussie over de aansprakelijkheid geen rol spelen.
3.6.
Dat de vervanging van de aansluiting van de dakramen specifiek door het vervangen van het lood, in plaats van het vervangen van de sponzen, rondom de dakramen zou plaatsvinden is niet overeengekomen. Het gaat erom dat dit in ieder geval deugdelijk en zonder lekkage had moeten gebeuren. Als dit door middel van het vervangen van de sponzen door kunststof dakmortel kan, is dat voldoende. Zo niet, dan had [gedaagde] [eiser] daarvoor moeten waarschuwen [1] .
3.7.
Verder zijn partijen niet de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [gedaagde] op de aannemingsovereenkomst overeengekomen. Nergens blijkt uit dat [gedaagde] zijn algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing heeft verklaard. Of [gedaagde] de algemene voorwaarden als pdf-bestand bij de offertes heeft meegezonden, is niet relevant. In de offertes van [gedaagde] wordt namelijk niet verwezen naar de
toepasselijkheidvan de algemene voorwaarden.
[gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst
3.8.
Nu vaststaat wat partijen zijn overeengekomen, kan worden beoordeeld of [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van deze afspraken. Uit de correspondentie [2] tussen partijen volgt in ieder geval dat de sponzen rondom de dakramen door [gedaagde] niet zijn vervangen (door kunststof dakmortel). Daarmee heeft [gedaagde] niet voldaan aan hetgeen partijen zijn overeengekomen en is hij tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
3.9.
Verder stelt [eiser] dat de door hem ingeschakelde deskundige, [deskundige] , van [adviesbureau] B.V. de volgende gebreken aan het dak heeft vastgesteld:
De isolatie:
De isolerende folie is rechtstreeks op het dakbeschot aangebracht en middels vurenhouten tengels bevestigd op het dakbeschot. Op deze posities is de isolatiefolie volledig ingedrukt.
De isolatiefolie sluit op meerdere plekken niet geheel aan of staat omhoog.
Bij de spouwmuren stopt de isolatie en is deze niet doorgezet tot aan of in de spouw.
De naden zijn niet voorzien van een afdichting.
Tussen de tengels staat de isolatiefolie opgebold en raakt de dakpannen.
De dakpannen:
6. Meerdere dakpannen zijn beschadigd.
De nok:
7. De ruiterrol is op meerdere plekken los en sluit niet goed aan op de dakpannen.
8. De nokvorst sluit niet goed aan op de kantpannen.
9. Bij de schoorsteen is de nokvorst voorzien van kit en bij de ontmoeting (overgang met de buren) is een waterkering aanwezig in de vorm van zelfklevende EPDM. Het hieronder gelegen hout is aangetast en eenvoudig te verpulveren.
10. Bij meerdere nokvorsten zijn de schroefgaten zichtbaar.
De schoorsteen:
11. De zelfklevende EPDM staat op meerdere plekken open en/of laat los van het metselwerk.
11. Onder de zelfklevende EPDM is het afgesneden lood nog aanwezig.
11. De isolatiefolie staat open.
De kilgoot:
14. Bij de voet van de kilgoot is organische vervuiling aanwezig.
14. De isolerende folie stopt links en rechts van de kilgoot.
14. De isolerende folie staat bij de overgangen omhoog.
De dakvoet:
17. De onderste panlat is niet bevestigd en middels bandstaal opgehangen aan de panlat daarboven.
17. Tussen de panlat en de isolerende folie is geen ruimte aanwezig zodat water en/of vervuiling eenvoudig in de goot terecht kan komen.
Aansluiting bij metselwerk:
19. Bij de overgang van het dakschild naar de gevels toe, is gebruik gemaakt van kantpannen.
19. De spouw aan de bovenzijde is vervuild met specieresten.
19. De isolerende folie is aangebracht tot net voor de spouw.
Aansluiting bij Velux dakramen:
22. Aan de bovenzijde is over de breedte van circa 200 mm geen isolerende folie aanwezig.
22. De schuimstrook aan de bovenzijde en over een lengte van 200 mm aan de langszijde ontbreekt.
22. De loodslabbe aan de onderzijde van het gootstuk staat omhoog en directe inwatering is bij slagregen mogelijk.
Aansluiting bij naastgelegen woning en dakkapel:
25. Door de lengtemaatverschillen van beide dakpannen zijn openingen aanwezig waardoor bij slagregen inwatering mogelijk is.
25. Bij de zelfklevende EPDM volgt de profilering van de dakpannen niet.
25. De zelfklevende EPDM volgt de profilering van de dakpannen niet.
25. De zelfklevende EPDM bij de wangkant van de dakkapel is onder het zink aangebracht.
25. De kit waarmee de zink is bevestigd laat los.
3.10.
Op pagina 10 van het rapport van [adviesbureau] somt [adviesbureau] op hoe het dak opnieuw gerenoveerd moet worden. Dit houdt het volgende in:
  • Alles verwijderen, behalve het dakbeschot, en het dakbeschot controleren en zo nodig herstellen met houten g.-g.-delen.
  • Dakpannen opslaan voor hergebruik en uitgaan van minimaal 10% verlies.
  • Aanbrengen van horizontale regels van 48 mm.
  • Plaatsen van isolerende folie conform de richtlijnen van leverancier.
  • Aanbrengen van verticale regels van 57 mm.
  • Aanbrengen van extra waterdichte en dampopen folie.
  • Aanbrengen van vurenhouten tengels van minimaal 9 mm.
  • Aanbrengen van panlatten van minimaal 22 mm.
  • Aanbrengen van nieuwe loodloketten bij de schoorsteen.
  • Aanbrengen van nieuwe kilgootafwerking uitgevoerd in zink.
  • Aanbrengen van een afwerking bij gevels om de ontstane ruimte tussen het metselwerk en de kantpannen te overbruggen.
  • Bestaande dakpannen, aangevuld met nieuwe dakpannen en/of hulpstukken, terugplaatsen en bevestigen volgens een nog op te stellen windbelastingsberekening.
[adviesbureau] heeft hierbij opgemerkt dat er meerdere complexe details aanwezig zijn die voorafgaand aan de renovatie nader uitgewerkt moeten worden omdat het nieuwe pakket minimaal 100 mm tot 120 mm hoger komt te liggen dan de huidige situatie. Met name de nokaansluiting bij de buren, de dakkapel en de zijkanten zouden dan bekeken moeten worden.
3.11.
[gedaagde] voert aan dat het aanbrengen van de folie rechtstreeks op het dakbeschot geen gebrek is, dat de methode voor het renoveren en isoleren van het dak die [adviesbureau] voorschrijft, volgens ‘de ideale normen’ zou zijn en niet overeenkomt met hetgeen partijen hebben afgesproken. Partijen hebben volgens [gedaagde] afgesproken dat de isolatie direct op het dakbeschot zou worden geplaatst en dat dit ook voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Hiermee zou worden voorkomen dat het dak te hoog zou komen te liggen. Volgens [adviesbureau] moeten eerst horizontale regels worden aangebracht, voordat de isolatie wordt aangebracht. Daarnaast moeten na de isolatie eerst nog verticale regels en dampopen folie worden aangebracht voordat de tengels en panlatten worden geplaatst. [eiser] heeft tijdens de zitting toegelicht dat de regels tussen dakbeschot en isolatie voorkomen dat het dakbeschot gaat rotten. [gedaagde] betwist dit. Ook zouden de door [adviesbureau] voorgeschreven werkzaamheden nodig zijn om de voor de subsidie vereiste isolatiewaarde te bereiken. De rechtbank kan nog niet beoordelen of de door [gedaagde] toegepaste methode voldoet aan de vereisten van goed en deugdelijk werk. De rechtbank zal daarom een onafhankelijke deskundige benoemen om dit vast te kunnen stellen. Aan de deskundige zal tevens de vraag worden voorgelegd of de toepassing van dit type Superfoil wel geschikt is voor dit dak. [eiser] heeft namelijk gesteld dat aannemer [aannemer] dakplaten heeft geoffreerd omdat de door [adviesbureau] aanbevolen herstelwerkzaamheden met Superfoil niet mogelijk zouden zijn.
3.12.
Overigens merkt de rechtbank op dat zelfs als [gedaagde] tegen [eiser] zou hebben gezegd hoe hij de isolatie zou aanbrengen, of als dit voor een leek al uit de offerte viel op te maken, dit niet zonder meer wil zeggen dat [gedaagde] daarmee aan zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan indien [gedaagde] het op die wijze heeft aangebracht. Op grond van artikel 7:754 BW is de aannemer verplicht bij het aangaan of het uitvoeren van de opdracht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Een waarschuwing moet voldoende concreet zijn en voldoende duidelijk, zodat de opdrachtgever de risico’s die hij bereid is te lopen kan inschatten. Afhankelijk van de vraag of de wijze waarop [gedaagde] het isolatiemateriaal heeft toegepast ondeugdelijk is en of [gedaagde] [eiser] had moeten waarschuwen dat de door hem gekozen wijze van aanbrengen gevolgen zou hebben voor de isolatiewaarde en de verkrijging van de subsidie, heeft [gedaagde] in strijd met zijn waarschuwingsplicht gehandeld. Als [gedaagde] niet heeft voldaan aan zijn waarschuwingsplicht, komen de gevolgen hiervan voor rekening van [gedaagde] [3] .
3.13.
Voor wat betreft de overige door [adviesbureau] geconstateerde gebreken heeft (de advocaat van) [gedaagde] in eerste instantie verklaard dat hij het eens is met de bevindingen van [adviesbureau] en niet te twijfelen aan de deskundigheid van [adviesbureau] , maar aan het einde van de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] deze bevindingen van [adviesbureau] toch betwist. Hij betwist dat er ‘in substantiële mate’ sprake zou zijn van gebreken. [gedaagde] maakt deze betwisting echter niet concreet. Dit had gelet op de onderbouwing van de door [eiser] gestelde gebreken wel op haar weg gelegen. De enige concrete betwisting van de bevindingen van [adviesbureau] is dat de schroefgaten in de nokvorst tot lekkage kunnen leiden. Of deze schroefgaten tot lekkage kunnen leiden, kan in het midden blijven indien de door [adviesbureau] aanbevolen herstelmethode noodzakelijk is en de nokvorsten wellicht niet kunnen worden hergebruikt. Dit zal aan de deskundige worden voorgelegd. Aan de deskundige zal ook worden gevraagd of hij alle overige gebreken die door [adviesbureau] zijn geconstateerd onderschrijft.
Vervangende schadevergoeding
3.14.
[eiser] vordert € 62.254,75 aan vervangende schadevergoeding. Dit zijn volgens [eiser] de herstelkosten van het dak. [adviesbureau] heeft niet vastgesteld wat de herstelkosten voor de door haar geadviseerde werkzaamheden zijn. Als onderbouwing van de herstelkosten legt [eiser] een offerte van [aannemer] over [4] . Deze offerte wordt door [gedaagde] gemotiveerd betwist. Bovendien wordt in de offerte van [aannemer] een andere isolatiemethode gehanteerd dan door [adviesbureau] geadviseerd. De offerte van [aannemer] gaat uit van dakplaten (Unidek roof reno rc 3,5 dakplaten inclusief folie) in plaats van isolatiefolie van het type Superfoil SF40BB CE. Verder bevat de offerte de kosten van twee Velux dakramen terwijl dit niet met [eiser] is overeengekomen. De offerte bevat ook kosten voor vervanging van de dakbedekking van de dakkapel. Uit het rapport van [adviesbureau] is echter niet gebleken dat er gebreken kleven aan de werkzaamheden aan het dak van de dakkapel (de 2e offerte). Hier is ook niet over geklaagd. Met deze stand van zaken kan de rechtbank de herstelkosten, en de toe te wijzen schadevergoeding, niet vaststellen. De rechtbank zal ook daarom een onafhankelijke deskundige benoemen om vast te kunnen stellen wat de herstelkosten van de door [adviesbureau] geadviseerde herstelwerkzaamheden zijn.
Benoeming deskundige
3.15.
De rechtbank is van plan om een deskundige te benoemen om te laten onderzoeken wat de herstelkosten met betrekking tot de dakisolatie van de woning van [eiser] zijn. Partijen mogen zich uitlaten over de persoon van de deskundige en de vragen voor de deskundige. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat partijen daarvoor een akte kunnen nemen. Partijen moeten de concept-akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar elkaar toesturen, zodat zij in hun definitieve akte op de akte van de wederpartij kunnen reageren.
3.16.
De rechtbank is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige en dat de volgende vragen moeten worden gesteld:
Is het gebruik van isolatiefolie van het type Superfoil SF40BB CE naar uw mening passend bij het dak van [eiser] of hadden dakplaten toegepast moeten worden?
Voldoet de wijze waarop [gedaagde] dit isolatiemateriaal heeft toegepast (waaronder het rechtstreeks op het dakbeschot aanbrengen van de isolatiefolie en het achterwege laten van een extra laag dampopen folie) aan de eisen van goed en deugdelijk werk?
Kunnen de schroefgaten in de nokvorsten tot lekkage leiden en onderschrijft u de overige door [adviesbureau] geconstateerde gebreken? Kunnen de nokvorsten worden hergebruikt na de herstelwerkzaamheden?
Is de door [adviesbureau] geadviseerde (ingrijpende) methode van herstel noodzakelijk en ook mogelijk bij deze woning, mede gelet op het feit dat hierdoor een groter hoogteverschil ontstaat, en zo nee, op welke wijze dienen de gebreken dan te worden hersteld? Wat zijn de geraamde kosten van herstel? Daarbij dient rekening te worden gehouden met het eventuele voordeel dat [eiser] heeft van de toepassing van de door [adviesbureau] geadviseerde methode in vergelijking tot de door [gedaagde] toegepaste methode.
Had [gedaagde] moeten waarschuwen dat de wijze waarop hij dit isolatiemateriaal heeft toegepast gevolgen zou hebben voor de isolatiewaarde?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
3.17.
Het verdient de voorkeur dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de persoon die als deskundige gaat optreden. Voor zover dat niet lukt en iedere partij een deskundige voorstelt, moeten partijen gemotiveerd aangeven waarom zij de voorkeur geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige en waarom de door de wederpartij voorgestelde deskundige niet voor benoeming in aanmerking mag komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onpartijdigheid van de deskundige. Die zwaarwegende redenen moeten worden onderbouwd. De rechtbank zal dan, na weging van de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, een door partijen aangedragen deskundige of een eigen deskundige benoemen.
3.18.
De rechtbank ziet aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt in de wet dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) door de eisende partij moet worden betaald (artikel 195 Rv). Het oordeel in dit vonnis is namelijk dat in ieder geval sprake is van wanprestatie door [gedaagde] , ook al staat dat nog niet voor alle door [adviesbureau] geconstateerde gebreken vast. Het deskundigenbericht is voornamelijk bedoeld om de wijze van herstel en de hoogte van de door [eiser] geleden schade te bepalen. De rechtbank acht het daarom redelijk dat dit voorschot voor rekening van [gedaagde] zal komen. In het eindvonnis zal de rechtbank dan beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
Overige schade
3.19.
Daarnaast vordert [eiser] een bedrag van € 4.507,23 aan schadevergoeding. Deze schade zal grotendeels worden afgewezen. [eiser] vordert € 207,97 voor een noodreparatie in verband met een lekkage. Deze schade wordt door [gedaagde] niet betwist en zal daarom worden toegewezen.
3.20.
Ook vordert [eiser] in totaal € 920,00 voor het herstellen van de schade aan de voordeur en de dakgoten. [eiser] onderbouwt deze herstelkosten niet, hetgeen gelet op de betwisting van [gedaagde] en de op [eiser] rustende stelplicht wel had gemoeten. Deze herstelkosten zullen dan ook worden afgewezen. De herstelkosten voor de schade aan de dakgoot zullen worden afgewezen, omdat [gedaagde] terecht stelt dat [eiser] in zijn e-mail van 21 juni 2022 aangeeft dat de dakgoten toch al in augustus 2022 vervangen zouden worden.
3.21.
Tot slot de gevorderde kosten voor het schadeherstel aan de gevel van € 1.849,12. Hierover kan de rechtbank nog geen beslissing nemen, omdat het onduidelijk is wat dit herstel inhoudt en of dit onder de door [adviesbureau] geadviseerde werkzaamheden valt. Volgens [gedaagde] staan deze werkzaamheden namelijk wel op de offerte van [aannemer] . Daarom zal [eiser] , als dit niet onder de door [adviesbureau] geadviseerde werkzaamheden en binnen het deskundigenonderzoek valt, na het deskundigenonderzoek nog in de gelegenheid worden gesteld om dit nader toe te lichten, waarop [gedaagde] vervolgens mag reageren.
3.22.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
in reconventie
3.23.
[gedaagde] heeft in totaal € 39.234,39 gefactureerd voor zijn werkzaamheden. Hiervan heeft [eiser] € 3.817,69 niet voldaan. [eiser] beroept zich op verrekening en opschorting, vanwege tekortkomingen aan de kant van [gedaagde] . Op deze vordering kan nog niet worden beslist, omdat dit afhankelijk is van de uitkomst van de vorderingen in conventie.
3.24.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
in conventie
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 7 augustus 2024voor het nemen van een akte door beide partijen over wat is vermeld onder rechtsoverwegingen 3.15 tot en met 3.17,
4.2.
bepaalt dat partijen elkaar uiterlijk een week vóór de genoemde roldatum de concept-akte moeten toesturen, zodat zij ieder in hun eigen akte nog kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij,
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.
MvD5633

Voetnoten

1.Artikel 7:754 lid 1 BW.
2.Bijvoorbeeld productie 9 van [eiser] .
3.Artikel 7:760 lid 2 BW.
4.Productie 16 van [eiser] .