In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juni 2024 een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Nidos, die als voogd was belast met de zorg voor de minderjarige [minderjarige], geboren in 2009 in Somalië. De rechtbank heeft Nidos ontslagen uit de voogdij en het ouderlijk gezag gezamenlijk toevertrouwd aan de vader en de zus van het kind. Dit besluit volgt op een eerdere beschikking van 14 september 2023 en is genomen na een mondelinge behandeling op 15 mei 2024, waarbij de minderjarige zijn mening heeft gegeven en de betrokken partijen aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, die al enkele jaren in Nederland verblijft, samen met de zus de zorg voor [minderjarige] op zich neemt. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van het kind is dat Nidos wordt ontslagen uit de voogdij en dat de vader en de zus gezamenlijk met het gezag worden belast. De rechtbank heeft daarbij de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek in overweging genomen, waaronder artikel 1:253t BW, dat de mogelijkheid biedt om gezamenlijk gezag te verlenen aan de vader en een andere persoon, in dit geval de zus.
De rechtbank heeft ook geconstateerd dat, hoewel niet aan alle wettelijke vereisten voor gezamenlijk gezag is voldaan, er sprake is van een langdurige en stabiele situatie waarin de vader en de zus al geruime tijd samen de zorg voor [minderjarige] dragen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen.