ECLI:NL:RBMNE:2024:3921
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van handhavingsverzoek wegens gebrek aan procesbelang en beëindiging overtredingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn handhavingsverzoek beoordeeld. Eiser had verzocht om handhaving tegen het onjuist gebruik van parkeerontheffingen door bewoners. De rechtbank had eerder, op 22 april 2023, geoordeeld dat eiser mogelijk belanghebbende was, maar verweerder had het handhavingsverzoek opnieuw niet-ontvankelijk verklaard op 13 juni 2023, met de stelling dat eiser geen belanghebbende was.
De rechtbank overweegt dat het procesbelang ontbreekt, omdat de verkeerssituatie is gewijzigd en de gestelde overtredingen zich niet meer kunnen voordoen. Eiser had verzocht om handhaving tegen bewoners die onterecht gebruik maakten van parkeerontheffingen, maar de rechtbank constateert dat de blauwe zone is opgeheven en er een algeheel parkeerverbod geldt. Eiser erkent dat zijn verzoek om handhaving door het tijdsverloop achterhaald is.
De rechtbank concludeert dat eiser met zijn beroep feitelijk niet meer kan bereiken dat verweerder zijn handhavingsverzoek inhoudelijk in behandeling neemt. Het feit dat verweerder de termijn van vier weken heeft overschreden, verandert hier niets aan. Eiser heeft geen ingebrekestelling gestuurd en kan daarom geen aanspraak maken op een dwangsom. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.