ECLI:NL:RBMNE:2024:3915
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 17 november 2023. Eiser heeft zijn beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 3 januari 2024, terwijl de termijn voor indiening uiterlijk op 29 december 2023 had moeten zijn. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat het niet nodig was; de zaak kon niet inhoudelijk worden behandeld vanwege de te late indiening.
De rechtbank wijst erop dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor de te late indiening, ondanks dat hij de gelegenheid heeft gekregen om dit te doen. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat het beroepschrift op tijd is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn, wat betekent dat deze niet kan worden verlengd zonder verschoonbare omstandigheden.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 juni 2024 door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier A.F. Klomp. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze beslissing.