Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juni 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de Stichting Woningcorporatie Het Gooi en Omstreken en de gedaagden, die erfgenamen zijn van de oorspronkelijke kopers van een woning. De stichting vorderde een boete van € 221.000,00 op grond van een anti-speculatiebeding dat in de koopovereenkomst was opgenomen. Dit beding verplichtte de kopers om gedurende 10 jaar in de woning te blijven wonen, anders zouden zij een boete verschuldigd zijn. De gedaagden stelden dat het beding niet van toepassing was na het overlijden van hun ouders, maar de rechtbank oordeelde dat de stichting gelijk had. De rechtbank concludeerde dat de gedaagden niet konden aantonen dat de bedoeling van partijen bij het sluiten van de overeenkomst was dat het beding niet zou gelden na het overlijden van de ouders. De rechtbank wees de vordering van de stichting toe en oordeelde dat de gedaagden hoofdelijk moesten betalen, inclusief proceskosten en wettelijke rente. De rechtbank benadrukte dat de gedaagden de woning wel mochten verkopen, maar dat zij ook de verplichtingen uit de koopovereenkomst moesten nakomen. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.