Op 19 november 2022 heeft [verzoeker] een verzoek om informatie ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo). Op 29 augustus 2023 heeft hij beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een besluit op dit verzoek. De rechtbank heeft op 4 maart 2024 het beroep gegrond verklaard en bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van Lopik, als opposant, binnen twee weken na de uitspraak een besluit moest nemen. Tegen deze uitspraak is het college in verzet gegaan, waarbij zij aangaf niet gehoord te willen worden op een zitting.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat zij ten onrechte had geoordeeld dat er nog niet door het college was beslist. Het verzet is gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 4 maart 2024 vervalt. De rechtbank benadrukt dat de zaak nu verder behandeld zal worden op een zitting, waarbij zowel het college als [verzoeker] hierover nog bericht zullen ontvangen. De rechtbank maakt duidelijk dat dit nog niet betekent dat er al een oordeel is over de uitkomst van de zaak.
De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 juni 2024 door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van mr. N. Khalloufi, griffier. Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden aangewend. De rechtbank heeft geen proceskosten toegewezen aan de opposant, omdat er geen kosten zijn gemaakt die vergoed moeten worden.