ECLI:NL:RBMNE:2024:3881

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 juni 2024
Publicatiedatum
24 juni 2024
Zaaknummer
C/16/572857 / FL RK 24-318
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doorhaling van een overlijdensakte wegens verwisseling van echtgenoten

Op 24 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een beschikking gegeven in de zaak van de Officier van Justitie (OVJ) tegen de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (ABS) betreffende de doorhaling van een overlijdensakte. De rechtbank ontving het verzoekschrift van de OVJ op 4 maart 2024, met aanvullende documenten op 17 april 2024. Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden. De zaak betreft de overlijdensakte van [A], geboren in [1938], die ten onrechte is opgemaakt door de ABS, omdat de vrouw nog in leven is. De ABS had de echtgenoten verwisseld, waardoor een overlijdensakte voor de vrouw is opgemaakt, terwijl haar echtgenoot [B] op [2024] is overleden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overlijdensakte van de vrouw moet worden doorgehaald, omdat deze akte ten onrechte in de registers van de burgerlijke stand voorkomt. De rechtbank heeft besloten om de ABS opdracht te geven om de overlijdensakte van de vrouw door te halen, ondanks het ontbreken van een instemmingsverklaring van de vrouw, die dementerend is. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. D. van Bloemendaal, rechter, en mr. J.K. Franken, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Lelystad
zaaknummer: C/16/572857 / FL RK 24-318
Doorhaling akte
Beschikking van 24 juni 2024
in de zaak van
DE OFFICIER VAN JUSTITIE,
in het arrondissement Midden-Nederland,
hierna te noemen: de OVJ,
ten aanzien van
[A],
geboren op [1938] in de gemeente [gemeente 1] ,
hierna te noemen: de vrouw,
met als belanghebbende
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
van de gemeente [gemeente 2] ,
hierna te noemen: de ABS.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft het verzoekschrift van de OVJ, met bijlagen, ontvangen (kenmerk UT-4217-248-24) op 4 maart 2024. Verder heeft de rechtbank ontvangen een bericht van de OVJ met bijlagen, binnengekomen op 17 april 2024.
1.2.
Er heeft geen mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De echtgenoot van de vrouw, [B] (hierna: de man), is op [2024] in de gemeente [gemeente 2] overleden.
Op [2024] heeft de ABS ten aanzien van de vrouw een overlijdensakte opgemaakt met nummer [nummeraanduiding 1] . Deze akte is ingeschreven in het overlijdensregister van de gemeente [gemeente 2] van het jaar 2024.
Op [2024] heeft de ABS ten aanzien van de man een overlijdensakte opgemaakt met nummer [nummeraanduiding 2] . Deze akte is ingeschreven in het overlijdensregister van de gemeente [gemeente 2] van het jaar 2024.
2.2.
De OVJ heeft – naar de rechtbank begrijpt – verzocht de overlijdensakte met nummer [nummeraanduiding 1] door te halen.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank wijst het verzoek toe en zal opdracht geven voor de doorhaling van de overlijdensakte met nummer [nummeraanduiding 1] . De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
Volgens de rechtbank is er sprake van een akte die ten onrechte voorkomt in de registers van de burgerlijke stand en die daarom moet worden doorgehaald. [1]
De reden hiervoor is dat de vrouw niet is overleden. De ABS heeft bij het maken van de overlijdensakte de echtgenoten met elkaar verwisseld, waardoor een overlijdensakte is opgemaakt ten aanzien van de vrouw.
3.3.
Van de vrouw is geen instemmingsverklaring overgelegd. Volgens de ABS is de vrouw niet in staat om een instemmingsverklaring te ondertekenen omdat zij dementerend is.
Gelet op de inhoud van het verzoek van de OvJ gaat de rechtbank voorbij aan het ontbreken van een instemmingsverklaring van de vrouw.

4.De beslissing

De rechtbank geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente 2] om de overlijdensakte van
[A], met nummer [nummeraanduiding 1] van het jaar 2024, door te halen.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. D. van Bloemendaal, rechter, in samenwerking met mr. J.K. Franken, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
24 juni 2024.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).