ECLI:NL:RBMNE:2024:3852
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van consumentenbeschermende bepalingen in verstekprocedure
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 juni 2024 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen een eisende partij, [eiseres] B.V. h.o.d.n. [handelsnaam], en een gedaagde partij, [gedaagde]. De eisende partij had de gedaagde partij gedagvaard om een bedrag te betalen dat voortvloeide uit een betalingsachterstand op een sportschoolabonnement. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor de kantonrechter verstek verleende. De vordering van de eisende partij is afgewezen omdat deze niet voldoende informatie had verstrekt om te beoordelen of de consumentenbeschermende bepalingen waren nageleefd. De kantonrechter benadrukte dat de eisende partij, als professionele partij, in elke procedure voldoende feiten en relevante bijlagen moet aanleveren om de naleving van deze bepalingen te kunnen toetsen. De kantonrechter constateerde dat de eisende partij in strijd met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet alle relevante feiten volledig en naar waarheid had aangevoerd. Dit leidde tot de conclusie dat de vordering moest worden afgewezen, en de eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil werden begroot.